Monty Python and the Holy Grail




Scenario en spel: John Cleese, Graham
Chapman, Michael Palin, Terry Jones, Eric Idle, Terry
Gilliam

‘Life of Brian’ wordt over het algemeen beschouwd als de beste
film van de Monty Python-bende. Het is de enige (van de drie) met
een echt samenhangend verhaal en met een duidelijk in kaart te
brengen satirisch doelwit. Zowel deze ‘Holy Grail’ als ‘The Meaning
of Life’, die in 1983 werd uitgebracht, waren in principe
sketchfilms, waarin scènes elkaar op een vaak sterk associatieve
manier opvolgden. Niet gedreven door enige vorm van plot of zelfs
door de personages (hooguit door een centraal thema), haastten deze
twee films zich daarentegen van gag naar gag. Gelukkig voor ons is
dit Monty Python, wat wilt zeggen dat de gags vaak zodanig
memorabel zijn dat ze zelfs nu, meer dan dertig jaar na dato, nog
steeds herinnerd worden. ‘The Holy Grail’ is minder strak dan ‘Life
of Brian’, maar persoonlijk heb ik altijd net iets harder gelachen
met deze eersteling. Plus het feit dat ‘The Holy Grail’ onder alle
omstandigheden gebruikt kan worden tijdens conversaties: je kunt,
geheel in Holy Grail-thema, een vraag stellen (answer me these
questions three!),
aanduiden dat er een probleem is (run
away!),
tonen dat je iets niet begrijpt (What do you mean?
An African or a European swallow?)
en zelfs iemand uitschelden
(your mother was a hamster and your father smelt of
elderberries!).
Na enkele biertjes bestaat zelfs de
mogelijkheid dat ik het gebed van de heilige handgranaat begin op
te zeggen, maar daarvoor wilt u niet in de buurt zijn.

Voor de Pythons betekende ‘The Holy Grail’ een belangrijke
overgang van televisie naar film. Tussen 1969 en 1974 hadden ze
vier reeksen van hun grensverleggende sketchshow gemaakt, met als
gevolg dat ze tegen het einde stilaan het gevoel hadden uitgepraat
te zijn, en ook (in sommige gevallen) elkaars smoel niet meer
konden zien. ‘The Holy Grail’ kwam er op populair verzoek, en in de
hoop dat een overschakeling naar een ander medium een tweede
creatieve adem aan de groep zou geven. En reken maar dat dat lukte
– de grappen in ‘The Holy Grail’ zijn frisser en levendiger dan
eender wat dat je in de vierde, enigszins uitgeputte reeks van
‘Monty Python’s Flying Circus’ kunt aantreffen.

Dat heeft er voor een groot deel mee te maken dat de Pythons
ditmaal rond één centraal idee (de zoektocht van koning Arthur naar
de heilige graal), een hele resem sketches konden schrijven. Ze
waren niet meer verplicht om binnen een half uur tien verschillende
thema’s te verzinnen, maar mochten rond dat éne historische gegeven
anderhalf uur lang loos gaan. Daardoor konden ze hun ideeën beter
uitwerken en scherper maken – het komische bereik dat je hebt op
negentig minuten ligt nu eenmaal veel hoger dan wat je kunt
presteren op drie of vier minuten. De structuur van ‘The Holy
Grail’ blijft erg sketchy, met duidelijk afgebakende scènes die
bijna stuk voor stuk uit de film verwijderd zouden kunnen worden om
onafhankelijke comedy bits te vormen, maar er wordt een
illusie van samenhang gecreëerd door de setting en het centrale
thema.

Die setting is typerend voor de Pythons: ook in hun tv-reeksen
keerden ze steeds opnieuw terug naar bepaalde historische
tijdvakken (nobody expects the Spanish inquisition!), om
zodoende de domheid, arrogantie en wreedheid bloot te leggen die
mensen nu eenmaal altijd al eigen zijn geweest. In ‘Life of Brian’
kwam dat idee erg duidelijk naar voren, met eindeloos gepalaver
tussen verschillende politieke fracties (zijn we het People’s
Front of Judea
of het Judean People’s Front?) en een
hersenloze meute die achter iedereen aanloopt die het maar goed kan
uitleggen (how shall we fuck off, oh Lord?). In ‘The Holy
Grail’ blijven dat soort van satirische voetnoten eerder subtiel
aanwezig, hoewel ze er wel zijn. Er is natuurlijk het eeuwenoude
cliché van Fransen versus Engelsen (John Cleese verschijnt als een
Franse soldaat met een zelfverklaard outrrrreagous
accent),
maar ook het hele idee van heldenmoed en ridderschap
wordt vrolijk belachelijk gemaakt. De scène met The Black Knight is
een mooi voorbeeld: zelfs nadat z’n armen en benen eraf gehakt
zijn, wil hij nog verder vechten (I’ll bite your legs
off!).
En later in de film stormt John Cleese een
huwelijksreceptie binnen om de helft van de gasten af te maken,
enkel om vervolgens te ontdekken dat het een vergissing was. Het
geweld dat in een echte ridderfilm zou worden verheerljikt, wordt
hier onthuld voor de onzin die het echt is. Erg veel vertrouwen in
authoriteiten, of in instanties die zichzelf een zekere authoriteit
aanmeten, hebben de Pythons overigens nog steeds niet. De koning
en zijn ridders zijn maniakken, de kerk staat achter hen met
gezegende handgranaten. Hell, zelfs de kerel die de lijken
komt ophalen is perfect bereid om je al dan niet stervende
familieleden een handje te helpen.

De humor van de Pythons is dus continu scherp, met
onvergetelijke personages (Tim the Enchanter rules!) en
situaties. Ze maakten daarbij de fantastische keuze om hun
budgetbeperkingen in hun eigen voordeel uit te spelen. Dit was een
low budget epic, waarin er geen geld was om echte
getrainde paarden te gebruiken – dus klappen ze maar twee halve
kokosnoten tegen elkaar. Ze hadden geen geld voor veel figuranten,
dus laten ze koning Arthur maar door de mist dwalen. En als ze een
monster nodig hadden, dan lieten ze animator Terry Gilliam er maar
gewoon één tekenen. Hoe ontsnappen de personages aan dat monster?
Simpel: de tekenaar krijgt een hartaanval. Alles wat hen in
principe niet lukte binnen het budget, werd opgelost met eindeloze
komische creativiteit.

Het is niet veel komedies uit de jaren zeventig gegeven om na
drie decennia nog altijd even fris en geestig te zijn. ‘The Holy
Grail is echter nog steeds zo populair dat er een jaar of twee
geleden zowaar een door Eric Idle gepende musical van kwam,
‘Spamalot’. De laatste keer dat zoiets werd gedaan, was door Mel
Brooks, toen die ‘The Producers’ omzette naar Broadway, met
desastreuze gevolgen. In afwachting van de onvermijdelijke film van
‘Spamalot’ blijf ik echter maar op het beste hopen.

9
Regie:
Terry Gilliam, Terry Jones
Duur:
100 min.
1975
UK

verwant

The Man Who Killed Don Quixote

James Camerons Avatar had tien jaar hard labeur en...

The Zero Theorem

Toen in 2010 Terry Gilliams The Imaginarium of Dr....

The Imaginarium of Dr. Parnassus

Driewerf hoera, want Terry Gilliam heeft alweer de productie...

Time Bandits

Terry Gilliam werd echt volwassen als onafhankelijke regisseur toen hij...

Jabberwocky

't Was brillig, and the slithy toves /...

aanraders

Drive-Away Dolls

Nadat ze decennialang als tandem de filmwereld verrijkten met...

Dream Scenario

‘Nicolas Cage is de enige acteur sinds Marlon Brando...

Evil Does Not Exist (Aku wa sonzai shinai)

Films zijn doorgaans gebaseerd op een sterk verhaal, of...

Civil War

Nog voordat iemand de film gezien had, veroorzaakte Alex...

La Chimera

De in Toscane geboren scenariste/regisseuse Alice Rohrwacher vestigde op...

recent

Back to Black

De titel van Sam Taylor-Johnsons jongste film verwijst naar...

Salem

De 'mean streets' van Marseille vormden al eerder het...

Stake :: ”Ik zie ons nog wel doorgaan tot we baarden hebben als ZZ Top”

We hebben het met de manager gecheckt: bedoelde hij...

Roncha :: Fleecedekentje Thuglife

Berichtje aan alle rappers van België: goed bezig. Onze...

The Gentlemen – Seizoen 1

De serie The Gentlemen was een paar jaar geleden...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in