
De laatste jaren schijnen steeds meer jonge artiesten door te
hebben dat wij in ons taalgebied kunnen bogen op een rijke traditie
wat het betere luisterlied betreft, en ervoor kiezen te zingen in
hun moedertaal en niet in één of andere manke variant van het
Engels. Eén van die jonge songschrijvers is de 24-jarige Mira
Bertels. Vierentwintig mag dan erg jong lijken, maar een ‘groentje’
kunnen we haar allerminst noemen, want van kindsbeen af staat haar
leven immers in het teken van muziek. ‘In de daluren’, haar eerste
volwaardige langspeelplaat, waarop ze haar (levens)ervaring
samenvat in twaalf songs, is dan ook de beloning voor jarenlang
hard werken.
Mira was acht toen ze begon aan een opleiding klassieke piano,
doorliep later de Kunsthumaniora in Antwerpen (diploma
Woordkunst-Drama) en rondde in 2004 de kleinkunstopleiding af aan
de Studio Herman Teirlinck, waar ze de smaak van het
Nederlandstalige lied voorgoed te pakken krijgt. Hoewel ze
tussendoor ook deel uitmaakte van funk-rockband Crocodile Bambee,
heeft haar soloproject altijd voorrang gekregen. En dat werpt
intussen vruchten af: in 2004 deed ze (met begeleidingsgroep) mee
aan Theater Aan Zee in Oostende en kaapte ze de tweede prijs weg in
het Jong Muziek Werk-concours. Een jaar later rijfde ze tijdens de
Nekka-wedstrijd de tweede prijs, de publieksprijs én de Jan
Puimège-prijs binnen en verscheen – in eigen beheer – de mini-cd
‘Klein gevaarlijk afval’.
Ook dit jaar loopt alles tot nog toe van een leien dakje. Nadat ze
eerder één van de tien Jonge Helden was die onlangs een hulde
brachten aan Raymond van het Groenewoud (ze bewerkte het nummer
‘Foei Foei Foei’), trok Mira deze (na)zomer de studio in met
drummer Jordi Geuens, bassist Michaël Donckers en trombonist Dree
Peremans. Voor de productie stond ze zelf in, en werd daarin
bijgestaan door Steven Cornillie (piano en toetsen) en Christophe
Albertijn (gitaar en toetsen).
‘In de daluren’ is veel meer dan wat men wel eens een ‘veelbelovend
debuut’ noemt. Hoewel we meestal eerder op onze hoede zijn voor
platen van meisjes-met-piano, vonden we dit van bij de eerste
beluistering om tal van redenen een erg fijne cd. Eerst en vooral
zijn er de opvallende teksten: die worden niet alleen gebracht in
een soort tussentaal (tussen dialect en A.N.), maar getuigen in de
eerste plaats van gevoel voor humor, inlevingsvermogen en
levenswijsheid. Naar eigen zeggen wil ze “zingen zoals ze spreekt”
en dat is een strategie die rendeert: haar observaties, de
situaties en de personages die ze beschrijft winnen erbij aan
geloofwaardigheid en komen erg natuurlijk over.
Ook muzikaal gezien zit het allemaal snor: dankzij Mira’s
pianospel, dat sober en efficiënt is en volledig in dienst staat
van de songs (die laveren tussen pop en chanson en soms zelfs jazzy
getint zijn) én door de manier waarop ze worden ingekleurd door de
muzikanten, stuk voor stuk klasbakken die hun sporen al ruimschoots
verdienden bij andere artiesten en/of in andere genres.
In opener ‘In de daluren’ gooien Mira en haar muzikanten meteen hun
troeven op tafel: een knappe, wendbare stem, een melodie die meteen
blijft plakken, een gevatte tekst en een arrangement dat even
lekker en comfortabel zit als een maatpak. Maar de titelsong is
niet het enige sterke moment van de plaat. We hebben ook zitten
grinniken (omdat we er wel iets en/of iemand in herkenden) bij ‘En
uwe maat’, ‘In de fleur’ en ‘Beste BV’, instemmend geknikt bij de
tekst van ‘Het Doel’ en mee weggedroomd bij ‘Meneer de
dakwerker’.
Maar minstens even sterk zijn de teksten waarin enkele markante
figuren worden opgevoerd zoals een skinhead (‘Kale Kevin’) of een
travestiet (‘Andrea’): ze slaagt erin een raak beeld te schetsen,
zonder er karikaturen van te maken, zonder met mensen te spotten of
te veroordelen. Wie dit kan, kijkt allicht op een gezonde en
volwassen manier tegen het leven aan.
‘In de daluren’ is kortom een knappe plaat van een jongedame die
weet wat haar kwaliteiten en haar capaciteiten zijn. Hopelijk slaat
dit album aan, zodat ze voldoende vertrouwen kan opdoen om met haar
volgende cd nog een stap dichter te komen bij de klassieker die ze
ongetwijfeld in zich heeft. Te volgen!