Het jaar is 1963. De Tweede Wereldoorlog ligt achttien jaar achter ons en een nieuwe generatie groeit op die nauwelijks nog herinneringen heeft aan die akelige tijd. Wanneer in Frankfurt het proces over Auschwitz begint, is zwijgen ook voor de ouders geen optie meer. De serie Deutsches Haus (internationaal uitgebracht als The Interpreter Of Silence) maakt er een knap tijdsportret van.
“Sorry dat ik u moet ontslaan, maar zoals u weet heeft uw aanstaande man hierin het laatste woord” Het meest opzienbarende moment zit op een of andere manier niet in al die verkillende moorden die wie al kenden uit de geschiedenislessen, maar in een bijna achteloos moment waarop we eraan herinnerd worden dat, zelfs met stemrecht, vrouwen aan het begin van de jaren zestig nog tweederangsburgers waren.
Je voelt aan alles in Deutsches Haus, gebaseerd op de roman van Anette Hess, dat je in een samenleving op een scharnierpunt zit. De modernistische villa – “We hadden medelijden met de architect en nu zitten we ermee” – staat in contrast met het oubollige restaurant ‘Deutsches Haus’. Een vrouw die een wasmachine krijgt, vraagt zich af wat ze nu met die vrije tijd moet aanvangen. Het jonge aanklagersteam dat overdag in alle ernst de moordenaars van Auschwitz probeert klem te zetten, gaat ’s avonds feesten op The Rolling Stones in een club die The Bunker heet, terwijl hun ouders elke vraag over ’toen’ wegwimpelen.
Toen is dan nog niet zo lang geleden, maar lang genoeg voor een twintiger om hoogstens een vage herinnering uit de kindertijd te zijn. En dus weet tolk Eva Brun de eerste keer niet waar ze het over heeft als ze in de gerechtszaal de woorden van een Poolse getuige moet vertalen. “Vergassen” moet wel “verlichten” zijn, toch? Hoe ze zich moet voorbereiden op de volgende zitting? “Zoek alle mogelijke woorden en uitdrukkingen om iemand om te brengen”, adviseert de aanklager. “Er werden blijkbaar mensen vermoord in dat kamp”, komt ze thuis. “Ja, ’t was oorlog”, is de droge reactie van de vader – en zwijg nu maar.
Dat doet ze niet en in Deutsches Haus zoekt ze naar de waarheid die haar ouders haar niet willen vertellen. Ondertussen ontrolt zich parallel een rechtbankdrama dat net iets zwaarder weegt dan “Wie heeft die parachute gesaboteerd?”. Je merkt aan alles dat de makers zich op de transcripties van het originele Auschwitz-proces hebben gebaseerd. De beklaagden: een zielig hoopje nette burgermannetjes die zich er zelfs na een openingsaanklacht vol wreedheid – ze duurt een zware vijf minuten – uitlullen met pathetische excuses: “Ik organiseerde enkel de culturele evenementen voor de officieren”
Taal is belangrijk. Een Poolse getuige wil haar verklaring in het Duits afleggen: “Ik wil dat u me hoort, ziet, ruikt” De pijn is nog altijd rauw, het ressentiment tegen mensen die nog altijd geloven in hun gelijk van toen schroeit nog. Toch schiet de serie soms naast het pad. Wanneer het joodse schuldgevoel wordt aangepakt, culmineert dat in een doorgeschoten dramatiek die de geloofwaardigheid loslaat. Dan kan zelfs het puike spel van Aaran Altaras zijn David Miller niet meer redden.
Ook op de andere acteerprestaties is niets af te dingen. Katharina Stark is een overtuigende Eva, Henry Hübchen – ongetwijfeld de Jan Decleir van onze Oosterburen – zet een glansrol neer met zijn dementerende Walther Schoormann. Regisseurs Isabel Prahl en Randa Chahoud verfilmen functioneel, zonder veel bravoure, met een kleurenpalet waarin het blauwgrijs van de traditionele oorlogsfilm botst met het crème-en-rood van de nieuwe tijden. Ook daar voel je hoe de tijd kantelt.
Dat Deutsches Haus in de laatste aflevering net iets te veel losse eindjes maar half opraapt of in het ijle laat hangen, is jammer. Zo worden de verhaallijnen van David Miller of zus Annegret niets meer dan snel nog een gerelateerd thematiekje afvinken. Ook de onwetendheid van Eva flirt soms met het ongeloofwaardige. Als je opgroeit in een land dat net een verloren oorlog doorslikt moet je toch iéts hebben opgevangen?
“Ze willen dat wij hen troosten”, zucht een Pool tegen zijn vrouw in dat slot, maar dat de Duitsers daar zeker in 1963 nog geen recht op hadden, lag al besloten in een tirade van een Amerikaan in de eerste aflevering: “Jullie weten niets. Voor jou kwamen die kleine bruine mannetjes in 1933 uit een ruimteschip of zo, om in 1945 weer te verdwijnen” Het is op zo’n moment dat Deutsches Haus een intense reeks wordt. Eentje waarin je tegelijk wil pauzeren om de heftigheid te temperen, maar tegelijk wordt verder gezogen richting einde.