Twee jaar nadat het eerste deel van Boerke de Vlaamse stripwereld volledig verraste, gaat Pieter De Poortere in stijl verder op de ingeslagen weg. Boerke groeit in dit album meer en meer uit tot een iconisch figuurtje dat ook internationaal mooie toekomstperspectieven heeft.
Pieter De Poortere debuteerde schijnbaar vanuit het niets met Boerke 1. Dit album bevatte tekstloze gags over een boer die in alles dodelijk veel pech heeft. De droge, wat cynische humor van De Poortere combineerde wonderwel met zijn Dick Bruna-achtige tekenstijl. De Vlaamse striplezer wist Boerke wel te smaken en er werd dan ook uitgekeken naar een nieuw deel. Zopas verscheen het vervolg en dan komt natuurlijk de onvermijdelijke vraag : bevestigt de auteur of valt hij jammerlijk door de mand?
In De Poorteres geval mogen we zeker spreken van een krachtige bevestiging. Alle voorbehoud dat bij het eerste deel nog gemaakt werd over de wat onevenwichtige verhaalopbouw, veegt hij meteen van tafel. Boerke is universeler dan ooit en de grappen blinken één voor één uit door een doordachte opbouw en een grotere rol voor De Poorteres maatschappijkritiek. Boerke woont soms in Afrika, heeft een vrouwelijke evenknie – – Hoerke- – en speelt met evenveel verve Saddam Hoessein als Osama Bin Laden.
De tekenstijl blijft op eenzelfde hoog niveau als het eerste deel. Door de betere uitwerking van de grappen komt het contrast tussen de lieflijke tekeningen en de cynische, wrange humor beter tot zijn recht. Met de zeer herkenbare grafiek heeft Pieter De Poortere zich met slechts drie albums – – naast de twee Boerkes bracht De Poortere ook de comic De zichtbare man uit – – al bij een groot publiek weten bekend te maken. Zo mag hij ondermeer Hanco Kolk tot zijn fans rekenen.
De Antwerpse uitgeverij Bries verdient ook een pluim voor de mooie uitgave die ze van Boerke gemaakt hebben. Het boek valt op door een aantrekkelijke lay-out in een harde kaft en doet zo ook recht aan de inhoud. Met lovende kritieken van pers en publiek en een tekenfilmversie in het vooruitzicht lijkt de toekomst voor onze keuterboer rooskleuriger dan ooit.