BEST OF: 2015

Platen, allemaal goed en wel, en u krijgt die eindejaarslijstjes volgende week, maar mag het ook eens over de songs gaan meneer? Over de wereldnummers die 2015 baarde? Ballen wij u hier dus eens handig voor u samen: het beste van het jaar.

Tame Impala :: The Less I Know The Better

Kevin Parker klikte de gitaarkoffer dicht, schoof zijn rol van psychedelische rockheld opzij en koos in 2015 voor de gladde pop. Op Currents grijpen dromerige keyboards, zoete melodieën en een meezingfactor van jewelste de macht en wordt de stem van Parker verlost van de lagen echo waar ze voordien onder bedolven lag. “The Less I Know The Better” is een glinsterende discodeun die de stem van Parker in haar puurste vorm laat shinen en een oorwurm die je tegen wil en dank hebt meegefloten.
Hoogtepunt: 1’06”. Achter dat funky baslijntje schuilt een onvervalste Beach Boys song.

Kendrick Lamar :: King Kunta

Ook wie niet van hiphop houdt, zal (misschien binnen enkele jaren pas) toegeven dat To Pimp A Butterfly van Kendrick Lamar de belangrijkste plaat van 2015 is. Muzikaal is het zonder meer het sterkste, maar ook inhoudelijk kent het album zijn gelijke niet. Temidden van de hevige rassenrellen kwam de zwarte bevolking in Amerika het afgelopen jaar meermaals op straat om “Do you hear me, do you feel me? We gon’ be alright” te scanderen, uit “Alright”. Een paar weken voor King Kendrick To Pimp A Butterfly op de wereld losliet, mochten we al kennismaken met “King Kunta”, très Funkadelic, genoemd naar de rebellerende slaaf Kunta Kinte. Wij wisten meteen dat To Pimp A Butterfly een grote plaat zou worden.
Hoogtepunt: 2’45”. “By the time you hear the next pop, the funk shall be within you”. *POP*

Sufjan Stevens :: Fourth of July

Sufjan Stevens was op heel jonge leeftijd door zijn labiele moeder in de steek gelaten, en de songwriter probeert de door haar achtergelaten leegte al vijftien jaar op te vullen met zijn kleurrijke indiefolk. In het verleden waren ironische 50-platen-over-50-statenprojecten en fantasierijke fabeltjes over UFO’s en killerwespen zijn manier om aan de werkelijkheid te ontsnappen, maar na de dood van zijn moeder mocht geen escapisme meer baten. “What could I have said/To raise you from the dead?” vraagt hij zich hopeloos af, en de realiteit openbaart zich in al haar wreedheid wanneer hij zachtjes “we’re all gonna die” prevelt, begeleid door een dromerige piano. De waarheid was zelden zo pijnlijk mooi.
Hoogtepunt: 2’14”. “And I’m sorry I left/But it was for the best/Though it never felt right” klinkt het hartverscheurend in het refrein, alsof Stevens’ moeder haar kleine jongen vanuit het graf probeert te troosten voor gedane zaken die al lang geen keer meer nemen. Of hoe tijd toch niet alle wonden heelt.

Courtney Barnett :: Pedestrian At Best

Met de eerste single van haar debuut Sometimes I Sit and Think, and Sometimes I Just Sit schopte Courtney Barnett de indierock van de jaren ’90 weer wakker, maar niet zonder er een infuus van zelfspot, pijnlijk herkenbare banaliteiten en kurkdroge observatiehumor aan te hangen. Want zo rammelend haar gitaren, zo strak zijn haar sarcastische teksten. “Put me on a pedestal and I’ll only disappoint you” roept ze, maar wij doen alsof we die waarschuwing niet gehoord hebben.
Hoogtepunt: 2’38”. Aanvankelijk klinkt Courtney’s monoloog nog braaf, maar gaandeweg wordt ze luider, smeriger en venijniger.

Raketkanon :: Florent

Tuur vanuit de verte naar “Florent” en je krijgt de impressie van een grijs gevaarte dat schraapt en briest. Waag je binnen de omheining en je ziet dat de stampij afkomstig is van een manische neushoorn met een ronkende kettingzaag aan de poot en een tongue in z’n cheek. In het rijk van de Vlaamse leeuw was “Florent” dit jaar het gevaarlijkste beest.
Hoogtepunt: 2’49”. Na een kleine drie minuten spitsroeden lopen, versmalt het parcours naar een bridge die exact 4 seconden lang is. Daarna neemt de ketelherrie haar finale vorm aan: een barrage die alles en iedereen meedogenloos “kaltstellt”.

</p

The Slow Show :: Dresden

2015 baarde voor The Slow Show een eerste volwaardige album White Water. Ze worden in één adem genoemd met The National en Tindersticks, maar de opvallendste troef blijft de stem van frontman Robert Goodwin, wiens diepdroeve bariton herinneringen oproept aan zowel het gekraak van David Martin (I Like Trains) als het melancholische gebrom van Matt Berninger. Ook zonder die referenties blijven de nummers simpelweg goed en ongelooflijk mooi. Het traag brandende “Dresden” gaat ingetogen van start en bouwt door middel van een koor, piano, spaarzame percussie en een sectie blazers geduldig laagjes op om een groots en meeslepend effect te creëren. “This is, this is, this is a breakdown”, klinkt het nogal tragisch. Maar dan wel zo eentje waar je stiekem van geniet.

Hoogtepunt: 0’00” – 00’57”. Nog voor het eerste woord valt, grijpt “Dresden” je bij de lurven met sacrale gezangen en twee simpele pianotoetsen. Episch zonder bombast. Zo kan het ook.

The Soft Moon :: Black

Op de meest recente worp Deeper transformeerden de strakke eighties gitaarlijnen van eerder werk in een zwaarder en industriëler geluid. Eerlijk? Het album in een enkele zitting beluisteren is niet voor de labielen van geest. Het gelaagde “Black” levert precies wat de naam doet vermoeden: een gitzwarte, met gal overgoten trip van drie en een halve minuut. Donkere wolken pakken zich samen, de zuurstofloze atmosfeer voelt claustrofobisch, en in de verte hoor je een echo van Nine Inch Nails. Wie hoopt op een lichtpunt is er aan voor de moeite. Of toch? “I don’t care what you say / Living life my own way” weerklinkt als sterkhoudend mantra doorheen de song, waardoor de loodzware duisternis vol galm, distortion en een dreunende drumcomputer extra hypnotiseert. Wie Crystal Castles en Joy Division te dansbaar of lichtvoetig acht, werp een blik in deze afgrond en laat je met het volume op het maximum meezuigen in het zwarte gat.

Hoogtepunt: Meest voor de hand liggend zou zijn om in te zoomen op 2’29”, wanneer de zwaar mishandelde synths zich een weg richting climax (of afgrond) loeien. Persoonlijk opteren we liever voor de aanzwellende dreiging die uitgaat van de eerste 18 seconden of de laatste 15 seconden, waarin de drumcomputer nog snel even hoger schakelt.

Father John Misty :: I Love You, Honeybear

Dansende duivel, oversekste prediker, charmeur en charlatan: Father John Misty is het allemaal. Wie had dat ooit gedacht enkele jaren terug. Maar Joshua Tillman vond op deze plaat pas echt zijn eigen stem, en dat is meteen duidelijk in het titel- en openingsnummer van I Love You, Honeybear. Het gaat over de liefde tussen Emma en hem, in al zijn schoonheid én smerigheid, in tederheid en bruutheid, over “mascara, blood, ash and cum”. Brute eerlijkheid, en tegelijk huichelarij. Ondertussen klagen de buren over demonen en te veel lawaai. Gezongen met een gouden stem, en daaronder: een mengeling van eerlijke schmaltz, strijkers, kopers en een wobbelende piano. Een song die alle deuren opengooit en je binnentrekt in de wondere wereld van I Love You, Honeybear.
Hoogtepunt: 2’24”. “You’re bent over the altar” werpt de Vader uit, en daarna raast hij nog een tijdje voort, werpt zich op de knieën, schopt zichzelf vervolgens weer recht, en neemt zijn geliefde in de armen.

Mercury Rev :: The Queen Of Swans

Ze zijn eindelijk terug, de dromers uit Catskill. Dit nummer kondigde die terugkeer aan, en het was meteen een blij weerzien. Niemand kan immers zo goed intimiteit en bombastisch combineren als deze heren, en dat blijkt ook weer uit “The Queen Of Swans”. Wij krijgen nog steeds een beetje een punthoofd van de metaforen die Donahue allemaal in zijn teksten steekt, maar dat kan ons nog altijd geen lor schelen, hij pakt ons wel. De muziek was ook weer prachtig: van klein, breekbaar bijna, om vervolgens langzaam op te bouwen tot een kathedraal, en daarna eenvoudigweg weer terug te keren naar broze intimiteit. Ondertussen telt elk detail. Ontroerend tot op het bot.
Hoogtepunt: 0’01”. Lichte belletjes en wat gitaargetokkel leiden je zachtjes binnen. Melancholie verzwelgt je. “Sometimes years go by, it seems”, zingt Donahue zachtjes, en je wordt zelf wat week van zoveel weemoed.

Beach House :: Sparks

Beach House bracht dit jaar niet één, maar zowaar twéé platen uit. De reacties mogen dan wel gemengd geweest zijn, één ding is zeker: “Sparks”, de song die Depression Cherry deze zomer aankondigde, behoort tot het beste dat 2015 te bieden had. Een snedige, constant herhalend gitaarlijn zoals we ze bij de band nog niet gehoord hadden, Victoria Legrand die haar wazige stem weer laat uitwaaieren en dromerige synths die ervoor zorgen dat dit tegelijk toch als vintage Beach House klinkt. Alles klikt perfect in elkaar, en even is de wereld heel ver weg. De platen die de Amerikanen uitbrachten, keken dan misschien eerder achterom, maar deze song bewijst dat de band zeker niet op een doodlopend pad zit. Wij zijn in ieder geval benieuwd naar wat de toekomst brengt.
Hoogtepunt: 0′ 20″. De gitaar valt in en grijpt je meteen bij je nekvel, om je van een hele song niet meer los te laten. Meer moet dat soms niet zijn

Petite Noir :: Chess

De debuutplaat van Yannick Ilunga, alias Petite Noir, is een origineel huzarenstukje dat new wave, Afrobeat en Alt-J op slinkse wijze combineert, en nergens klinkt zijn exotische stijlenmix aanstekelijker dan op het geweldige “Chess”. Klassieke eightiespop en hippe R&B vinden elkaar moeiteloos terwijl Ilunga zijn La Vie Est Belle / Life Is Beautiful naar een prangend orgelpunt stuwt. Het stembereik van de Belgische Afrikaan is enorm: in het begin zingt hij ijl en hoog, maar naar het einde toe heeft hij zelfs de diepste registers van zijn zwoele bariton opgezocht. Ondertussen zorgen zowel subtiele pingelgitaren als springerige Hot Chip-synths voor een lekker dansbaar ritme dat de muzikale grenzen volledig doet vervagen.
Hoogtepunt: 1’50”. Met een strenge grafstem en een veelbetekenend “with or without you” maakt Ilunga duidelijk dat hij niemand anders nodig heeft om de wereld te veroveren. Voilà. Nu dat uitgeklaard is, mag er tijdens de tweede strofe weer volop gedanst worden.

Björk :: Stonemilker

Op Vulnicura vond Björk zichzelf eens te meer heruit, zonder haar identeit te verloochenen. Met Arca en The Haxan Cloak nam ze twee van de meest progressieve hedendaagse klankenbrouwers onder de arm, samen broedden ze een album uit dat even bevreemdend als vertrouwd klinkt. De nummers sleuren je mee naar een onpeilbare diepte en zijn zodanig persoonlijk dat Björk haar tournée moest stopzetten omdat ze het emotioneel niet meer aan kon. Het album moet je als één lange trip ervaren, dus te beginnen bij de opener “Stonemilker”.
Hoogtepunt: 0’47”. “Moments of clarity are so rare”. Die typische tongpunt-r van la Guðmundsdóttir sprak je nooit eerder zo direct aan.

ANOHNI :: 4 Degrees

Vier graden: dat is alles wat nodig is om de wereld naar de kloten te helpen en dat is exact wat we tegen het einde van de eeuw krijgen als er aan de opwarming van de aarde niets gedaan wordt. Antony Hegarty werpt zich als een kamikaze in de strijd, geproducet door twee even relevante als geniale electronica artiesten (Hudson Mohawke en Oneohtrix Point Never). De androgyne stem van Antony past perfect bij de bombastische beats: veel dwingender kan een protestnummer niet klinken.
Hoogtepunt: 0’12”. Twaalf seconden, zo lang duurt het vooraleer de blazers invallen en alle troeven op tafel liggen. Er is dan ook geen tijd te verliezen.

Chvrches :: Never Ending Circles

Het nummer dat Every Open Eye opent en ook de concerten van deze tour. Met reden, want “Never Ending Circles” beukt zich als een quarterback door het synthpopveld. Waar het nummer live nog een lange aanloop krijgt terwijl de band opkomt, worden we op plaat op snelheid gepakt: nog voor de wijsvinger van de play-knop loskomt, vallen vier beats als bakstenen uit de lucht. Franjeloos melodieus, puur en quasi perfect.
Hoogtepunt: 2’17”. Even gas terugnemen om dan na “I don’t regret it!” voor een laatste salvo het kanon in stelling te brengen.

Viet Cong :: Continental Shelf

2015 was nog maar net begonnen of er diende zich al een eerste kandidaat voor ons eindejaarslijstje aan: Viet Cong uit Calgary, Alberta. Deze Canadese band werd opgericht door Matt Flegel en Mike Wallace na het uiteenvallen van Women en de plotse dood van gitarist Christopher Reimer. Dat tragische verleden probeerden ze van zich af te schrijven met song die meteen snedig van start gaat met een treurige gitaarrif, die aan Joy Division doet denken. Daarnaast barst de boel open als een granaatinslag. Flegel bewijst dat hij meer dan een gewone zanger is. Zijn grauwe grafstem klinkt haast autoritair en onderdrukkend. Ook live — Viet Cong passeerde meerdere keren in België dit jaar — kwam de meest toegankelijke song van debuutplaat Viet Cong telkens aan als een mokerslag.
Hoogtepunt: 00’17”. Een gitzwarte riff, een van onze favoriete gitaarstormen van het jaar, valt in en u wordt meteen meegezogen in een draaikolk van verschroeiende drums, grauwe gezangen en deze intense gitaren.

Girl Band :: Paul

Bom van het jaar. Een blitzkrieg van een nummer. Gevaarlijk spannend, verschrikkelijk stuwend en angstaanjagend energiek: “Paul”, de eerste single van Holden Hands With Jamie, vat het geluid van Girl Band perfect samen. Een indrukwekkend vervormde baslijn, scheurende gitaren en een genadeloze drumbeat vormen ook in dit nummer het wapenarsenaal van de band. Girl Band wordt vaak vergeleken met Big Black, The Jesus Lizard en Butthole Surfers, maar heeft vooral een eigen geluid. “Paul” vat dat opnieuw mooi samen, want het verschroeiende geheel komt bij momenten over als keiharde, geschifte techno. Het ideale nummers voor iedereen die zich wil verlossen van zijn persoonlijke demonen. Zoals een manisch klinkende zanger Dara Kiely ook doet. Kijktip: ook de bijhorende clip is een van de beste van het jaar.
Hoogtepunt: 05’48”. Alles waarin de band uitblinkt, komt samen in een laatste, venijnige uitbarsting: de cirkelzaaggitaren, de haast machinale ritmesectie en de verschroeiende gitaren. Simpelweg briljant!

Grimes :: Realiti (demo)

Begin maart postte de Canadese misfit-gone-popster op YouTube een clip met daarop deze demo uit 2013. Zelf doet Grimes er meewarig over: “Ik ben het Ableton-bestandje kwijt, dus het is niet gemixt of gemasterd. En het was al heel gammel opgenomen. Eigenlijk wil ik dit niemand aandoen haha.” De demo is Grimes sans franjes: broos, melancholisch en ingetogen. Of ook: een slow met startkabels, EDM met MDMA, een serre met invallende schaduwen, het mooiste enfant terrible van het jaar.
Hoogtepunt: 1’25”. De eerste boog die Grimes met haar stem bouwt op het woord “reality”, vlak na een korte versnelling

Low :: No Comprende

Na het herfstige The Invisible Way sloeg de winter in alle hevigheid toe op de nieuwe Low. Ones And Sixes baadde in muzikale én emotionele vrieskou. In het toepasselijk getitelde “No Comprende” bezingen Alan Sparhawk en Mimi Parker hun relationele sores over een afgekloven baslijn en een knarsetandende gitaar. IJzingwekkend schoon!
Hoogtepunt: 2’52” – 3’50”. “It breaks you every time,” kreunt Sparhawk, terwijl Parker met bloedmooie backings de wonden probeert te zalven. Waarna gitaar en drums samen in een bodemloze put lijken te duiken. Een emotioneel dal waar het koppel een plaat lang probeert uit te klauteren.

Julia Holter :: Feel You

Beter had Julia Holter haar nieuwe, gevarieerde album Have You In My Wilderness niet kunnen beginnen: een voor haar doen bondige, niet al te wijd uitlopende song met heerlijk dromerige strijkers en een tuimelend ritme in de strofe dat vervolgens openbreekt in het refrein. Holter heeft er al enkele conceptplaten opzitten, maar Have You In My Wilderness was wel een van haar toegankelijkste en “Feel You” simpelweg een van haar mooiste, meest instant beluisterbare nummers. Prachtnummer van dulcimer en etherische Enya-getinte stemmen aan het begin tot aan de strijkerscrescendo op het einde: wijd als een landschapsschilderij, intiem als een zelfportret.
Hoogtepunt 3’47”. Holter heeft ons al lang ingepakt met een door contrabas ondersteund aanloopje naar het refrein dat vervolgens langzaamaan, met mondjesmaat openbreekt. Innemend, ook al omdat het verlangen zo onbestemd is, zoals ze hier een laatste keer en des te intenser zingt op wat bijna een refrein lijkt te zijn: “It’s impossible to see / Who I’m waiting for in my raincoat”. Hypnotiserend.

Kurt Vile :: Pretty Pimpin’

Was Wakin’ On A Pretty Day nog een plaat voor de fanbase, met het uitstekende, toegankelijkere b’lieve i’m goin down lijkt Kurt Vile dit jaar definitief de weg naar het grotere publiek te hebben gevonden. En daar zit dit ultieme slackers-anthem “Pretty Pimpin'” zeker voor iets tussen. We hebben dit nummer dit jaar twee keer live gehoord en twee keer barstte er een gigantisch applaus los bij de aanvang van het naar “Sweet Home Alabama” knipogende gitaarriedeltje. Zo zorgeloos als de andere “hit” van Vile, “Wakin’ on a pretty day” is “Pretty Pimpin'” niet. Het is meer een nummer voor een slacker die tracht op te groeien maar uiteindelijk tot de conclusie komt dat hij van zichzelf vervreemd is. En dat dat ook niet zo erg is. Zware kost, denkt u? Er zijn weinig nummers van dit jaar die zo aanstekelijk en zorgeloos klinken of waar u zo vrolijk van zal worden. Zeg niet dat we u niet gewaarschuwd hebben.
Hoogtepunt 0’01”. Gitaartje en basdrum vallen in en we zijn vertrokken. Speel dit nummer in de auto en u zal zien dat het wonderen doet. Betere roadtripmuziek is er dit jaar niet gemaakt.

EL VY :: Return To The Moon (Political Song for Didi Bloome to Sing, with Crescendo)

Matt Berninger gaat pop en samen met Brent Knopf zorgt hij voor een van de oorwormen van het jaar. Serieus, dit nummer heeft meer hooks dan een creabeurs voor huisvrouwen. Dat funky gitaarriffje, die huppelende baslijn, even gas terugnemen halverwege en dan nog even een batterij blazers van The National lenen: de plaat is goed, maar dit is een wereldnummer.
Hoogtepunt: 0’17”. “Scratched a ticket with the leg of a cricket / And I got triple Jesus”: de tekst is heerlijk absurd en even geniaal als de melodie.

Jamie xx :: Loud Places

Jamie Smith, het creatieve brein van The xx, maakte dit jaar met In Colour een — jaja, verrassing — erg knap solodebuut. “Loud Places” ligt misschien het dichtst bij het werk van The xx doordat Romy de zang voor haar rekening neemt. Wat het nummer echter zo goed maakt is het zomers en zwoele Ibiza-achtige sfeertje, met die dodelijk efficiënte flessengeluiden en aanzwellende backings. Intieme/ultieme uitbundigheid. Hoogtepunt: 2’42”. De muziek zwelt aan onder leiding van een sexy gitaartje en de zomerbar gaat open.

Team William ::1995

Als 2015 het jaar van de pop was, dan was “1995” de kers op de taart. Met één vrolijke synthriedel, een potige bas, en een dot van een melodie wiste Team William zes jaar depressie en afwezigheid in één klap uit. Eén heldere missie voor ogen – popmuziek en godverdomme niets anders — was dit Team William 2.0: leaner, meaner, en zoveel beter.
Hoogtepunt: 00’50”. Dat refrein dat eeuwig zou mogen blijven duren, what else?

 

recent

Perdidos en la Noche

Sinds Mexico in de tweede helft van de jaren...

Deadpool & Wolverine

Toen de eerste twee Deadpool-films kort na elkaar de...

Jack White :: No Name (Déja-vu)

Jack White maakt amper woorden vuil aan zijn nieuwe,...

Rock Herk 2024 :: Lieve jongens zonder schaamte

Een jarig festival vraagt om een feestje, Rock Herk...

Fremont

“Mensen met herinneringen schrijven de mooiste dingen.” Dat krijgt...

verwant

Cloudy-Oh :: Dreaming

"Ik heb maar één keer paddenstoelen genomen in mijn...

Floris Francis Arthur :: There Never Is And Never Was A Masterplan

Een veelschrijver die zich jaren heeft ingehouden, moet érgens...

Floris Francis Arthur :: Hold Me Now

Jaren geleden speelde hij al als FFA, nu gaat...

Cloudy-Oh :: Exactly Where I Wanna Be

Toch. Toch nog. Toch weer. Exactly Where I Wanna...

Cloudy-Oh :: First To Say

De blauwe pruik is weg, het tweede leven blijft....

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in