Jason Stein’s Locksmith Isidore + Cinc :: 19 februari 2011, KC BELGIE

Mooie contrasten in Hasselt: terwijl de jonkies muziek brachten die stevig in de jazztraditie geworteld is en zelden z’n toegankelijkheid overboord gooide, zorgden de oudjes voor het grootste deel van de weerbarstigheid en openheid. Beiden deden met verve hun duit in het zakje met uitstekende concerten.

Stein, Roebke en Pride klonken op de recentste Locksmith Isidore-worp Three Kinds Of Happiness traditioneler dan ooit tevoren. Niet enkel mooi om een band eens die beweging te horen maken (veelal wordt steeds sterker het experiment of grote gebaar opgezocht), maar ook om te horen hoe ze een prachtige balans vonden van makkelijk in het gehoor liggende swing en creatieve rusteloosheid. Voor zijn korte set dook het trio meteen in die plaat met een fluks “Crayons For Sammy”, vermoedelijk het meest toegankelijke en aanstekelijke stuk jazz dat de laatste jaren te horen viel in Hasselt. Maar geen mens die daar om maalde, want je wist meteen dat hier meer gebeurde dan zomaar wat standards naspelen. Zelfs met schuifelende brushes onderstreepte Pride meteen z’n bijdrage aan het groepsgeluid, terwijl nu ook echt duidelijk werd hoe Roebkes dwingende baslijnen voor die heimelijke swing zorgen.

De boomlange Stein maakte zelf ook behoorlijk indruk, met vloeiende solo’s die vooral het middenregister van de basklarinet verkenden, met nu een dan een striemende of blatende uitschieter naar boven of onder. “Cash, Couch And Camper” liet even een hoekiger geluid horen, maar maakte ook al snel plaats voor een lekker wiegende swing. Met “Little Bird” werd zowaar een ballade gespeeld, of toch iets dat daar aanvankelijk voor door moest gaan. Het was een genot om te horen hoe die ouderwetse melodie plots terechtkwam in een lichtjes uit elkaar vallende constructie, om uiteindelijk toch weer naar z’n rustpunt te komen. Hoogtepunt was een kloek, aan Joe Maneri opgedragen “Man Or Ray”, waarmee het trio z’n eerste echte uppercut plaatste. En die was goed gemikt.

Abrupte starts & stops en luie groove waren aanwezig. Net als vurig gesoleer en Pride die ook eens een paar explosieve uitbarstingen uit de kast kon halen. Indrukwekkend hoe die het hele concert doseerde, inhield wanneer nodig en dan met een paar welgemikte meppen de boel weer op gang bracht. Of hoe de anders zo stoïcijnse Roebke de bas met al z’n kracht omarmde. Met vier stukken en een bisnummer was de set verrassend snel achter de rug, maar het trio had dan al lang z’n punt duidelijk gemaakt. Locksmith Isidore doet zo’n beetje wat Mike Reed ook al deed: diep in de traditie duiken, maar dan met een bagage die hedendaags is en zowel verfijning als krachtdadigheid verraadt. Een verademing om te horen.

Met Cinc ging de gemiddelde leeftijd met zo’n 25 jaar omhoog. Veertiger Ken Vandermark werd geflankeerd door zestigers Paul Lytton (drums) en Phil Wachsmann (viool), iconen van de Britse avant-garde. Het stond bij voorbaat vast dat dit weinig met jazz te maken zou hebben: Cinc houdt zich vooral op in het terrein van de vrije improvisatie waar ook Evan Parker en Paul Lovens terug te vinden zijn. Muziek die tegelijkertijd heel erg open én gesloten is. Open omdat het de muzikanten toelaat om in eender welke richting te evolueren. Gesloten is het vooral naar de luisteraar toe, omdat die amper een houvast aangeboden krijgt en de muzikanten op hun hoede zijn voor makkelijkheidsoplossingen. Aandachtig luisteren en op de loer liggen voor verschuivende nuances is dan de boodschap.

Met Lytton heb je bovendien een artiest in huis waarvoor de term “drummer” tekortschiet. Naar goede gewoonte werd z’n drumstel immers uitgebreid met allerhande speeltjes, gaande van brushes, potjes en schaaltjes, tot breinaalden, een plamuurmes en iets dat op een plastieken braadkip leek. Lyttons ritmes zijn geen grooveritmes, maar experimenten met textuur, onvoorspelbare rommelsessies die met een opmerkelijke concentratie uitgevoerd worden. En concentratie, dat is waar dit hele concert om draaide, zowel in de half uur durende opener als in het stuk erna, dat slechts half zo lang als het vorige nummer duurde. Wachsmanns viool leek aanvankelijk te gaan verzuipen in de sound van z’n kompanen, al viel dat soms ook te wijten aan z’n erg ingehouden speelstijl, waarbij plotse stukjes lyriek binnengesmokkeld werden. De violist is niet de man van de snerpende dissonantie of grote statements. Dat forse element kwam deze keer van Vandermark die, zowel op tenorsax als klarinet, een hele trukendoos aan mogelijkheden liet horen.

Van murmelende circulaire ademhaling tot gehoorpijnigende uitschieters en excentrieke uithalen die als klankenklodders tegen het publiek gesmeten werden; ’s mans arsenaal aan ideeën lijkt haast onuitputtelijk. Maar het was dan ook een zeer empatisch concert van muzikanten die aandachtig naar elkaar luisterden en die je hun hersenen zag pijnigen om op zoek te gaan naar tactieken om een weg te zoeken binnen de beschikbare mogelijkheden. Op z’n best zorgde dat voor ultra-intense muziek, zeker tijdens de kalmste momenten, toen je een speld kon horen vallen. Ook Cinc speelde een relatief kort concert (de twee samengeteld kwam je aan goed anderhalf uur), maar had net als Locksmith Isidore niet meer nodig om te imponeren. De reactie/ontlading van het publiek na het concert sprak boekdelen. Het concert werd opgenomen. Wie weet…

Laten we hier ook het moment van maken om nog eens te benadrukken dat die Vandermark echt wel een van de sleutelmuzikanten van zijn generatie is. Toen hij de befaamde MacArthur Fellowship (de zogenaamde Genius Grant) toegekend kreeg in 1999 viel er heel wat gemor te horen (Wie is die kerel? en Is het niet veel te vroeg?). Dat heeft hij sindsdien in de kiem gesmoord met een waanzinnige productiviteit en onaflatende creativiteit. Als bandleider, componist, muzikant, organisator en inspirator werkt de artiest al jarenlang op het hoogste niveau in de meest uiteenlopende contexten, en dat terwijl daar bitter weinig waardering tegenover staat van een jazz establishment dat het spoor bijster is in een wereld waar de tijd stil is blijven staan.

Misschien is het tijd om een Facebookgroep op te richten? Of een mars door Brussel. Geef die man z’n eigen dag op Middelheim. Ja, een VOLLEDIGE dag. Het festival zou ermee bewijzen echt te weten waar de klepel hangt en het publiek kan ontdekken dat er ook na de fusiongekte van de jaren zeventig nog waardevolle ontwikkelingen zijn geweest. Er gebeuren waanzinnig boeiende dingen in die ‘marge’. Het zou geen kwaad kunnen om dat eens te erkennen. Maar we zijn zeker weer wat naïef?

http://www.kenvandermark.com
http://www.jasonsteinmusic.com
http://www.kenvandermark.com
Okka Disk / Not Two
Beeld:
Ronny Wertelaers

aanraders

verwant

Hearts And Minds :: Hearts And Minds

Jason Stein, dat is even geleden. Een jaar of...

Ken Vandermark :: 18 maart 2012, Parazzar

Volgens de man zelf was het nog maar de...

Free Fall :: 3 maart 2012, De Singer

In 2011 werd Ken Vandermarks liefde voor België officieel,...

Ken Vandermark :: The Conversation + Mark In The Water

Nu Vandermark besloten lijkt te hebben om van België...

Side A :: 15 oktober 2011, coStA (Antwerpen)

Op papier was de combinatie van deze drie muzikanten...

recent

The Jesus and Mary Chain

23 april 2024Ancienne Belgique, Brussel

Hoe moeilijk kan het zijn om een geluidsman eens...

James Brandon Lewis Quartet

23 april 2024Ancienne Belgique, Brussel

Back to Black

De titel van Sam Taylor-Johnsons jongste film verwijst naar...

Salem

De 'mean streets' van Marseille vormden al eerder het...

Stake :: ”Ik zie ons nog wel doorgaan tot we baarden hebben als ZZ Top”

We hebben het met de manager gecheckt: bedoelde hij...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in