Wie had na de release van ‘Attaque Surprise’ ooit gedacht dat we na
zeven jaar nog van Vive La Fête zouden horen? Met hun luchtige
electro en banale lyrics hadden ze het perfecte profiel om een
eendagsvlieg te worden, maar toch bleef het project groeien tot de
formule tegen ‘Nuit Blanche’ geperfectioneerd was en ze dankzij de
apprectiatie van onder meer Karl Lagerfeld een mooi zetje kregen.
Na dit hoogtepunt kwam de degeneratie echter al snel om de hoek
piepen en de opvolger Grand Prix was dan
ook een tegenvaller van formaat. Een zware taak rust dus op de
schouders van ‘Jour De Chance’: de draad kan bij deze weer opgepikt
worden, maar een tegenvaller zou de groep wel eens definitief de
dieperik kunnen insleuren.
Met ‘La Route’ leek de tandem Pynoo-Mommens toch eens een andere
weg ingeslagen te hebben: deze melancholische, voornamelijk door
violen gedreven en nog slechts met een lichte beat ondersteunde
ballade doorbrak het verwachtingspatroon en zorgde naast een
verrassing ook voor een fijne single. Een andere invalshoek dus,
maar natuurlijk geen voer dat een hele plaat lang kan boeien. De
rest van het album keert dan ook terug naar de basisformule die op
een sterkere rockinvloed na vrijwel ongewijzigd blijft. Misschien
een gemakkelijke werkwijze, maar ze levert deze keer ten minste
niet de drab op waarmee ‘Grand Prix’ bepleisterd werd. Integendeel
zelfs; deze schijf herbergt enkele van de sterkste songs die het
duo tot hiertoe neerpende. ‘Aventures Fictives’ en ‘Mais’ zijn
opgetrokken rond de afwisselende dominantie van strakke riffs en
beats, een combo waardoor de plaat meteen met een energiebom
ingezet wordt. Hoewel hij gewoon is zich meer aan de zijlijn te
houden , mag Danny Mommens zich toch eens uitleven op ‘Quatsch’,
een pompende technotrack waarover een basislesje Duits
uitgeschreeuwd wordt. ‘Stupid Femme’ is zonder twijfel het meest
simplistische nummer van het album, maar tegelijkertijd het meest
aanstekelijke: het bewijs dat er niet veel meer nodig is dan een
eenvoudige beat en een aantal rake mamama’s om een helse verslaving
op te wekken.
Tussendoor houden enkele experimentjes de spanning erin: ‘Télé’
flirt met glamrock, ‘Tout Va Continuer’ geeft onze Belgische – ehm
– trots Plastic Bertrand een update, ‘Bêtises’ is de francofiele
tegenhanger van Joan Jett en de verrukkelijke Michel
Polnareff-cover ‘Love Me, Please Love Me’ haalt de chansonnière in
Els Pynoo naar boven. Deze uitstapjes zorgen voor meer variatie.
Tegelijkertijd zijn hier ook minder vullertjes aanwezig, die het
tempo voorheen wel eens konden breken: in de gevarenzone bevinden
zich enkel het voorspelbare ‘Tout Fou’ en ‘Je Suis Fachée’, dat
ons net teveel aan Club Dorothée doet denken.
Als je Vive La Fête vroeger al te onnozel voor woorden vond, zal
dit album geen grootse ommekeer bewerkstellingen. Voor de
afficionado’s is dit echter opnieuw materiaal dat met gemak naast
‘Nuit Blache’ gelegd kan worden. Verrassend klinkt het allerminst,
maar veel tijd om hier bij stil te staan wordt ons niet gegund want
en route doorheen deze collectie songs komen we maar weinig
dalletjes tegen. Twee jaar geleden schreven we het duo ten dode op,
maar voor werk als deze ‘Jour De Chance’ willen we gerust nog
enkele plaatsen in het rek vrijmaken. Als ze dit blijven combineren
met stomende gigs als de kick-off in de AB, dan
kunnen ze binnen de kortste keren ongetwijfeld hun plaatsje aan de
top opnieuw inpalmen.