WERCHTER 2013 :: De piemel van Jónsi

Dag Vier :: Een woordenboek voor de beginnende songtekstschrijver

Ja, het is warm, en neen, er staat vandaag — op twee ferme headliners en een onverwachte publiekstrekker halverwege na — niet echt veel vets op het programma. Maar uw team enola versaagt niet. En avant la musique; we gaan nu niet plooien, in het zicht van de eindmeet!

Enola’s Eervolle Elf:
Meer Werchterverslag? Dat kan! Klik voor langere verslagen van de elf beste concerten hieronder.

Dag vier, en team enola zou meteen graag een cadeautje uitdelen aan Dan Smith, frontman van de brave eendagsvliegjes met licht pompeuze neigingen Bastille: een woordenboek voor de beginnende songtekstschrijver. Zelfs Chris Martin durft het niet aan zo veel ooh-oohs in zijn teksten te stoppen, en dan hebben we Teletubbiehitje “Pompeii” (“eh-oh-eh-oh”, u kent het wel) nog gemist. U lust er duidelijk pap van, getuige de stampvolle tent, wij horen vooral veel onschadelijke electropop waarbij ieder nummer een haast letterlijke herhaling van het vorige is. Zoals Owl City de Postal Service van Denaldi is, zo is dit Patrick Wolfs Lycanthropy zonder de kunstschoolneigingen, Woodkid zonder het orkest: niemand die er écht last van heeft, maar of dat voldoende is?

Meer van zulke vragen bij de zusjes Haim: Este, Danielle en Alana zijn onmiskenbare wilde wijven, met gelukkig ook een paar sterke songs in de rugzak, maar kunnen ze ook hun twee afzeggingen op Belgische bodem goedmaken? Halvelings, zouden we durven zeggen. Tijdens “Better Off” verzuipt Danielles zang nog in algeheel achtergrondgeruis, maar in “Under The Wire” en vooral woest rockende Fleetwood Mac-cover “Oh Well” laten de meiskens hun ware aard zien. Alana probeert met een sambabal een stuk drumstel de vernieling in te slaan (bijna gelukt!), Este doet het publieke oneerbare voorstellen — “I wanna see some naked dudes, and you might see a titty or two” — en Danielle is gewoonweg onweerstaanbaar als frontvrouw.

En toch — ondanks al het enthousiasme en gegibber over het feit dat de groep vandaag exact zes jaar bestaat — wríngt het. Heeft de groep wel méér dan supersingles “Don’t Save Me” en “Forever” die ergens naar het einde rug aan rug passeren? Wie dat kan, moet immers niet afkomen met een flauw nummer als “Falling”, of halve jams als “Let Me Go”. We beginnen stevig ons hart vast te houden voor die debuutplaat die na twee eerder afgezegde Belgische concerten eindelijk zou zijn ingeblikt. Het vet, zo vrezen we, lijkt bijna al van de soep. En dan wordt het misschien net iets te waterachtig.

Blijkbaar was er een muzikaal gat dat dringende opgevuld diende te worden, en wel door Alt-J: net zoals op Best Kept Secret enkele weken geleden, is The Barn onvoorstelbaar volgelopen met fans die elk nummer woord voor woord weten mee te lippen. Nochtans is deze band bepaald geen hitleverancier: de ontregelde ritmes, diepe bassen en het afgeknepen stemmetje van Joe Newman staan wat onwennig te wezen in de line-up van vandaag (ergens tussen Tom Odell en Of Monsters And Men in), maar wàt zijn we blij dat onze vriend de Schuer hen er tussen gewurmd heeft.

Ze mogen er immers nogal seutig uit zien — de bril van toetsenist Gus Unger-Hamilton trekt waarschijnlijk al jaren pesters allerhande aan –, deze mannen weten wél de perfecte liveset neer te zetten. Dat “Something Good” en “Breezeblocks” (en zijn immer doordringende drums) niet kapot kunnen, wisten we al eerder, maar ook “Buffalo” (met een flard van Nico’s “These Days”) en vooral “Dissolve Me”, dat veel voller klinkt dan op plaat, overrompelen in een handomdraai. Zelfs de af en toe wat valse, Fleet Foxes-achtige samenzang kan daar weinig aan verhelpen: Alt-J blijkt uw, ons en onze bomma’s favoriete act van de dag.

Volgt een lesje voor Kings Of Leon: het kan écht, met Southern rock de weide van Werchter overtuigen, zelfs zonder meebrulbare hits en met een stevig brandende zon erbij. Je moet er wel Band Of Horses voor heten, en je minstens een beetje staan amuseren op het podium. De vrolijke twinkeling in de ogen van Ben Bridwell en het enthousiasme van de rest van de band tijdens rockers “The Great Salt Lake” en “Weed Party” werken stukken aanstekelijker dan de zoveelste ongeïnspireerde “Yeeee-aaah”, terwijl “No One’s Gonna Love You” en vooral het geweldige “Funeral” in al hun eenvoud het roodverbrande publiek in vervoering weten te brengen. Wij moesten bovendien meer dan eens aan The Band denken: niet kwaad voor zo’n Werchterzondag.

Omdat de benen nog verbazend goed zijn vandaag: een spurt naar de Generale Bank Club, alwaar de Israeli Asaf Avidan het beste van zichzelf mag geven. De intentie is er alvast, het is bijna aandoenlijk hoe hij zijn marcellekever voorbij het stadium van de uitwringbaarheid speelt. Alleen: in tegenstelling tot de rubberkogels van zijn vaderland, wordt er kant noch wal geraakt. De songs voelen aan als een niets vermoedende festivalganger die net zes pintjes gaan halen is en ongelukkig terechtkomt in een moshpit van rock, blues en hier en daar een oosterse invloed. Niet dat het er zo wild aan toe gaat, u staat gewoon geduldig te wachten om “The Reckoning Song” — de niet-geremixte versie — mee te brullen. Eens van die taak gekweten is het ook voor u goed geweest. Het zou ons verbazen als we van deze Avidan — die trouwens klinkt alsof hij chronische sinusitis heeft — nog veel zouden horen.

Voor de headliners van zijn zondag had Herman l’embarras du choix: koos hij voor het erfgoed van Depeche Mode, of liet hij de eer aan nieuwe poulains Editors? Het werd dat laatste, en dus moesten Dave Gahan, Martin Gore en vrienden onder een nog hevig brandende late zon van start. Dat hapert wat aanvankelijk, met eerst een hap nummers uit het dit jaar verschenen Delta Machine, maar wanneer de synths van “Precious” uit de boxen knallen, slaat de genster over. Gahan danst als een derwisj in “Should Be Higher”, een New Orderachtige baslijn geeft “A Pain That I’m Used To” nog wat meer body, en laat de wei een hoogtepunt bereiken met “Enjoy The Silence”. Of deze jongens nog relevant zijn? Wie dikke berenmannen elkaar kan doen knuffelen op dat “here in my arms” is dat. Punt.

Tegelijk met de op stadionmaat gesneden show van Depeche Mode speelt er zich in The Barn een volstrekt ander tafereel af: Jake Bugg, het jongske uit Nottingham, mag komen bewijzen dat hij meer te bieden heeft dan de Tommen Oddells en andere Passengers die hier vandaag staan. Hij lijkt daar zelf niet met al te veel enthousiasme aan te beginnen – zelden iemand zo onbewogen vanonder zijn bles het publiek zien in kijken – maar zijn rechttoe-rechtane songs spreken voor zich. Als een ver achterneefje van Woody Guthrie, zo klinkt hij in countrystampers als “Kentucky”, maar net zo goed is er het wat valse, uit de garage opgedolven “Slumville Sunrise” waarin hij vooral een Britse lad met een klein beetje te veel attitude is. Dat hij zich daardoor wat vertilt aan Neil Youngs “My My, Hey Hey (Out Of The Blue)” – zijn lievelingsnummer blijkbaar, maar dat is niet aan zijn zeurderige versie te merken – willen we hem vergeven. Al is het maar voor het in al zijn lo-fi rammeligheid toch overdonderende “Lightning Bolt” dat erachteraan gehamerd wordt; het is de laatste dag, dan maalt Herman niet om een kapotgestampt plankenvloertje meer of minder.

Vier jaar worstelde Editors met de opvolger van In This Light And On This Evening en toen het resultaat er vorige week eindelijk was, was het geluid dat we hoorden vooral dat van ontgoocheling. Blij dus dat Tom Smith de op plaat in vreselijke violen gedrenkte ballad “Nothing” als opener prijsgeeft — zijn we er meteen van af. Zo akoestisch zonder tierlantijntjes is het zelfs een aanvaardbare en moedige zet.

De houthakkersintro van “A Ton Of Love” knalt al dat ingetogen gedoe daarna welgemikt weg: hier moeten weer zieltjes overtuigd worden, maar na de verschroeiende carrièrereddende set van vorig jaar moet het niet zó hard meer. Af en toe krijgen we het gevoel dat de groep met de handrem op rijdt, en het blik vuurwerk dat op de meest ongepaste momenten (Tijdens “Smokers Outside The Hospital Door” of het ingetogen “The Phone Book”; serieus?) opengetrokken wordt, zit hen vaak niet lekker. Toch hoort u ons voorts niet klagen: in “The Racing Rats” krijgt de piano het naar gewoonte te verduren, “Bones” scheurt geweldig door de boxen, en met “Sugar” blijken er op die nieuwe plaat dan toch uitschieters te staan. U vond het geweldig, de groep bedankte met dezelfde ellenlange versie van “Papillon” als vorig jaar en een extra dosis vlammen.

Het vuurwerk dat meteen ook de lucht in ging, liet verstaan dat het daarmee ook écht gedaan was. Werchter editie 2013 was er één die zijn op papier zwakke affiche oversteeg doordat de bands die goed moesten zijn, ook echt goed waren. Weinig ontgoochelingen dus, en herinneringen aan legendarische concerten van Blur en Nick Cave & The Bad Seeds maakten van uw Team enola happy campers. Laat het aftellen naar het volgende festival van de zomer maar beginnen; wij zijn er nu helemaal klaar voor.

Beeld:
Bart Vander Sanden - indiestyle.be, Jan Van den Bulck en Peter Stevens

recent

Einstürzende Neubauten :: Rampen (apm: alien pop music)

Vijftien probeersels. Vijftien live-improvisaties die in de studio opnieuw...

Masters Of The Air

Toen begin deze eeuw Band Of Brothers verscheen, sloeg...

Fontaines D.C. :: Starburster

Fontaines D.C. for the bigger and bolder: vierde album...

Manu Chao

16 april 2024Het Bau-Huis, Sint-Niklaas

Morrissey wilde op de Lokerse Feesten geen paardenworst, Manu...

Civil War

Nog voordat iemand de film gezien had, veroorzaakte Alex...

verwant

Nieuw op Werchter: Pixies, Triggerfinger, Franz Ferdinand, Skrillex en Major Lazer

Met de aankondiging van Metallica als eerste headliner voor...

WERCHTER 2013 : The National :: donderdag 4 juni, Main Stage

The National is zo’n band die je volgens ons...

WERCHTER 2013 :: De piemel van Jónsi

Fuck Astrid! Fuck Albert! Fúck al die Egyptenaren! De...

WERCHTER 2013: Bloc Party :: donderdag 4 juli, The Barn

"Bloc Party is dead. Bye bye." Een tekening die...

WERCHTER 2013: Blur :: vrijdag 5 juli, Main Stage

"We've been waiting backstage for eight hours. So we're...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in