Kim Deal is heengegaan; Death to the Pixies! Wie die onheilsboodschap naast Frank Blacks niet echt tot euforie stemmende solowerk van de laatste jaren legt, zag weinig redenen om hoopvol gestemd te zijn over de artistieke meerwaarde van EP-1. Het is de eerste uit een reeks EP’s die de legendarische band op ons zal loslaten, niet in het minst en absoluut zonder scrupules om de spaarrekening Maurice Lippensgewijs te spekken.
Pixies zijn ons dierbaar sinds ze met Surfer Rosa en Come On Pilgrim twee definiërende platen afgeleverd hebben, en ook zwanenzang Trompe Le Monde is nog steeds beter dan 90% van elk eindejaarslijstje. We hebben dan ook alles geprobeerd om EP-1 te ontdekken, er tot door te dringen, het spielereitje simpelweg goed te vinden. Door de hoofdtelefoon gejaagd, door de versterker tot ook de overburen het niet meer hielden, en door de cd-speler in de auto op zo’n avond waarop je door de gutsende regen de wegmarkeringen niet meer van de berm kunt onderscheiden, chaos waarin Pixies altijd goed gedijd hebben. Het is ons niet gelukt.
Nochtans staan er twee degelijke nummers op EP-1. “What Goes Boom” is exact wat de titel voorspelt, met die typische Pixiesherrie waar we ons zo graag in verliezen, Black die afwisselt tussen grauw bevlogen en geil sensueel bovenop een riff die het daglicht gerust mag zien, maar valt aan de kassa net binnen de lijntjes waar we Pixies altijd zo graag buiten zagen kleuren. 70% The Hives, 30% Pixies, dat is nipt. Ook “Indie Cindy”, de intentieverklaring van Pixies 2.0 kan ermee door. Het is het meest vervaarlijke nummer op het EP’tje, maar blijft hangen in speels blaffen zonder het agressieve doorbijten dat pakweg “Something Against You” en “Tame” zo bij het nekvel grijpend goed maken.
De overige twee nummers — EP-1 telt er nauwelijks 4 en duurt net een kwartier — zijn schaamlapjes, zout in de wonde die Black de voorbije jaren al herhaaldelijk opnieuw openreet. “Andro Queen” had met zijn opvallende echo en braaf tromgeroffel een b-kantje van Phosphorescent of een experiment van de Sint-Ceciliafanfare uit Jabbeke kunnen zijn, “Another Toe In The Ocean” is FM-rock, het soort Nickelback dat je als begeleidende treurmars bij een blij weerzien in een soap bij je in de buurt verwacht.
Van alles wat Frank Black het afgelopen decennium gedaan heeft, kan een degelijke compilatie gemaakt worden. Daarop zouden “Indie Cindy” en “What Goes Boom” niet noodzakelijk misstaan, maar doe het alsjeblief niet onder de naam Pixies. Die schoenen kan Black al lang niet meer vullen.