Na de historische strip en een hedendaagse detective, wendt Jean-Charles Kraehn zich naar de sciencefiction. Hij blijft een begenadigd verteller, maar blijft in Futura iets te nadrukkelijk bij zijn inspiratiebron hangen.
Wie op de planeet Futura leeft, groeit op met de aanwezigheid van de kloof. Wat daarachter ligt, weet niemand. Het is het Terra Incognita waar niemand durft te komen. Toch begint dit verhaal met Bart, Cherine en Théo die aan boord gaan van een ruimteschip om zich net achter die kloof te wagen. Bart slaagt er als militair in om zijn collega’s te verschalken. Al snel komt hun tocht tot bij de oren van de hogere orde. De nervositeit over de expeditie en wat ze zullen vinden, groeit. Achter de kloof blijkt immers veel meer te liggen dan wat ze allemaal ooit hadden kunnen vermoeden. De drie protagonisten blijken heel wat langer te zullen blijven in het Terra Incognita en gaan daar elk op een eigen manier mee om.
Jean-Charles Kraehn is zonder twijfel een van de bekendste Franse stripmakers van klassieke avonturenverhalen. Met zijn debuut De Onthoofde Arenden aan het einde van de jaren 80 verwierf hij een aanzienlijke populariteit. Voor die reeks schreef hij ook enkele verhalen, waardoor hij zijn ervaring als scenarist kon aanscherpen. In de jaren negentig maakte hij de klassieker Sprinkhaan, nadien startte hij opnieuw een reeks die zou uitgroeien tot een publieksfavoriet met de titel Gil Saint-André. Tussendoor tekende en schreef hij nog verschillende andere korte reeksen. Met Futura stapte Kraehn nu over naar uitgeverij Paquet. Tegelijk probeert hij nog maar eens een ander genre uit: de sciencefiction.
Een echt origineel verhaal kan Futura zeker niet genoemd worden. Kraehn brouwt uit de clichés van het genre wel een amusant geheel. Nochtans is de knipoog naar het werk van Braziliaan Léo net wat te opvallend om toevallig te zijn. Het is jammer dat een ervaren rot als Kraehn zich moet inlaten met een wat opzichtige doorslag van een ander succesverhaal. De verhalen van Léo zijn de laatste jaren bovendien zo succesvol en alom aanwezig in het stripaanbod dat een overdaad aan ‘verhalen over expedities’ dreigt.
Toch moeten we dit negatieve aspect ook niet meer aandacht geven dan het verdient. Jean-Charles Kraehn weet nog altijd als geen ander hoe hij een spannende strip moet opbouwen. Futura is geen uitzondering op die regel. De tegenstelling tussen de drie expeditieleden en de leidende klasse van Futura groeit en zal in het volgende deel zeker tot een confrontatie leiden. Toch blijven wij voorlopig grotere liefhebbers van eerdere reeksen als Sprinkhaan of Gil Saint-André. De verwachtingen bij het lezen van het eerste deel van Futura waren net iets te groot om achteraf tevreden te kunnen zijn.