Een hele dag interessante antwoorden geven op dezelfde vragen, het is niet iedereen gegeven. Toen ik als laatste die dag mocht aanschuiven bij Kitty, Daisy en Lewis Durham, waren ze al behoorlijk murw en lagen ze vermoeid in de zeteltjes. Bleek dat sinds die morgen al een hele meute journalisten de revue waren gepasseerd. Toch deden ze erg hun best om ons gesprek boeiend te houden. Af en toe kon er zelfs een lachje vanaf, zoals toen we het over de videoclip bij ”Baby Bye Bye” hadden.
Lewis Durham: Jaaa, dat was mijn idee.
Kitty Durham: “Het label wou dat we met regisseur Tom Coles werkten. Zijn eerste ideeën waren nogal cliché en te eenduidig. Wij wilden iets anders, maar het was pas toen Lewis zei “er moet iemand vermoord worden”, dat de bal aan het rollen ging. Op zich heeft de videoclip weinig met het lied te maken, maar dat hoeft niet, het kan zo ook interessant blijven.”
enola: Hebben jullie nog plannen in die richting?
Daisy: “We gaan terug met Coles werken, maar we kunnen er nog niet veel over zeggen, het is nog allemaal top secret.”
enola: Jullie muziek klinkt niet echt hip. Waarom houden 3 jonge Londenaars van rockabilly en blues?
Kitty: “We kennen niks anders. Onze vader zingt heel graag, en als kind zongen we gewoon met hem mee. Hij houdt zielsveel van traditionals, en dus groeiden wij op met die muziek. We konden “Going up the Country” al zingen en spelen voor we er een opname van gehoord hadden.”
enola: Het vorige album Smoking in Heaven kwam uit in 2011. Wat hebben jullie ondertussen gedaan?
Kitty: “Eerst zijn we op tour geweest met dat album. Daarna hebben we onze eigen studio gebouwd, in Camden, waar we vandaan komen. Dat duurde langer dan gehoopt, we hadden dus zeeën van tijd om nieuwe songs te schrijven en te repeteren. Eens de studio klaar was, hebben we The Third opgenomen.”
enola: Waarom wilden jullie een eigen studio?
Kitty: “We wilden met een grotere productie uitpakken: we hebben violen gebruikt, en ook veel blazers. Experimenteren was echt leuk.”
Lewis Durham: “Onze vorige platen werden bij onze ouders opgenomen, in een klein kamertje, dus we wilden iets wat meer van ons was. En belangrijk, we wilden opnieuw analoog opnemen.
enola: Waarom?
Kitty: “We hebben altijd liever met analoog opnamemateriaal gewerkt. Onze pa is een mastering engineer, hij heeft al heel zijn leven een passie voor alles wat analoog is. En toen verdiepte Lewis er zich ook nog eens in. We houden enorm van het geluid, het is warmer, grootser, heeft meer energie. De muziek die nu in de hitlijsten staat, is meestal digitaal en zielloos. Maar onze muziek, onze stijl, die kan je alleen met echte instrumenten maken, drummachines zijn niet nodig.”
enola: Hoe staan jullie anders tegenover de digitale (muziek)wereld?
Kitty: “Dat je heel wat muziek online kan vinden, is best spannend. We hebben zelf ook onze eigen Spotify-playlist, waar muziek opstaat die wij zelf leuk vinden. Streamingdiensten zijn echt tof om nieuwe én oude muziek te ontdekken.”
Lewis: “We verwerpen de digitale wereld helemaal niet. Ook al nemen we analoog op, we staan open voor wat er nu allemaal leeft in de digitale wereld.”
enola: Hoe schrijven jullie songs?
Daisy: “We schrijven allemaal apart, daarna werken we de songs verder uit, met de arrangementen, tot we er tevreden over zijn.”
enola: Vroeger durfden jullie al eens wachten tot jullie moesten opnemen om songs te schrijven. Dat is dus veranderd?
Lewis: “We hebben het nu anders aangepakt, er was op voorhand al heel wat materiaal klaar. Omdat de studio nog niet af was, hadden we veel tijd om te repeteren, samen met Mick Jones, de producer. De songs waren wel al geschreven voor hij bij ons kwam werken, maar zijn aandeel in hoe ze nu klinken is toch behoorlijk groot.”
enola: Hoe hebben jullie hem ontmoet?
Lewis: “We kenden hem al even, via gemeenschappelijke vrienden. Enige tijd geleden vroeg hij of we in zijn club wilden spelen tijdens Notting Hill Carnival. Daarna heb ik hem gevraagd of hij een paar songs wou beluisteren en of hij onze producer wou zijn, hij zei onmiddellijk ‘ja’. Zo simpel kan het zijn.”
enola: Wel leuk, hij is toch een levende legende.
Kitty: “Voor mij is hij dat zeker, The Clash was en is nog steeds een invloedrijke groep.”
Lewis: “Hij is helemaal niet blasé of zo, hij pocht niet over wat hij bereikt heeft in zijn leven.”
Kitty: “Hij praat constant over muziek, en niet alleen over zijn muziek, hij is een passionele muziekliefhebber.”
enola: “Developers Disease” is een krachtig lied met een boodschap, enigszins anders dan de rest van het album.
Lewis: “Het is schandalig hoe oude gebouwen verwaarloosd worden en dan plaats moeten maken voor zielloze flatgebouwen en kantoren. We zien die evolutie elke dag, ook in Camden Town. Ik word er alleszins niet vrolijker van, want het echte karakter van onze stad verdwijnt zienderogen. En spijtig genoeg gebeurt het overal, niet alleen in Londen. Het is de Developers Disease.”
enola: Is het een echte protestsong?
Lewis: “Het is zeker en vast een song met een heel sterke mening. Maar of ik er zelf veel aan kan veranderen, dat weet ik niet. Ondanks mijn protest.”
Kitty, Daisy en Lewis spelen op zaterdag 21 februari in de AB.