Venten die samen op weekend gaan. Je hoeft zelfs geen buitenstaander te zijn om het klef te vinden. De verplichte jongensachtige sfeer, het weet-je-nog-gedoe, de onontkoombaarheid van het verglijden van de tijd: het werkt niet motiverend om op zo’n meerdaags evenement te vertrekken. En dan hebben we het nog niet gehad over de oude koeien die geheid in de gracht liggen te wachten tot iemand, bij voorkeur in beschonken toestand, hen tevoorschijn haalt.
Zep brengt een fraaie schets van zo’n weekend in Mannen onder elkaar. De mannen in kwestie zijn bovendien de voormalige leden van Tricky Fingers, een band die twintig jaar geleden letterlijk op de rand van de grote doorbraak uit elkaar spatte. Dat gebeurde op een bijna Oasis-achtige manier. De groep, met daarin twee broers die zo nu en dan een conflict uit te vechten hebben, krijgt de kans om bij Jools Holland aan te treden.
Drummer Frank steekt daar echter een stokje voor door op het verkeerde moment op de verkeerde plaats de verkeerde genotsmiddelen tot zich te nemen, met een gewelddadige uitbarsting tot gevolg. Exit BBC en exit carrière.
Althans voor Tricky Fingers. Sandro — frontman, ladykiller en buitensporig ego — zet een solocarrière op de rails die algauw het verleden van de band overschaduwt. En daarmee valt niet alleen de groep uit elkaar, maar vervliegen ook de vriendschapsbanden.
Tot Sandro zijn voormalige kompanen jaren later uitnodigt op zijn domein. Iedereen die al eens een middelbare schoolreünie heeft meegemaakt, weet dat zo’n kunstmatig ongedwongen evenement gestoeld is op ongemakkelijke stiltes en flauwe grappen. Net zoals dat bij scholieren die hun leven in duizend-en-een richtingen sturen het geval is, is zo’n reünieweekend voor een rockband een samenkomst van verschillende levens. Eentje houdt tussen de echtscheidingen door een restaurant draaiende, een andere mag zich CEO van een diepvrieswarenfabriek noemen en de laatste probeert vooral met de moed der wanhoop zijn laatste restje eigenwaarde intact te houden.
Ondanks de overvloed aan momenten waarop plaatsvervangende schaamte de lezer zou kunnen overvallen — dat tenenkrullende gevoel dat elke strip, boek of film terstond terzijde doet schuiven — weet Zep de valkuilen die zich op zijn pad bevinden fraai te ontwijken en brengt hij bovenal een mooi menselijk verhaal dat, ondanks enkele onvermijdelijke rock-‘n-rollclichés, weet te raken. Het werd dus hoog tijd dat Mannen onder elkaar beschikbaar werd in het Nederlands.
Zep mag dan vooral komisch ogende strips rond een zekere Titeuf maken, met dit one-shot toont de Fransman dat hij niet de eerste de beste gagstriptekenaar is, voor zover daar al iets mis mee zou zijn. Hij kan personages bouwen, weet in een schetsmatige stijl een wereld op te roepen die echt lijkt en zorgt met enkele relatief eenvoudige elementen voor een verhaal dat oog heeft voor de donkerdere kanten van een wereld die voornamelijk glitter en geluk wil uitstralen.