Wat een waanzinnig muziekjaar! Een met vijf potentiƫle nummer 1 albums die de voorbije weken voortdurend van positie wisselden en nog eens 20 albums die allemaal ook in de top tien hadden gekund. U ziet hier versie 10, de dato 18/12/13, maar tegen dat u dit leest, ligt het allicht weer helemaal overhoop.
- Forest Swords :: Engravings Engravings laat de zeer harde concurrentie achter zich, dankzij het ongrijpbare mysterie waar het album van doordrongen is. Van de eerste minuut zitten we in een donker en mistig woud waar onnoembare dingen gebeuren. Tijdens āLjossā zien we een stoet gecapete figuren naar een bizar ritueel trekken. āThorās Stoneā roept dan weer beelden op van een door drugs en drank gevoede orgie aan de waterkant. Zodra de industriĆ«le beat van āOnwardā plaats maakt voor wazige synthklanken en oerdrums, zien we doorheen die onvermijdelijke kater dan weer de zon opkomen. Maar begin misschien bij āThe Weight of Goldā dat de verknipte soul van Burial combineert met de warme folktronica van oude Four Tet en de marsorders van Godspeed You! Black Emperor. En dan heeft u nog een plaatkant te gaan. Zelden zo door een eerste beluistering verrast als door dit tweede album van āForest Swordsā. Dat het album vele beluisteringen verder blijft fascineren, verdient een eerste plaats in dit behoorlijk geweldige muziekjaar.
- Vampire Weekend :: Modern Vampires of the City Hoe volwassen en menselijk, virtuoos en doordacht, maar toch warm Vampire Weekend op dit album klinkt: we hadden het geenszins verwacht. Niet na de wat kille, slimmige, overgecomputeriseerde wegwerppop waar Contra zo opzichtig mee flirtte. Viel de eerste beluistering nog tegen, maanden later is dit meesterlijke album onmisbaar en een trouwe wagengezel geworden. Moeilijk voor te stellen dat we ooit zonder de subtiel vervormde en minutieus geproducete prachtmelodieĆ«n van āObvious Bicycleā, āStepā, āYa Heyā of āHudsonā konden.
- Nick Cave and the Bad Seeds :: Push the Sky Away Na een carriĆØre van bijna 40 jaar op je 56ste je meesterwerk uitbrengen: no biggie. Dat Cave na de vunzige, rauwe rock van Grinderman voor een subtielerle, ingetogen maar zeer dreigend geluid koos, is een stuk verrassender. Push the Sky Away lijkt Nick Cave in nog easier listening modus dan The Boatmanās Call te brengen, maar de donkerte en paranoia is in veel lichtere, subtielere penseeltrekken aangebracht, maar kruipt nietsontziend onder je vel. Alsof er een spook waart door dit prachtalbum. En aan het eind biedt het titelnummer als onnavolgbare kruising van hoopvolle hymne en treurmars tegelijk een hart onder de riem en een pijnlijke reality check, waarin Cave uitgeput met zijn laatste adem nog wat goede raad meegeeft.
- Daft Punk :: Random Access Memories Disco! Cheese! Danske placeren! Meesterlijke marketingcampagne! Topplaat! Jazeker de schavuiten van Daft Punk hadden ons stevig bij ons pietje: na de rauwe elektronica van Human After All, moest Random Access Memories een warme, menselijke trip doorheen de geschiedenis van de al te veel door computers en synths gedomineerde dance worden. Welja. Er wordt immens veel live gespeeld (en onnavolgbaar gedrumd) op dit album, maar het is net doordat dit alles doorheen de verknipte vocoder-, filterbank- en computermolen van Daft Punk is gehaald, dat het album (ja, nummer vier al) een meesterwerk wordt. De alle kanten uit swingende space opera “Touch”, het steam en subsonische bas-feest van āDoinā It Rightā, de gĆŖneloos simpele discopop van āGet Luckyā, de drumcomputer die een echte drum wordt in āGiorgio, by Moroderā: alleen Daft Punk krijgt het op Ć©Ć©n album dat als een foutloos geheel klinkt. Het broodnodige feestelijke lichtpunt tussen alle muzikale duisternis die 2013 bracht.
- Arctic Monkeys:: AM En hop, ze zijn er helemaal, die Arctic Monkeys. De zwoele afslag richting stonerrock die ze op Humbug namen, leidt twee albums verder tot een nagenoeg perfect huwelijk tussen rock, swing, hiphop, r&b en soul. Inclusief de nog steeds even spitse teksten van Alex Turner en de steevast over zichzelf uitstijgende ritmesectie. Jawel, alweer een carriĆØrehoogtepunt. Een dat bakken cool en zelfvertrouwen combineert met een stevig in de cheeck geplante tongue, een snuifje zelfspot en enkele slim geplaatste ranzige nasty twists. Twijfelt iemand er nog aan dat dit blijvers zijn?
- Jon Hopkins :: Immunity Klassiekste elektronicatrip van het jaar; Jon Hopkins timmert al een hele tijd aan de weg en zorgde – meer dan Brian Eno – voor het dwarse laagje elektronica in Coldplays Viva La Vida. Dat hij met vierde soloplaat Immunity door menig hipster doodgeknuffeld wordt, is dan ook best grappig. Geluidsfetisjist Hopkins heeft echter ook een fantastische elektronische trip gemaakt die even goed werkt in de woonkamer, in de auto als op de dansvloer.
- Girls in Hawaii :: Everest Nooit echt zo uitzonderlijk veel beter of interessanter dan Grandaddy of andere My Morning Jackets geweest, de sympathieke landgenoten van Girls in Hawaii, maar met Everest maakten ze een album dat van voor tot achter bij het nekvel grijpt en meermaals naar adem doet snakken. Een album dat zonder veel moeite naast het beste van Bon Iver of Bright Eyes kan staan.
- The Flaming Lips:: The Terror Gedaan met de multicolour uitbarstende confettipop. The Flaming Lips zaten niet echt in een happy place toen ze The Terror schreven, maar het levert wel hun meest consistente album op. Tussen āLook… The Sun Is Risingā en āAlways There… In Our Heartsā, krijgen we nauwelijks ademruimte op een krautrocktrip waarin Wayne Coyne en de zijnen zelfs tussen de dreigendste dreunen, stralen zonlicht weten te plakken.
- Tim Hecker :: Virgins Tim Hecker verzamelde een supergroep van noise en elektronica rond zich voor zijn zevende album en het resultaat is verbluffend. De epische, gruizige drones van Ben Frost en het gevoel voor melodie van Valgeir Sigurdsson, passen goed bij Heckers minimalistische elektronica. Het resultaat neigt naar hedendaagse klassieke muziek. Om op hoog volume (of onder de hoofdtelefoon), met de ogen dicht in te verdwalen.
- Deafhaven :: Sunbather Uitputtende mix van shoegaze, death metal en folky gitaarintermezzoās die ons in beperkte dosissen van de sokken blies. Wie even de inspanning doet om voorbij de hel van donderende drums en onverstaanbare zang te luisteren, hoort meeslepende, dynamische songs die niet gewoon buiten de lijntjes kleuren maar ze met veel geweld wegvagen.