Het is altijd opletten wanneer je geruchten opvangt in de zin van
‘dé groep van de toekomst’ en NME zaken schrijft als “the best
band in America today”. Het is verleidelijk om, wanneer je het
schijfje dan daadwerkelijk te horen krijgt, een tegengewicht te
willen bieden en de schoonschrijvers te temperen. Verschillende
stemmen hebben zich dan ook tegen Cold War Kids gekeerd, want bij
een (internet)hype – deze jongens zijn dat een beetje aan het
worden – heb je altijd voor- en tegenstanders. Aan onze quotering
kan u wellicht afleiden aan welke kant wij ons scharen.
Cold War Kids bestaat nog maar een goede twee jaar en kon u
intussen al in België aan het werk zien, zoals onlangs nog in het
voorprogramma van Clap Your Hands Say
Yeah. Ze zijn met vieren en ze komen uit the state of
opportunities van the land of opportunities:
Californië. Het kwartet groeide op tijdens de jaren tachtig, wat de
naam eenvoudigweg verklaart. ‘Robbers and Cowards’ is hun
langspeeldebuut en het heeft een vijftal ep’s geduurd vooraleer ze
deze stap waagden. Wat onmiddellijk opvalt aan de sound is de
vibrerende, hoge stem van zanger Nathan Willett, het belang van
sterke lyrics en het amalgaam aan invloeden dat Cold War Kids heeft
gevormd. Zo is hun indie rock schatplichtig aan grootheden als
Jeff Buckley
en Bob Dylan,
maar ook the Velvet Underground en Beta Band. Verder
horen we elementen uit blues (‘Hospital Beds’, ‘Saint John’),
gospel (‘Rubidoux’) en folk.
Ze noemen zichzelf geen door het christendom geïnspireerde band,
maar je moet halfdoof zijn of totaal geen Engels begrijpen om te
missen dat religie een wezenlijk deel uitmaakt van het pakket aan
thema’s. Dit wordt wel eens gecombineerd met gospelelementen zoals
in ‘Saint John’ en de hidden track die in afsluiter
‘Rubidoux’ verscholen zit. Het eerste combineert een interessante
compositie waarbij basgitaar en hoge achtergrondstemmetjes centraal
staan met het thema van de doodstraf. In de strofes heeft Willett
verdacht veel weg van Freddie Mercury. Het verborgen gedeelte na
‘Rubidoux’ is bij momenten zelfs volledig gospel wanneer een “Lord,
have mercy on me” door de wijd opengesperde keel van Nathan Willett
galmt. Onze Lieve Vader en zijn gedachten komen nog een aantal keer
aan bod, zij het de ene keer wat onomwondener dan de andere. In de
eerste categorie vinden we het sterke ‘God, Make Up Your Mind’. Het
is een slepend trage ballade die niet had misstaan op een plaat van
Radiohead, en Willett lijkt Thom Yorke zelfs wat
te imiteren. Geheel conform aan enkele nummers van voornoemde
referentie ontspoort het nummer onverwacht en wringt het zich in
allerlei scherpe bochten om daarna het vertrouwde pad terug op te
zoeken (en nog eens te ontregelen).
Met uitzondering van single ‘Hang Me Up to Dry’, hebben de teksten
van deze songs een zekere sociale bewogenheid met zich meegekregen.
Zo zetten Cold War Kids ons bij het fantastische openingsnummer ‘We
Used to Vacation’ af bij een alcoholverslaafde man die zijn
kinderen en vrouw gezworen heeft van de fles te blijven maar het
soms moeilijk heeft. Een heerlijke gitaarriff en bijzonder
geslaagde tempowissels maken het voor ons de uitschieter van de
plaat. Wie het liever wat luchtiger heeft, neemt best zijn
toevlucht tot het sterke ‘Hang Me Up to Dry’ dat bewijst dat je
geen literair verantwoorde tekst nodig hebt om een goed klinkend
nummer te schrijven. ‘Hospital Beds’ leidt ons naar artsen in
India, Italiaanse opera en visuitstappen in Vietnam. En toch gaat
het over het liggen in een wit bed met harde matras met een vreemde
naast je die er even belabberd uitziet als jezelf. Hoe het met zijn
haar zit, of dat van iemand anders, vernemen we in ‘Hair Down’. Het
nummer heeft een te lange opbouw nodig om ons door te sluizen naar
de zeer geslaagde laatste strofe, met dank aan het melodieuze
gitaarwerk, dat de meubelen probeert te redden.
Neen, ons hoor je niet klagen over deze vier Koude Oorlogskinderen.
Met ‘Robbers and Cowards’ slagen ze er wonderwel in om een resem
aan stijlen te vermengen in hun eigen, aantrekkelijke sound. Of ze
zo groot zullen worden als hier en daar wordt gefluisterd, hangt af
van een veelvoud aan factoren. Onze steun hebben ze alvast!