DIT WAS 2022: Blaudzun :: “Muziek is veel meer dan een avondje uit, het is geestelijk voedsel”

De hele maand december blikt enola terug op het afgelopen jaar met de interviewreeks DIT WAS 2022. Daarin laten we artiesten aan het woord die het jaar maakten.

Het was een bijzonder druk jaar voor Johannes Sigmond, aka Blaudzun. Eindelijk werd Lonely City Exit Wounds op het publiek losgelaten, er was een gefragmenteerde releasetour, een clubtour, festivals en ook nog een samenwerking met het Scapino Ballet. Tijd voor een rit naar Utrecht om te polsen wat zoiets met een mens doet.

enola: Lonely City Exit Wounds kwam uit in januari 2022. Hoe kijk je bijna een jaar later op het album terug?

Johannes Sigmond: “Het was een hele rare episode, want we hebben pas in oktober in de Ronda (TivoliVredenburg, Utrecht) de releaseshow gedaan, terwijl de eerste single “Real Hero” al in het voorjaar van 2021 was uitgekomen. Het album was ook al af eind 2020, maar door corona werd de release een aantal keer uitgesteld. In mijn hoofd is die plaat al 30 jaar oud, ik ben heel erg toe aan nieuwe dingen.”

Los daarvan ben ik heel blij hoe ze ontvangen is, want het blijft toch altijd spannend, of je nu je debuutplaat uitbrengt of je zesde album. Ik ben ondertussen ook wel minder gevoelig voor recensies, maar het streelt toch wel je ego als je overal vier sterren krijgt en op één binnenkomt in de hitparade.”

enola: Begin 2022 vertelde je dat Lonely City Exit Wounds wel eens je laatste popplaat zou kunnen zijn omdat je de hele routine wat beu bent?

Sigmond: “Het voelt alsof ik dat hele popidioom wat uitgespeeld heb, ik kan er niet veel nieuws meer in ontdekken. Je brengt een album uit, er staan enkele singles op, je doet een radio- of televisietoer, dan doe je de clubs en de festivals en op het eind van het jaar heb je het gehad. Let op, ik hou daar wel van, maar die hele wereld is gebonden aan geschreven en ongeschreven regels, en die ben ik soms een beetje zat. Hoezo moet mijn liedje drie minuten duren, en waarom kan dat éne echt mooie liedje niet op de radio, en een ander wel? In Nederland heb ik echt niks te klagen over airplay, maar ik probeer regelmatig mijn grenzen op te zoeken. Dat kan zeker in de soundtracks die ik af en toe maak, en dan was er laatst nog de samenwerking met het Scapino Ballet.”

Ik zoek graag de grenzen op van wat pop kan zijn, alleen zit ik wel in een wereld die bepaalt wat pop is – dat bepaal ik helemaal niet zelf. Eigenlijk heb ik altijd wat in die wereld rondgefietst: toen “Flame On My Head” Hotshot werd op Studio Brussel Hotshot keken ze in Nederland echt raar op. “Elephants” werd in Nederland eerst ook niet op de radio gedraaid, totdat mensen naar de shows kwamen. En ja, er zit geen refrein in, maar er zijn heel veel hits zonder refrein. Ik wil muziek maken op mijn voorwaarden, ik ga zomaar niet een hitje schrijven. Radio is ondertussen een minder belangrijk medium geworden om je muziek aan de man te brengen. Via andere kanalen kan je ook proberen je publiek te raken, want daar gaat het uiteindelijk om.”

Het is niet altijd gemakkelijk om ervoor te zorgen dat het publiek je vindt, dat was in het verleden iets helderder. Soms heb ik het gevoel dat ik nog maar net begonnen ben. Als ik nu aan die nieuwe nummers bezig ben, voelt het aan als een debuutplaat.”

enola: Eigenlijk ben je redelijk laat professioneel muzikant geworden.

Sigmond: “Ik was wel heel vroeg met muziek bezig, maar meer met film en tv, terwijl ik tegelijkertijd ook in een soort post-grunge band zat. Ik nam dat echt wel serieus, maar na enkele platen is dat toch doodgebloed, ik sponsorde mijn muziekcarrière met mijn job in tv en film. Op een gegeven moment ben ik met die band gestopt en met mijn eerste Blaudzunalbum begonnen. Daarna is het snel gegaan.”

Ik heb er misschien iets langer moeten over doen om mijn stem te vinden, daarvoor had ik die eerste platen nodig: ik ben gegroeid van Blaudzun naar Seadrift Soundmachine en Heavy Flowers, en al die ervaringen zijn samengekomen in Promises Of No Man’s Land. Waarna ik dus weer op zoek ging naar nieuwe dingen, wat de fans me trouwens niet altijd in dank hebben afgenomen. Heel het Jupiter-idee was natuurlijk redelijk megalomaan – het is gekkenwerk om drie platen zo kort na elkaar uit te brengen (het basisidee was de nummers voor deel twee en drie te maken tijdens het toeren van deel een en deel twee, dus alles tegelijk – red.). De hoeveelheid werk in die relatief korte tijd sloeg feitelijk nergens op, maar ik heb toch van elke minuut genoten. Ik sprak er gisteren nog over met Tom (Swart, toetsenist bij Blaudzun). Die trilogie is als geheel niet mijn beste werk, maar ik ben toch blij dat ik ze gemaakt heb. In het begin haakten toen de radiozenders af, dat was net in de periode dat 3FM en Studio Brussel in een transitie zaten – die wilden ineens radio gaan maken voor mensen die geen radio luisterden. Gelukkig kwam dat weer goed met de release van het derde deel, waar “Hey Now” op stond. Ik blijf dus trots op die trilogie, alleen was het op commercieel vlak niet de beste beslissing – een deel van mijn publiek raakte ik tijdelijk kwijt, carrière-technisch was dat zeker niet mijn beste zet.”

enola: Ook in publieksomkomst was er een terugval te merken, van volle AB’s in 2014 naar kleinere clubs als Trix en Kreun nu.

Sigmond: “Als het om België gaat, ben ik het helemaal met je eens. Ik weet niet hoe we het hier moeten over hebben, maar wie neemt wie wat kwalijk? Het is niet echt leuk om te zien, maar carrières van artiesten gaan altijd met pieken en dalen. Het is natuurlijk wel een vreemde gewaarwording dat ik eerst de AB Box uitverkocht, daarna de grote zaal, Rock Werchter en Pukkelpop heb gedaan, en nu sta ik met heel veel plezier in de Kreun en in de AB Club. En ik wil niet zeggen ‘ok, dat was het dan’, want ik wil best terug naar die grote zalen en festivals. Maar niet door mezelf of mijn muziek aan te passen. Het publiek dat er toen was, weet mij gelukkig nog wel te waarderen, ik zie nog zoveel passie en liefde uit die kleinere zalen naar het podium terugkomen. En als het er 300 zijn, kunnen het er ook 600 of meer zijn, ja toch?”

enola: En ondertussen is ook de muziekindustrie veranderd.

Sigmond: De fysieke verkoop van cd’s en lp’s is een stuk minder dan 10 jaar geleden. In de hele muziekscene is dat zo, alhoewel mijn laatste plaat het in Nederland toch redelijk goed heeft gedaan. In België is dat heel wat minder, er is ook geen radiostation dat mij regelmatig draait. Ik neem dat niemand kwalijk, want er is natuurlijk veel te kiezen. In Duitsland word ik dan wel veel meer gedraaid op de radio. Waarom het daar wel kan en in België niet is mij een raadsel, maar ze zijn in België nog niet van me af.”

enola: Een van die nieuwe dingen die je afgelopen jaar deed, was de voorstelling “Oscar” in Carré. Hoe ben je bij deze hommage aan Oscar Carré terechtgekomen?

Sigmond: “Carré wou al heel lang iets mij doen, en het Scapino Ballet had in het verleden ook al iets met The Nits gedaan, dus zij vonden dat ook wel interessant. Eigenlijk was ik in het begin nogal sceptisch, want ik kon me niet voorstellen wat dat ging worden en was na het eerste gesprek niet echt overtuigd. Maar toen ik er verder over nadacht, dacht ik dat het misschien wel kon werken – het hiel wel dat ze enkel met Blaudzun-muziek wilden werken. Het was een fantastische ervaring, en dus heb ik er totaal geen spijt van. Het was bovendien ook een groot succes: de voorstellingen liepen slechts drie weken, maar we hadden nog wel even kunnen doorgaan, zoveel vraag was er. Er is een kans dat er een herneming komt, maar dat staat nog niet vast.”

enola: Hoe zie je de betrokkenheid van de rest van de band bij al die nieuwe wegen?

Sigmond: “Blaudzun is geen band, al kan je dat live wel zo beschouwen – we zijn al die jaren al redelijk consistent, er is weinig verloop. Maar Blaudzun, dat ben ik: ik bedenk het, ik schrijf het en ik produceer het. Ik doe dat wel graag met een vaste club talentvolle mensen, het liefst zo lang mogelijk met dezelfde club omdat je toch naar elkaar toegroeit.”

enola: Omwille van de pandemie liep live spelen dit jaar niet echt gesmeerd. Er was de promotour in het voorjaar, die nog een klein staartje kreeg in oktober, en dan waren er nog festivals in de zomer.

Sigmond: “Op festivals stap je echt in een ander energiebad. Plus, als het een gratis festival is, is het ook al weer minder evident. Pinkpop was te gek, maar je weet ook wel dat een deel van de mensen die daar voor het podium staan niet voor jou zijn gekomen.”

Maar ook in Carré vond ik het fantastisch, al was het idee dat kort daarna de clubtournee verder ging ook wel fijn. Ik kon heel goed van het een naar het ander switchen. Al moest ik goed geconcentreerd blijven: ik heb tijdens de Carré-optredens meer dan ooit op mijn fysieke gezondheid gelet. Normaal gezien is het niet zo erg als ik de avond voor een clubshow een feestje heb gehad. Ik kan de setlist veranderen, of een liedje overslaan, of ik laat het publiek wat langer meezingen. Maar bij de Carré-shows ging dat niet, want die shows leunden volledig op mijn stem; ik had er niet moeten aan denken dat dat mis zou zijn gegaan. Tijdens die weken heb ik echt als een topsporter geleefd.”

enola: Het is dit jaar ook tien jaar geleden dat Heavy Flowers uitkwam. Hoe voelt het om hierop terug te kijken?

Sigmond: “We vonden toch dat we daar iets mee moesten doen, want het is zo’n belangrijke plaat geweest. Ik ben met Heavy Flowers de hele wereld rondgegaan, en ok, het is slechts tien jaar, maar er is zoveel fantastisch live-materiaal, dat het zonde zou geweest zijn daar niks mee aan te vangen. Ik ben echt trots op het resultaat, het is een mooie deluxe vinyluitgave geworden.”

enola: Zit daar ook wat nostalgie in?

Sigmond: “Ik zou het niet echt nostalgie noemen, maar het is een feit dat het daar voor velen begonnen is. Ik word nog regelmatig aangesproken door mensen die me vertellen dat ze in de uitverkochte show in de AB waren in 2014, of op Rock Werchter in 2015. Voor heel wat mensen zijn dat belangrijke momenten geweest.”

enola: Even naar volgend jaar: in het voorjaar staat al een theatertournee gepland, enkel in Nederland voorlopig.

Sigmond: “Ik moet het nog allemaal uitwerken, maar het zal alvast met minder mensen op het podium zijn. Iets intiemer, iets akoestischer. En ik ga ook nieuw werk spelen – we zitten nu in de studio aan meerdere liedjes te werken en daar wil ik volgend jaar iets mee doen. Ik heb heel erg de behoefte om iets nieuws te maken, maar ook om nieuwe dingen uit te proberen.”

enola: En welke richting ga je dan uit?

Sigmond: “Ik kan er nog niet echt veel over kwijt, het is nog zo fluïde. Maar het zijn wel echte liedjes, waar de melodie centraal staat – misschien een toetje voor Lonely City Exit Wounds? Voor de rest wil ik in 2023 nog wel wat festivals doen en in het najaar een kleinere clubtour, hopelijk dan ook weer in België.”

enola: Hoe belangrijk is de fiets voor jou?

Sigmond: Ik fiets regelmatig, toch zeker twee à drie keer per week. Fietsen is een manier om mentaal fit te blijven. Ik vind het heerlijk, ik heb nooit muziek op en ik fiets vaak alleen. Het voedt mij ook met nieuwe gedachten en ideeën voor liedjes.”

Ik ben niet zo fanatiek als mijn broer Jakob – hij heeft vroeger nog wedstrijden gefietst en is echt wel heel erg fit. Ik doe het gewoon voor de lol en zou me nooit vergelijken met welke prestatiefietser ook. Ik volg de wielersport ook wel fanatiek, al is het in de winter iets minder. Naar het veldrijden ga ik pas weer kijken eens Van Aert en Van der Poel meerijden.”

En de dames, die volg ik ook. Gelukkig is daar de laatste jaren meer interesse in, want ik vind die wedstrijden vaak interessanter dan de mannen, ook de finales zijn al eens spannender.”

enola: Jouw interesse voor wielrennen is ondertussen ook wel bekend.

Sigmond: Ik krijg heel wat aanvragen voor shows en quizzen zoals De Slimste Mens, en ik zeg consequent nee omdat ik niet vind dat ik daar iets te vertellen heb. Maar als het over wielrennen gaat, kom ik wel af – het liefst in combinatie met muziek. Ik wil niet bekend zijn omwille van mijn tv-optredens, ik wil bekend zijn omwille van mijn muziek.”

enola: Hoe zit het eigenlijk met je beroemdheid in Nederland?

Sigmond: Laat ik het zo zeggen: ik kom weinig op de commerciële zenders. Maar een selfie na een kort gesprekje met voorbijgangers gebeurt wel dagelijks. Het is voorlopig te overzien, maar in mijn vrije tijd is het al wat moeilijker om zomaar een festivalterrein op te lopen. Het is een prettig ongemak, en gelukkig sta ik niet in de roddelbladen, daar ben ik allang blij om.”

enola: Hoe belangrijk is je broer voor jou privé en op muzikaal gebied? Wat is zijn inbreng in de songs?

Sigmond: Hij is heel erg belangrijk, ik kan me niet voorstellen om shows te doen zonder hem. Ook in de studio: hij komt soms met ideeën waar ik totaal niet aan gedacht had, en die toch perfect passen. En dan moet ik mijn plannen omgooien, want dan wil ik dat zijn idee er ook opkomt. Hij is wel veel minder sparring partner dan de mensen denken. Tom Swart is soms belangrijker, ook al omdat Tom veel meer een bandleider is dan Jakob. Maar Jakob en ik, we voelen elkaar zo goed aan. Ik hoef maar een beweging te maken en hij weet wat ik bedoel of waar ik heen wil. En dat is echt wel uniek, dat heb ik met niemand anders. Wat hij toevoegt aan muzikale ideeën is soms heel subtiel, maar heel erg bepalend.”

We hebben ook afgesproken dat we elkaar naast het werk moeten kunnen blijven zien als broers. We gaan regelmatig samen fietsen, de laatste keer was in de Ardennen. Dat moet je wel goed onderhouden, want anders zie je elkaar alleen in kleedkamers en op het podium.”

enola: Tot slot, we kunnen er niet om heen: de coronapandemie. Waren er wat jou betreft ook voordelen aan de stilstand die de pandemie veroorzaakt heeft?

Sigmond: “Ik zie maar weinig voordelen. Eigenlijk is er maar één: ik ben er meer op uitgetrokken in de natuur en heb veel de stilte opgezocht.”

Tijdens zo’n lockdown begin je ook enorm te waarderen wat je mist. In 2021 mochten we weer beperkt optreden, voor een zittend publiek en twee keer per dag. Iedereen had dat zo erg gemist, je zag gewoon dat de mensen er echt aan toe waren. Dat geeft toch aan dat muziek veel meer is dan een avondje uit, een biertje en wat dansen. Het is geestelijk voedsel. Het klinkt misschien archaïsch, maar je kon gerust van zielennood spreken. Dat heeft mij nog het meeste gestoord tijdens de hele pandemie: gebedshuizen mochten in Nederland volledig open blijven, maar de cultuur werd aan banden gelegd. Terwijl mensen dat evengoed nodig hebben, ze komen zich laven aan muziek en creativiteit. Dus dat nooit meer, wat mij betreft. Kunst is misschien geen eerste levensbehoefte, maar het zit er heel dicht tegenaan.”

Mensen grepen tijdens die periode ook terug naar muziek uit het verleden, dingen die ze kenden en die troost brachten. Dat verklaart voor mij ook voor een deel de hype of trend van de Nederlandstalige muziek. Net zoveel als halfweg de jaren 80, toen we ook in een crisissituatie zaten. In tijden van crisis grijpen mensen terug naar wat ze kennen.”

V2 Records
Beeld:
Andreas Terlaak

recent

Mark Schaevers :: De Levens van Claus

De recent verschenen lijvige biografie De levens van Claus...

Fischer-Z :: Triptych

John Watts lijkt de laatste jaren wel aan een...

The Dead Don’t Hurt

Viggo Mortensen heeft als acteur een langlopende en gevarieerde...

Chantal Acda & The Atlantic Drifters :: Silently Held

Met haar nieuwe studioalbum Silently Held spant de Nederlands-Belgische...

John Moreland :: Visitor

Op Visitor keert John Moreland terug naar de uitgepuurde...

verwant

Blaudzun :: _UP_

Eindelijk, een jaar na Jupiter II, is hij daar:...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in