Na een aanloop van jaren gaat de vertaling van Kobijn, de Trondheim-strip par excellence eindelijk van start. Aan een strak tempo wil uitgeverij Silvester tegen december 2008 de reeks volledig vertaald hebben. Deze eerste delen tonen meteen het genie van Lewis Trondheim.
De figuur Kobijn (vertaling van het Franse Lapinot) kent een wat vreemde ontstaansgeschiedenis. Aan het begin van de jaren negentig was Lewis Trondheim nog een beginnend striptekenaar. De turf van vijfhonderd pagina’s Lapinot et les Carottes de Patagonie diende vooral om het stripvak al doende te leren en laat zien hoe Trondheim doorheen de pagina’s op zoek gaat naar de geschikte teken- en schrijfstijl. Het album verschijnt bij het roemruchte collectief L’Association, een uitgeverij die Trondheim samen met enkele collega-tekenaars, waaronder huidig topauteur David B. (Vallende Ziekte), opzette om de eigen strips gepubliceerd te krijgen. Zowel Trondheim als B. hebben L’Association inmiddels vaarwel gezegd, hun werk verschijnt nu bij de grootste uitgeverijen.
Ook L’Intérieur d’artiste (1991) en Mildiou (1994) bevatten het personage Lapinot, een konijnfiguurtje dat los van de compleet verschillende verhalen, toch steeds de hoofdrol komt spelen. In 1993 maakte Trondheim een eerste versie van Slaloms voor L’Association. Achteraf hertekende hij het volledige verhaal en kleurde hij het waarna het als het nulde deel van de reeks Kobijn bij uitgeverij Dargaud verscheen. Het schetst treffend de figuur Kobijn. In elk album uit de reeks speelt hij de hoofdrol, maar telkenmale is het verhaal compleet verschillend, zowel qua setting als qua genre.
Slaloms draait rond een vriendengroepje dat besluit te gaan skiën. Op de piste blijkt er echter een wolf gesignaleerd te zijn. Deze houdt het hele skidorp in zijn ban. De vier vrienden gaan echter ongestoord voort met hun vakantie en praten honderduit over de liefde, het leven en hun vriendschap. Meer nog dan in Blacktown komt in dit album de humor volledig voort uit de dialogen, die ook in vertaalde versie hun frisheid behouden. Wel kwamen we enkele storende ‘Hollandse’ opmerkingen tegen. Zo kennen we bij goddeau Robert ten Brink enkel uit een ver (verdrongen) verleden.
In Blacktown gaat Trondheim volledig de westerntoer op. Kobijn is een vreemde reiziger die aankomt in het afgelegen stadje Blacktown. Zonder het te weten of willen, vormt hij echter al snel het middelpunt van tal van aantijgingen. Op den duur ontaardt dit album dan ook in een surrealistische klopjacht op Kobijn, terwijl zowat elke andere inwoner van het dorp boter op zijn of haar hoofd blijkt te hebben. Blacktown is een album met veel meer vaart dan zijn voorganger en zal het grote publiek wellicht meer aanspreken. Deze twee eerste albums tonen meteen de veelzijdigheid van Lewis Trondheim. Er volgen nog elf delen en als we de francofonen mogen geloven, moet het beste nog komen. Wij wrijven alvast in onze handen bij dit mooie vooruitzicht.