Na honderden concerten, een beloftevolle e.p. en vooral heel lang wachten, is de eerste echte Grant Moff Tarkin een feit. Met grungy folk op hoog niveau levert de band een plaat met internationaal potentieel af.
Er is veel water naar de zee gevloeid sinds Grant Moff Tarkin in 2005 debuteerde met de fijne e.p. Age Old Moods. Een opvolger werd algauw aangekondigd, maar ritmemuzikanten met bindingsangst zorgden ervoor dat een en ander minder vlot liep dan verhoopt. Met Damien van Tagueule achter de vellen en Fons Sijmons — jawel, die van The Scabs — aan de bas, is er weer stabiliteit gekomen in de groep rond losgeslagen gitarist Huddie Rawk en engelenstem Julax Johnson.
Afgaand op Quanah’s Hunting Day is Grant Moff Tarkin die turbulente periode zonder kleerscheuren doorgekomen. De eerste langspeler puurt het geluid en de aanpak van Age Old Moods verder uit tot een mooi eindresultaat waarbij de groep er zowaar in slaagt loeiend gitaargeweld teder over te laten komen.
Daarmee lijkt de zelfverklaarde grunge-aanpak zijn vruchten af te werpen: bij momenten knallen de gitaren zeer hard, maar door knappe arrangementen en gouden vocalen hebben de songs een hoge aaibaarheidsfactor. Neem "Impatiently" dat je ijl in het hoofd maakt met zijn subtiele backing vocals, maar evengoed op je ritmegevoel inwerkt met een heerlijk jengelende gitaar. Ook "From Hell They Came" wordt aangedreven door een ritme dat je achter de veren zit en haalt in zijn riffs herinneringen op aan de hoogdagen van Screaming Trees. Dit is geen slechte referentie en daarmee wordt meteen duidelijk hoe Screaming Trees had kunnen klinken indien Isobel Campbell tien jaar eerder met Mark Lanegan had kennisgemaakt.
De meer ingetogen kant van Grant Moff Tarkin komt dan weer tot zijn volle recht in "Revelation Kid", dat met akoestische gitaren en efficiënte percussie knipoogt naar precies dát ogenblik in de golden sixties waarop folkies hippies werden. Diezelfde feel is terug te vinden in single "Hunter’s Day" dat je met zijn draaikolkritme meesleept richting de dreigende kreun die het lichtjes intimiderende refrein vormt. Denk daarbij nog Rawks gitaarspel dat perfect weet wanneer het zich naar het voorplan moet begeven, net zoals in "Oh Daddy" een loeier van een J Mascis-moment deze parel van een song bekroont.
Een minpunt aan het album is de ietwat enerverende saxofoon in "Midgets And Liars", een ingreep die bij sommigen in de smaak valt, maar enkel de hardnekkige fans weet te plezieren — zie ook Fun House van The Stooges. Daarnaast had het als outro vermomde "Una Mas Y Nos Vamos" net iets korter gemogen om echt beklijvend te zijn. Langs de andere kant echter, is elke noot die het einde van Quanah’s Hunting Day uitstelt, een welgekomen noot.
Quanah’s Hunting Day is te bestellen via http://www.grantmofftarkin.be/