De al behoorlijk donkere muziek van Kelly Lee Owens werd zaterdag nog extra overschaduwd door geluidsproblemen, zodat het publiek op zijn honger bleef zitten na een gekortwiekt concert. Maar honger is natuurlijk de beste saus, en de minzame Welshe wist de nieuwsgierigheid van de aanwezigen nog wat verder aan te wakkeren: quo vadis, Kelly?
Owens begon haar set opvallend genoeg met de afsluiter van haar titelloze debuut, het sfeervolle “8”. De etherische synthesizers en ijle zangmantra’s van dat nummer vormen dan ook een belangrijk aspect van haar geluid, iets dat ook in het ietwat melancholische “Keep Walking” doorklonk — waarvan de strofe overigens verdacht hard doet denken aan die van Massive Attack’s “Teardrop”. Door de volumeknop slechts geleidelijk aan open te draaien, probeerde de charismatische Welshe een meer rechtlijnig verhaal te vertellen dan dat van haar debuutalbum, waarop ze dynamische songs zomaar afwisselt met stompende clubtracks.
Owens straalde gisteren trouwens een rust uit die u niet vaak zal zien bij producers van dansbare beats, al ontbrak het haar zeker ook niet aan assertiviteit: zo deinsde ze er niet voor terug om het optreden na een halfuur stil te leggen omdat haar synths niet behoorlijk functioneerden. Hoewel dezelfde technische problemen spijtig genoeg niet veel later tot een voortijdig einde van de set zouden leiden, weerhielden ze haar er niet van het publiek op bezwerende versies van nummers als “Anxi.”, “1 of 3” en “Bird” te trakteren. En intussen bewoog ze zich sierlijk over het podium, als een koorddanseres die geduldig tussen droompop en techno balanceert.
Naarmate ze de beats van “Lucid” gestaag ontketende, werd echter ook langzaam maar zeker duidelijk dat dergelijke dansplaten misschien niet helemaal tot hun recht komen als je gezapig onderuitgezakt zit in de stoelen van de Grand Salon. Daar kwam nog eens bij dat haar geluidsman moeite had met de afstelling van de diepe bassen, die de hele zaal op zijn grondvesten deden daveren. Met een woeste cover van Jenny Hval’s “Kingsize” zorgde Owens dan maar zelf voor de doodssteek, al was het geen geheel onaangename: ze slaagde er zowaar in het publiek te doen rechtstaan en bewegen.
Zo ontaardde haar set toch nog in een klein feestje, al was er daarin dan spijtig genoeg geen plaats meer voor kleppers als “CBM”, “Arthur” en “Evolution”. Owens maakte meteen beloftes voor een volgende passage in ons land, maar hopelijk komt ze dan met een aangescherpt geluid en op een passende locatie.