Genres kennen allemaal hun specifieke afbakening, grenzen waarbinnen bewogen mag worden zonder de benaming en duiding te verliezen. Occasioneel zal een kruisbestuiving toegelaten worden opdat een nieuw (sub)genre ontstaat. Het is een ongeschreven wet, door zowat iedereen gevolgd, behalve dan door Raymond Raposa.
Zo er een band de naam new weird America met recht en rede mag dragen, dan is het Castanets wel, de band waarachter Raposa zich verschuilt om zijn demonen uit te zweten. Met vijf platen op evenveel jaren tijd heeft Castanets niet stilgezeten, al was het niet altijd even eenvoudig om de albums uit elkaar te houden. Folk en country vormen de basisingrediënten, electro (in het bijzonder drumcomputers) en paranoïde angstdromen de achtergrond. De songs worden anders ingevuld naargelang de plaat, maar de broeierige ondertoon en het gevoel van een naderende dreiging of een onvermijdbaar lot loeren steevast om de hoek.
Zelfs in de lappendeken City Of Refuge viel die unheimliche sfeer te bespeuren zodat niemand vreemd hoeft op te kijken bij de eerste sluipende voetstappen van "Rose" op Texas Rose, The Thaw And The Beast. Hoewel onder meer de slidegitaar laat vermoeden dat hier sprake is van een countrysong, wordt dit net zo goed gelogenstraft door de kurkdroge drums en uiteraard Raposas neuzelende stem. Definiëringen zijn immers zo goed als uitgesloten bij Castanets, wat "On Beginning" alleen maar bevestigt door voor ijle klanken en echoënde zang te kiezen.
Uiteraard zijn er stijlkenmerken te herkennen en overheerst opnieuw de country/folk-inslag, maar tezelfdertijd weet Raposa zo buitenaards te klinken dat een omschrijving als paranoïde countrytronica niet meer is dan een krampachtige journalistenpoging om iets ondefinieerbaars binnen een mooi omschreven vakje te plaatsen. "No Trouble" heeft bijvoorbeeld de puls van de grootstadjazz maar net zo goed scheurende gitaren en een versmoorde stem. Het is een niemandsland waarin Raposa zich beweegt, eentje waar junks, pooiers en mythomane hillbillies zich thuis voelen.
In de mysterieuze ballade "Thaw And The Beasts" wordt het land geschetst door een moderne Homerus, wiens verhaal onderbroken wordt door gebroken snaren en trillend gekraak. Nog voor de song goed en wel van start gegaan is, laat Raposa hem al stukvallen waarna de gebroken stukken dankzij een huilende slide opnieuw gelijmd worden en we een coda krijgen in "We Kept Our Kitchens Clean And Our Dreaming Quiet".
Het klinkt pretentieus en eenvoudig tezelfdertijd, maar het werkt wel omdat Castanets weet hoe het gebracht moet worden. Net daarom past ook het retrofuturistische "Lucky Old Moon" op dit album en klinkt het ondanks zijn omschrijving als "Pink Floyd in space na een bad trip met iets te veel tijd in de studio" als het juiste nummer om de countrysleper "Down The Line, Love" (dat uitmondt in een progrocksong) en het korte "Ignorance Is Bliss" te flankeren. Castanets wereld is te vreemd en anders om de reguliere verwachtingen in te lossen.
Texas Rose, The Thaw And The Beast is net zoals het oudere werk van Castanets geen album dat zich zomaar omschrijven laat. Hoogstens kan worden gehint naar een mix van country, folk en electro. Maar het zijn niet zozeer de genre-elementen of de songstructuren die de band bepalen. Op zich is het niet zo moeilijk om deze te herkennen, net zoals Rasporas schurende en klaaglijke stem eenvoudig te duiden is. De kracht en het mysterie van Castanets liggen in zijn aflevering, in de onaardse sfeer die de muziek op weet te roepen en die niet zomaar in woorden te vatten is.