Geef toe: meestal zijn ze uw geld niet waard, die verzamelaars van uw favoriete groep die u in de winkel vindt. De platenfirma denkt dat enkel singles in aanmerking komen en een artiest zelf is ook al zelden goedgeplaatst om eigen werk te beoordelen. Tijd dus dat het eens aan professionals wordt overgelaten, en wie beter dan een team kenners van enola om maandelijks de vijftien beste tracks van een artiest te selecteren. Deze maand: het beste van Tindersticks.
1. Dying Slowly
Een van de hardste songs (“This dying slowly / It seemed better than shooting myself”) en publieksfavorieten van Tindersticks, maar deprimerend wordt het nooit, dankzij een troostende melodie. Herinneringen zijn niet wat ze moeten zijn en nagejaagde dromen blijken tijdverlies. Tekstuele uitzichtloosheid met een muzikale omlijsting als lichtpunt in die donkere tunnel. Maar ergens is het toch kapotgaan elke keer als je het hoort.
Hoogtepunt: 2’18”: “If I could find the words to explain this feeling I would shout them out”. Strijkers leggen hem (en u?) een bemoedigende arm om de schouder. Het is het onderscheid tussen deprimerend en ontroerend.
2. Let’s Pretend
Als u één ultiem, alleszeggend, onontkoombaar nummer over een onmogelijke liefde wilt horen, laat het dan dit zijn. Een weelderig strijkersarrangement dat het afstoten en aantrekken als geen ander op sublieme wijze op muziek zet, gecombineerd met een tekst, zo ontdaan van poëtische opsmuk dat hij knalhard aankomt: “Let’s not make it into a big thing / Let’s not get lost in this / I know it is, I know we could / I guess we surely would / Let’s pretend it’s not / It doesn’t mean a thing”. De ontlading en berusting van die laatste vrijpartij, de troost van die laatste dans, voor de realiteit op de schouders tikt.
Hoogtepunt: 2’15”: “Not everytime your lips meet mine, I think of her / But when her hands reach out, I think of you”, waarna grandioze strijkers haar bij hem wegtrekken.
3. Talk To Me
Nog meer hartzeer en pijn op deze tweede plaat, met de ultieme smeekbede aan de vrouw die op het punt staat hem te verlaten. Staples’ bariton mag dan wel in staat zijn ijsbergen te laten smelten, op dit nummer is de wanhoop en bijhorende dreiging zozeer in zijn stem en muziek gekropen, dat het niet anders dan fout kan aflopen . De bas en drum tekenen opnieuw de krijtlijnen uit, maar het is het orgel dat de marsrichting bepaalt terwijl de strijkers zich gaandeweg steeds dreigender opstellen en een krankzinnige blazer achter de hand houden. Een Brits kitchen sink drama in the making.
Hoogtepunt: 3′ 48″: De strijkers hebben in samenspraak met de andere muzikanten al enkele keren zwaar uitgehaald maar het is nu pas dat de trompet, die tot op heden “tweede viool” speelde, echt mag uithalen , en ongegeneerd huilt en klaagt met als duidelijk eindpunt een niet bij naam genoemde tragedie.
4. Travelling Light
Een van die typische zwierige Tindersticksduetten, waarbij een “duet” echt meerwaarde biedt. Het is misschien wel het hoogtepunt van Tindersticks’ tweede, waarin Staples en Carla Torgerson (The Walkabouts) als een Lee Hazlewood en Nancy Sinatra elkaar slaan terwijl de muziek zalft. Staples kijkt schouderophalend terug op alle pijn en schade die hij al heeft aangericht en gaat lichtvoetig verder door het leven. Torgerson pelt doorheen de song die gevoelloze façade zachtjes af.
Hoogtepunt: 0’34”: Na enkele zanglijnen van Staples die doen vermoeden dat er iets te gebeuren staat in het nummer, maakt Torgerson die belofte al meteen waar. Strijkers leven op bij haar aanwezigheid en ontdoen het hele nummer lang de roos van haar doorns.
5. Whiskey And Water
“Books lie open on the page where I met her and that other life is just a memory to me now”. Als Stuart Staples verliefd is, méént hij het ook en zweert hij alle zonden af: “Turn my whiskey into water / My cigarettes, I don’t know what they taste like / Other women seem so ugly to me now”. “Whiskey And Water” is het nachtelijk tellen van de zegeningen, met een besef van eindigheid niet veraf. “It goes so fast”. Een straaltje bescheiden zonlicht op een anders best donker debuut.
Hoogtepunt: 4’2”. De band heeft zich even laten gaan, en Staples waagt zich aan een voorzichtig rondedansje alvorens “So fast” toch weer nuchterheid opdringt. Toch maar een whiskey, dan?
6. The Other Side Of The World
Net wanneer iedereen zich had verzoend met het einde van de band, bracht Tindersticks in 2008 The Hungry Saw uit. Althans de helft van de band, want ze telde nog drie leden. Het bleek een (uitstekende) overgangsplaat te zijn, die net als de opvolgers al jammend tot stand was gekomen, maar toch nog enkele met strijkers opgeluisterde smart bevatte. Zoals dit prachtige “The Other Side Of The World”, met als vanouds meetreurende en meewiegende strijkers, op een van de mooiste teksten die Staples ooit schreef: “Y’know she held me/Not too tight for she would break me / Not too loose for I would slip away / To the other side of the world”.
Hoogtepunt: 2’40”: Maar zoals zo vaak rest er achteraf slechts een hoofdschuddend ‘Wat als?’ bij wat was en had kunnen zijn. En die luidt: “If I could talk to you darlin’ / I’d tell you all the things I could never say / Of how you hid those tears away from me / Like I couldn’t hear / For I love you through this wilderness / I’ll love through the shit / I loved you through the best times that there ever was.” Een liefdesverklaring zoals ze door Staples maar zelden in de microfoon is gespuugd . Brandende ogen, elke keer weer.
7. City Sickness
“I got this hands beating with love, but you’re not here to touch”. Niet moeilijk, want Staples is gevlucht naar de stad en beseft dat het zo niet werkt: toen hij in Brussel studeerde, woonde hij al terug in Leuven: “The centre of things from where everything stems is not where I belong”. Maar ach, is hij niet gewoon een twijfelaar die niet weet wat hij wil? “Sent you away, what else can I do / When I need something that much?” Bloedmooie song die de groep definitief op de kaart zette als patroonheiligen van de eeuwig gebroken harten.
Hoogtepunt: 2’50”. Na al het getwijfel komt het besef: “It’s just that before may last forever /
It’s just that before may just fuck my mind”. De ‘geslagen hond’-stem van Staples duwt de boodschap er nog eens goed in.
8. A Night In
Voor de tweede plaat hadden de leden van Tindersticks nog steeds geen albumtitel bedacht, maar verder viel er weinig af te dingen aan het album dat net als zijn voorganger vlotjes zeventig minuten (en meer) luisterplezier oplevert. De opener, “A Night In”, maakt meteen duidelijk dat alles op deze plaat luxueus en breed geëtaleerd mag worden, zonder daarbij een greintje weemoed in te leveren. De kamerpop van het eerste album krijgt een kamerbrede invulling met een glansrol voor de strijkers terwijl in het bijzonder de bas en drum een subtiele basis neerleggen.
Hoogtepunt: 1’34”: “I know you’re hurting and I can’t be there for you” croont Stuart Staples in zijn meest nasale stem terwijl de strijkers zich aanzetten voor een eerste subtiele uitbarsting. In twee woorden: somptueuze weemoed.
9. No More Affairs
Tindersticks op z’n sensueelst. Wederzijdse schuld als elkaars vergeving in een versmachtende song over overspel. “And though we were only having fun / It seems such a crime now.” Nog intenser bij het bekijken van de fantastische videoclip, waarin alle 50 tinten sensualiteit aan bod komen zoals dat vandaag nooit meer lijkt te worden bereikt.
2’25”: de spanning in de song ontlaadt in (wederom) een prachtig strijkersarrangement dat de schuldbekentenis onmiddellijk vergeving lijkt te schenken. Prachtig.
10. Show Me Everything
Na een stilte van vijf jaar bracht een herenigd en hernieuwd Tindersticks nog eens een plaat uit. De drie overgebleven leden hadden in het verleden al veel met andere muzikanten samengewerkt en deden dit opnieuw, , wat op deze negende plaat (en derde studioplaat sinds de reünie) opnieuw een groep in bloedvorm laat horen. Droefheid, duisternis maar ook soul en zelfs rock en avant-pop krijgen allemaal een plekje op deze plaat. “Show Me Everything” mag misschien wel de ultieme mix heten met zijn soulvolle achtergrondstemmen, huilende gitaren en een Staples wiens grafbariton een opvallende lichtheid meekrijgt die de gravitas ervan nog meer in de verf zet.
Hoogtepunt: 1’22”. Na wat een eeuwigheid lijkt, en waarbij laagje op laagje wordt gelegd en de contouren van de song duidelijk lijken,, inclusief soulvolle vrouwenstemmen, wordt teruggevallen op de basis, opdat Staples geroemde zang zo goed als naakt op de voorgrond kan treden.
11. Sometimes It Hurts
Tindersticks en duetten, het is een categorie apart. Het beste daarvan is ongetwijfeld “Sometimes It Hurts”, dat de band opnam met de betreurde Lhasa de Sela. Staples stem kleurt dan ook het mooist als hij wat tegengas krijgt en dat gebeurt uitermate mooi in “Sometimes It Hurts”, een laatste gesprek tussen twee af-en-aangeliefden dat niet goed afloopt. “I’m wasting my time coming round here / What once burned so brightly is all but smoke in the air”, besluit de Sela en Staples kan alleen maar beamen. Een hoop strijkers zorgen dat het een beetje pijn doet.
Hoogtepunt: 02’50”. Misschien brengt drank raad. Zij: “I may pour a little just to see the light shining through” Hij: “A little sip, but no more”. En dan de waarheid op tafel: “So play it for me”.
12. She’s Gone
Nog eentje van het “doorbraakalbum” dat zich in (technicolore) grijstinten hult en vooral droefheid uitwasemt. De schijnbaar vrolijk aangeslagen akoestische gitaar en occasionele pianoaanslag kunnen niet verhullen dat de zaken niet verlopen zoals ze behoren te doen. Als de song zich bij een eerste luisterbeurt nog voordoet als een vader die terugdenkt aan de eerste stapjes van zijn dochter, dan sijpelt toch langzaam maar zeker het bewustzijn door dat dit geen vrolijk terugblikken is, maar een grimmig besef dat moeder en dochter voorgoed uit het leven van de verteller verdwenen zijn.
Hoogtepunt: 0’06”. De eerste pianoaanslag die het valse gevoel van vrolijkheid en onbezonnenheid extra onderstreept, in het volle besef dat de honing alleen maar dient om de bittere gal vlotter door te slikken.
13. Can We Start Again?
Na drie albums vol kamermuziek noir gooide Tindersticks de ramen open, en op Simple Pleasure vonden sporen van soul en jazz hun weg naar het palet van de groep. Al bij opener “Can We Start Again?” is dit duidelijk merkbaar. Zelden heeft Staples warmer geklonken; de handclaps zijn bijna upbeat, maar de song is natuurlijk gewoon weer eens een pleidooi voor vergiffenis na schuinsmarcheerderij, al kan de protagonist toch niet helemaal vergeten hoeveel vis er nog in de zee zit: “in my dreams
they smother all over me”. Maar hij heeft echt wel spijt. En hij wil haar terug.
Hoogtepunt: 1’50”. De achtergrondzangeres komt zich nadrukkelijk moeien: “You couldn’t change / You wouldn’t understand”. Het is nog maar de vraag of hij die vergeving krijgt.
14. Another Night In
Curtains was het eerste album dat een titel meekreeg en ook een band liet horen die sinds hun vorige albums zelfzekerder was geworden. De grijstinten van de eerste platen worden ingeruild voor een ruimer kleurenpalet dat zelfs hier en daar al soulinvloeden verraadt. De opener “Another Night In” knipoogt vooral in zijn titel naar zijn voorganger, want dit melodrama is rijk aan boetedoening en spijt of, zoals Staples het zelf treffend hartverscheurend verwoordt: “If these arms were meant to hold her, they were never meant to hold her so tight”. Het samenspel tussen strijkers, piano, drum en bas blijft behouden maar laat eveneens een band horen die beter weet hoe de verschillende instrumenten met elkaar in dialoog te laten gaan. Wat overblijft, is een nummer dat bij elke beluistering de traanklieren wijd openzet.
Hoogtepunt: 0’15”. De breed aangezette strijkers worden het zwijgen opgelegd door een doordacht aangezette piano die de verdere toon van het nummer bepaalt en zelfs de strijkers in het gareel houdt door hen af en toe gecontroleerd te laten uitbarsten.
15. If You’re Looking For A Way Out
Ze doen het niet elke dag, maar à ls Tindersticks eens een cover maakt, is het er boenk op. Origineel is “If You’re Looking For A Way Out” een fletse discoballad die Odyssey ooit tot eendagsvlieg bombardeerde, maar Tindersticks gaat naar het hart en haalt de ziel van het nummer van onder alle kitsch naar boven. Daar was het de band op Simple Pleasure toch om te doen: het pallet verbreden met koffiekleurige soul, en nergens is dat beter gelukt dan in dit nummer.
Hoogtepunt: 3’30”. Staples begint aan een eindeloze smeekbede “stop pretending”. Harten breken.
Beluister deze Best Of ook op Spotify