Met Limbo – Lux in tenebris is zopas een intrigerend debuut verschenen. Het woordeloze werk, dat tot blijvend kijken noopt, is afkomstig uit de pen van Stephan Louwes, jong Leuvens talent dat hoopt ver te springen.
enola: Uw debuut ligt in de winkel. De eerste reacties zijn zeer positief en u kon naar het stripfestival van Angoulême. 2019 kan al niet meer stuk?
Stephan Louwes: “Het is allemaal vrij snel gegaan. Uitgeverij Oogachtend had interesse in mijn boek, nog voor ik afgestudeerd was. Omdat er niet veel bijgewerkt moest worden, kon het vrij snel gepubliceerd worden. Het boek bevat geen tekst, behalve enkele zinnetjes op de achterflap, dus vanvertaalwerk is ook weinig sprake. Enkele buitenlandse uitgevers bleken ook geïnteresseerd, maar we zien wel of dat wat wordt.”
enola: Opgepikt nog voor u afgestudeerd was!. Meer nog: Limbo maakte deel uit van uw opleiding?
Louwes: “Het was mijn masterproef. Ik wilde een verhaal vertellen zonder tekst of decoupages.. De idee was: ik ga gewoon illustraties naast elkaar zetten, zodat als je het boek oppikt, je het in één keer ziet enje niet plaatje per plaatje moeten beginnen lezen.
Op de eindejaarsexpo’s bij ons op school liggen de tafels steevast vol boekjes die niemand helemaal leest. Mijn verhaal kan je echter in een keer zien. Ik wou ook dat iedereen het kon begrijpen, ongeacht de taal die je spreekt. Ik wilde enorm graag tekenen, niet schrijven: geen dialogen verzinnen, maar gewoon illustreren.”
enola: Dat maakt van het Limbo een beeldverhaal in de meest letterlijke betekenis van het woord. Waarbij bovendien het verhaal aan de lezer overgelaten wordt, zo lijkt het wel.
Louwes: “Het idee was om het inderdaad over te laten aan ieders persoonlijke interpretatie , al ben ik wel vanuit bepaalde ideeën vertrokken. Het is begonnen bij een vriend die depressief is. Een zinnetje uit de oorlogsfilm ‘The Thin Red Line’, ‘I’ll see you on the other side of dark waters’, werkte daarbij inspirerend: depressie als een rivier, die de duisternis in leidt, als stap naar de ultieme hel. Daar kwam uiteindelijk de titel Lux in tenebris vandaan: licht in het duister in het Latijn.
Verder heb ik een hoop (auto)biografische onderdeeltjes gecombineerd: een van de personages is gebaseerd op een vriend wiens vriendin het uitgemaakt had. Ik heb ook ooit te maken gehad met een meisje met stemmingswisselingen, dat zit er ook in verwerkt. Bovendien zijn er veel dingen die terugkomen, als een vicieuze cirkel.”
enola: Wie dat wil, kan er ook een broedermoord in zien?
Louwes: “Tijdens het maken begon ik zelf te beseffen dat er meer interpretaties mogelijk waren dan ik aanvankelijk bedoeld had. Zo kan je er ook angst voor het ouder worden in zien. Twee personages zijn bij het begin nog kinderen, heel blij wanneer ze naar de zon kijken. Maar naarmate ze ouder worden, wordt de sfeer grimmiger, alsof hun kinderdromen vervlogen zijn en de realiteit hen raakt. Zelfs een drugverslaving kan je er in zien: het clean proberen blijven en steeds opnieuw in het donkere terecht komen. Dat is het leuke aan het verhaal: iedereen kan er zijn eigen interpretatie aan geven.”
enola: Waar komt die drang tot het maken van verhalen vandaan? Heeft u altijd al getekend?
Louwes: “Ja, van kindsbeen af. Ik ben wel stom geweest en heb toen ik tien was een hele stapel tekeningen weggegooid, al ben ik altijd blijven tekenen. Rond mijn zestiende ben ik me beginnen afvragen of ik daar iets mee kon doen. Ik had er drie jaar ASO opzitten en dat lag me niet. Ik geloof dat ik in mijn derde middelbaar negen onvldoendes had. Toen kwam kunstonderwijs in beeld. Daar ben ik intensief beginnen tekenen.
De voorbije twee jaar heb ik mijn master gemaakt en geprobeerd een eigen stijl te vinden, eentje waarmee je traditionele striplezers aanspreekt, maar ook mensen die van avontuur en SF houden.”
enola: Was je omgeving direct mee? Niet alle ouders zijn even blij met de beslissing om te gaan tekenen.
Louwes: “Ze waren direct mee. Mijn vader wou vroeger ook zo’n studies doen, maar zijn familie steunde hem niet. Als volwassene had hij daar spijt van. Dus tegen mij zei hij: ‘ik zie dat je het graag doet, ga er voor. Maar wees niet teleurgesteld als het niet gaat zoals jij wilt.’ Zelf is hij altijd een fervent striplezer geweest, dus die interesse heb ik van hem.
Ik ben wel realistisch: tekenen is niet iets waar je rijk van wordt. Ik werk dan ook deeltijds in de Carrefour. Dat heeft als voordeel dat ik wat beweeg. Ik kan immers niet goed stilzitten. Het is een leuk contrast: ’s ochtends in de Carrefour fysiek bezig zijn, groenten en fruit bijvullen en dan als ik thuiskom, zitten tekenen. Het levert ook inspiratie op: ik maak soms tekeningen van rare vruchten die ik gezien heb.”
enola: Wie heeft u verder geïnspireerd?
Louwes: “Als kind las ik uiteraard allemaal Suskes en Wiskes en Kuifjes. Rond mijn tiende kwam ik in contact met Thorgal. Ook Op zoek naar de tijdvogel beviel me. Als ik een top drie van tekenaars moet samenstellen, zou die bestaan uit Rosinsky, Loisel en Frazetta.”
enola: Bent u ook door film beïnvloed? Limbo komt heel filmisch over.
Louwes: “Ik heb heel veel naar films gekeken om compositie te begrijpen, te doorgronden hoe je iets framet. Ik heb studies gemaakt naar stills, hoe je dynamiek in een beeld krijgt. Ik moet toegeven dat ik eigenlijk meer films kijk dan strips lees. Dat komt deels ook door een vriend die animatie gestudeerd heeft. Van hem heb ik veel dingen opgestoken.”
enola: Zou animatie iets voor u zijn?
Louwes: “Ik heb bewust gekozen om géén animatie te doen. Ik wil niet een tekening steeds weer opnieuw moeten maken. Een keer heb ik het gedaan, voor een schoolopdracht, op de traditionele manier, met een lichtbak. Meer dan 300 frames voor enkele minuten. Dat is niks voor mij.”
enola: Wat mogen we dan wel verwachten? Er zou bijvoorbeeld een project zijn met Johan Vandevelde: de Moon-reeks?
Louwes: “Dat is iets waar we al drie jaar aan werken, tussendoor: Johan is aan zijn boeken bezig, ik heb mijn dingen. We werken er sporadisch aan, hij als scenarist, ik als co-scenarist en illustrator. Het is leuk: we hebben elkaar voor het eerst ontmoet in 2006, toen ik 13 was en hij 33. Tien jaar later vroeg hij of we samen een strip zouden maken. Ik heb onmiddellijk ja gezegd.
Dit project is iets waar ik veel uit leer. De eerste tekeningen waren nog heel kig. Vandaagleer ik nog steedsnieuwe dingen, maar we zijn een goede basis aan het opstellen om bij een uitgever te kunnen pitchen.”
enola: Staan er ook nog volledig eigen projecten op stapel?
Louwes: “Ik werk nog aan een andere samenwerking, daar kan ik nog niet veel over zeggen. Mocht Limbo het echt goed doen, doe ik daar misschien nog iets mee.
Nu ga ik even het gedoe rond Limbo laten uitwerken en dan zien we wel. Ik ben 25, ik ben nog jong, ik heb nog veel te leren en ik wil echt een goede tekenaar worden, niet iemand die zomaar wat tekent, ik wil écht goeie tekeningen maken.”