Belgische dubrockers King Dick kwamen begin 2016 boven water met hun ode aan de Mexicaanse keuken: de onvolprezen “Taco Song”. Slechts achttien maanden later zijn daar al twee albums bijgekomen. Jeugdige overmoed of kwaliteit uit een kraantje? We nemen nieuwste worp KD Time onder de loep en zoeken het uit.
Als de tweede plaat van King Dick de vorm van een land zou aannemen, dan zou dat zonder twijfel Italië zijn, de kinky boot van Europa, een plaats waar alles even prachtig als onderkomen is. De Antwerpse formatie rond Wim De Busser laat met KD Time net als op voorganger New King Dick uit 2016 een aluminium bakje kapsalon gevuld met carnavalsamples, wegzinkende stonerrock en dubby weirdness horen. We zien tijdens de eerste luisterbeurt overrijpe pomodori wegrotten op heet asfalt, johnnydisco’s waar iets als een geluidsnorm weggelachen wordt en dikke weedwalmen die opstijgen uit een opblaasbootje op de Middellandse Zee: viva l’Italia!
Barokke opener “The Sex” klinkt als Berlusconi wiens gebronzeerde boevenkop op de tonen van balkandub en phasereffecten de hete Bunga Bunga-dagen met Ruby mist. De temperatuur van deze song zakt nooit onder de 37 °C, maar een welgemikte valse noot brengt wat verfrissing bij het geile sprookje. Check ook zeker de bijhorende clip geregisseerd door Welp-regisseur Jonas Govaerts.
”The Raven” klinkt dan weer als een tienervader die in zijn Kempische schuur xtc heeft geslikt en nu — op een uur dat sommigen al zondagochtend noemen, anderen nog zaterdagavond — alsnog zijn nageslacht met een zelfverzonnen wiegeliedje terug in slaap probeert te zingen. Where gabber meets lullaby.Je zou het niet verwachten, maar het werkt.
”Make And Spend Please” is weer zo’n hoogtepunt van de band die zich in een roze Alfa Romeo wurmt en zich vervolgens een weg richting spacey krautrock baant via een hobbelige Autobahn. “A machine that works / a machine that can cook / It’ been 8 years since I read a book”? Geen idee over welke machine De Busser juist zingt, maar we zouden er graag drie of acht van kopen.
Toch blijft het geen veertig minuten lang een zegetocht, daarvoor wordt er iets te veel doelloos gemeanderd op KD Time. Tracks als “Molly And The Sea” en “Baby Dick” hopen misschien een brug te bouwen richting de experimentele Heavenhotelsound die in Antwerpen nog steeds door de premetrogangen galmt, maar missen hun doel en lijken eerder op de Black Lips die verdwaald zijn op Aalst Carnaval… And that’s not a good thing.
Nutshell: King Dick brengt een tweede straffe barbecueplaat mét songs op minder dan een jaar tijd, faut le faire. Maar als de Dicks wat zuiniger met de opnameknop zouden omspringen, dan kan het allemaal nog wat memorabeler worden op hun derde worp. Ciao Biaotches!