Sylvester blijft er toch in slagen om de Trondheimcollectie in het Nederlands te vertalen. En dat zou hen al eeuwige dankbaarheid moeten opleveren. Zelfs al blijft het bij een vrij trage vertaling van Koning Snotneus.
Intussen zitten we aan deel 4 van het brutale kindkoninkje Adalbert. In Frankrijk rolde in 2005 het negende en voorlopig laatste deel van de persen. Dat het bij ons zo traag loopt, zou wel eens aan de verkoopscijfers kunnen liggen. Die zijn niet spectaculair hoog. De voor Sylvester typische, mooie hardcoveruitgave zal daar zeker voor iets tussen zitten. Want dat drijft de prijs voor deze toch vrij dunne strip onnodig de hoogte in. Rond de 10 euro voor 32 pagina’s. Je moet al een echte fan zijn. En zelfs de modale Trondheimfan is niet altijd weg van deze koning Snotneus.
Toegegeven: het leest lekker weg. Deze keer zijn het drie korte verhalen, die je op een kwartiertje uit hebt en die je toch gedurende dat kwartier met een glimlach opzadelen. Toch vraag je je steeds af wat het doelpubliek is. Zijn het kinderen? Volwassenen die kind blijven in hun hart? Kinderen die vroeg volwassen zijn? Of alle drie deze categorieën? Misschien niet te lang over piekeren en gewoon lezen!
Even kort de drie verhalen situeren. In Een levendige dood wordt Adalbert onterecht dood verklaard tijdens het model zitten voor zijn standbeeld in de chaos die ontstaat omdat hij niet kan stilzitten. Hij speelt het spel vanachter de schermen mee tot zijn neef als opvolger op de troon gezet wordt. Die blijkt nog erger te zijn dan Adalbert. In het tweede verhaal, De trouwste vriend van de mens, wil Adalbert een uniek huisdier. Uiteindelijk kiest hij voor een vleesetende plant. Wat volgt is een kruising tussen The little shop of horrors enSjakie en de bonenstaak. Het laatste verhaal, De magie van Kerstmis is allesbehalve een zeemzoet kerstverhaal. Het wordt een poging om via misleiding Adalbert z’n eerste staatsbezoek aan de (onbestaande) kerstman te laten uitvoeren. Een verhaal dat hem uiteindelijk een pak billenkoek oplevert.
In de scenario’s toont Trondheim zich ook nu weer een meester in het gecontroleerd freewheelen. Het lijkt soms alle kanten uit te gaan, net als de fantasie van een achtjarige. Maar uiteindelijk komt hij toch netjes terecht op een einde waarin ook nog eens een moraal in verstopt zit, al is die moraal vaak ook net schalks genoeg. Het is duidelijk dat Trondheim nog steeds plezier beleefde aan het uitwerken van deze korte verhalen.
Tekentechnisch beginnen de Trondheimstrips duidelijk verder af te staan van de man z’n eigen stijl. Behalve zijn semi-autobiografische werk, treedt hij meer en meer op als scenarist. Daarbij blijkt Fabrice Parme meer en meer als vaste tekenaar op te draven. Getuige daarvan is hun nieuwe gezamenlijke reeks Venezia, die ook smeekt om in het Nederlands vertaald te worden. In het geval van Koning Snotneus zou ik Sylvester echter aanraden om de volgende vijf delen te bundelen. Dat kost dan maar één hard cover en biedt zo toch iets meer waar voor je geld.