Wanneer is Brooklyn finest Yeasayer zo groot geworden? Wist de band een paar jaar geleden ten tijde van zijn debuut de AB Club of de Charlatan (Gent) nauwelijks te vullen, dan was de grote AB zaal al een tijdje op voorhand volledig uitverkocht. En dat terwijl Odd Blood weliswaar commerciƫler klinkt dan All Hour Cymbals, maar toch niet in die mate dat het het succes verklaart.
Een mogelijk belangrijke reden hiervoor kan het succes van de singles zijn, zoals het catchy āMadder Redā waarmee de band de set opent. Als een van de toegankelijkere songs uit de nieuwe plaat is het tevens een mooi openingsnummer voor wie een volle zaal begeesteren wil. En hoewel later in de set ook de andere singles āAmbling Alpā en āThe Childrenā (als eerste bisnummer) aan bod zullen komen, speelt de band vandaag verre van op veilig door al snel in de set voor ouder werk te kiezen.
Natuurlijk zijn āRed Caveā en āWait For The Summerā uit de debuutplaat twee ijzersterke songs, maar de afwachtende houding van het opvallend jonge publiek (dat uit relatief veel tieners en prille twintigers bestaat) maakt wel meteen duidelijk dat een niet onaanzienlijk deel van hen vooral bekend is door de āhitjesā uit de laatste plaat. Dat Yeasayer rustig verder op eenzelfde elan verder gaat en met songs als āSummertimeā, āGermsā en āWait For The Wintertimeā en een opnieuw prachtig āForgivenessā meermaals teruggrijpt naar All Hour Cymbals pleit dan ook in zijn voordeel .
Bovendien kunnen ook de nummers uit Odd Blood niet zonder meer aan de kant geschoven worden als toegankelijke publiekstrekkers, zoals te horen valt bij de niet altijd voor de hand liggende drumritmes en melodielijnen van āO.N.E. ā en āRomeā. Dat de groep de songs in kwestie vlekkeloos weet te brengen, mag dan ook niet onvermeld blijven , in het bijzonder omdat hij na het vertrek van drummer Luke Fasano (voor de opnames van Odd Blood) met āsessiemuzikantenā (het is niet helemaal zeker of ze volwaardig lid van de band zijn) Jason Trammell en Ahmed Gallab werkt.
Live blijft het meest opvallende dat zanger/keyboardspeler Chris Keating weliswaar vocaal de mindere is van zijn kompanen Ira Wolf Tuton (bassist) en Anand Wilder (gitaar) — die zelf ook geregeld de ālead vocalsā voor zich nemen –, maar hij weet dit euvel treffend te omzeilen door een begeesterende performance te koppelen aan een nooit irriterend showmanschap. Samen met de rest van de band zet hij een show neer die nooit de vaart uit de set haalt en een heel optreden lang op eenzelfde niveau blijft. Dat de band het na een dik uur (bissen inbegrepen) al voor gezien houdt, is dan ook zonde.
Toen Yeasayer enkele maanden geleden op Pukkelpop de Club mocht afsluiten, werd al duidelijk dat de band niet alleen de nieuwe plaat in de vingers had (wat bij een vorige doortocht volgens velen nog niet het geval was), maar ook een beduidend groter publiek had wist te bekoren. Deze avond in de AB is niet minder dan een bevestiging van beide vermoedens. Dat Yeasayer er daarenboven in slaagt een optreden lang boven zichzelf uit te stijgen en nooit voor de gemakkelijke weg van hitjes aframmelen kiest, bewijst dat een band perfect commercieel succes kan hebben zonder zichzelf te verloochenen.