Begin december, een zondagnamiddag gehuld in dikke donkergrijze mist waardoor het al avond lijkt nog voor de dag begonnen is. We schuiven bij aan een tafeltje in een knus Berchems café, samen met het drietal dat zichzelf High Hi mag noemen. Ook met hen kijken we eens terug op een overvol 2022: de release van de nieuwe plaat Return To Dust, een waanzinnige calvarietocht langs zo goed als alle grote gerespecteerde zomerfestivals in Vlaanderen (sorry but not sorry, Tomorrowland) en dan nog een clubtour in het najaar langs muziektempels als de AB, het Depot en Trix. De laatste noot is gespeeld, de laatste kreet geslagen, de laatste zweetdruppel op de podiumplanken gevallen: eens polsen wat ze er zelf van vonden. Knus bij de chauffage, in de zachte gloed van oranje licht, met warme thee en chocomelk. Ja, ook rock-’n-roll gaat op zondag al eens een taartje eten bij de bomma.
enola: Een logische eerste vraag, terugkijkend op 2022: was dit het jaar van de bevestiging?
Dieter Beerten (drums, zang): Dat mag je wel zeggen, ja. We waren wel al wat gehypet geweest vorig jaar, maar bij de release van de nieuwste plaat begin dit jaar hadden we wel al wat bekendheid opgebouwd binnen België. Er werd dus wat verwacht bij een grotere groep mensen.
Anne-Sophie Ooghe (gitaar, zang): Bovendien was dit ook het jaar van de ‘eerste keer’. Voor de eerste keer een uitgebracht album meteen overal live mogen spelen, de eerste keer op grote Belgische festivals – ditmaal niet in hun gereduceerde corona-uitgave – en de clubtour in het najaar. Vooral bij die laatste had ik het gevoel van: oké, de mensen komen hier echt voor ons. Op een festival voel ik me vaak nog wat de ‘underdog’, ik ga er niet vanuit dat het publiek daar bewust voor ons een ticket koopt.
Koen Weverbergh (bas): Dat heeft natuurlijk ook zijn voordelen; op festivals kan je zo wel meer bekendheid opbouwen bij een breder publiek, zeg maar zieltjes winnen. In een club … ja, daar kan je ze eigenlijk enkel verliezen. (smakelijke lach)
enola: Geef eens een moment van afgelopen jaar dat dit alles samenvat?
Dieter: Het moment waarop ik de eerste keer onze poster met aangekondigde shows zag. Al die concerten en festivals … Toen wist ik: ja, wij gaan daar overal staan.
Anso: Vlak voor de show van Werchter werd ons gezegd dat de tent volledig vol stond. ‘Wacht, hoezo? Voor ons? Zo vroeg op de dag?’, dacht ik. Ook de opluchting na de Lokerse feesten was een enorme ontlading waarbij ik de bevestiging voelde.
Koen: En uiteraard ook de show op Pukkelpop. We hadden er toch wel stress voor, en dan zien dat alles goed loopt: wauw.
enola: Gezien die onzekerheid bij sommige optredens: hebben jullie veel stress voor een show? Of zijn er speciale rituelen om dat te onderdrukken?
Dieter: Gezonde stress voelen we wel, maar niet dat die proporties aanneemt van ‘ik moet overgeven’. Al hebben we wel liefst wat momenten onder ons om ons op te laden.
Anso: Inderdaad, ik wil me wel op het gemak kunnen klaarmaken. Op sommige festivals moeten we de kleedkamer of backstage delen met andere groepen, en dan geraak ik toch niet meteen in de juiste focus. Bovendien kan ik ook echt niet gaan kijken naar het optreden voor het onze, dan neemt de stress wel toe.
Koen: Dat, en het traditioneel shotje rum, om de edge eraf te halen!
enola: Uiteraard zijn we ook nieuwsgierig hoe decadent het eraan toe gaat in al die backstages. Voorbeeldjes?
Anso: Sommige internationale artiesten willen dat de volledige backstage leeg is en iedereen wijkt voor hen. Op de Lokerse Feesten legde Kings Of Leon de afstand van de kleedkamers tot aan het podium, zo’n tweehonderd meter, in een geblindeerde wagen af. Daarbovenop moest de weg volledig vrijgemaakt zijn en mochten we hen zelfs niet zien passeren. En uiteraard was er geen sprake van side stage het optreden te bekijken.
Dieter: Dit mocht dan weer wel bij veel andere grote namen: The Vaccines, The Killers, Red Hot Chili Peppers. Maar we merken wel dat heel de omkadering heel professioneel geworden is; geen echte shenanigans gezien. Er is ook weinig ruimte om het wat te gaan uithangen als band: na de meeste shows word je toch redelijk snel de uitgang gewezen.
enola: Speaking of andere groepen zien optreden: zijn er zo concerten die je dit jaar wel gezien hebt en er enorm bovenuit staken?
Anso: Tame Impala, Haim en Jenny Beth op Pukkelpop waren allemaal echt heel goed.
Koen: DIIV vonden we alle drie heel goed. En persoonlijk ga ik voor Parcels op Werchter.
Dieter: Ik sluit mij daarbij aan, al was voor mij de ontdekking van het jaar Billy Nomates. Die sluit goed aan bij wat wij maken, al is onze huidige muziek hier niet op geïnspireerd. Bij de opnames luisterde ik vooral naar muziek die heel ritmisch en in zekere zin eclectisch is, maar tegelijk ook nog melodieus. Er moet een ongedwongenheid van uitgaan. Tame Impala of Flaming Lips.
enola: Ahah, een fan van Flaming Lips! Tijd voor de betweterige journalistenvraag van vandaag: verwijst de song “Yoshime” vanop de laatste plaat naar het nummer “Yoshimi Battle The Pink Robots” van voorgenoemde band?
Dieter: Goh, niet bewust neen. Het is eigenlijk een verbastering van “You See Me”. Dat is een beetje hoe onze lyrics meestal ontstaan: eerst stoot je wat klanken uit die kloppen met het ritme en de melodie, pas daarna gieten we deze in woorden. Wat niet wil zeggen dat onze teksten op niks slaan; op elke plaat komen we wel tot een bepaald coherent thema. Het zijn zaken die ons op dat moment bezighouden of interesseren. Op onze laatste ging het bijvoorbeeld over het hiernamaals en het eindige leven.
enola: Dieter, je gaf daarnet al wat elementen aan die een goeie popsong moet hebben. High Hi zelf heeft al erg verschillende nummers gemaakt, van compleet instrumentale rocknummers tot meer poppy dingen. Daarom – alvast onze excuses voor de lastige vraag – wat definieert voor jullie dan een goeie popsong?
Anso: Voor mij is dat een song waarbij ik alles kan voelen. Soms eens waanzinnig blij, dan weer wat ongemakkelijk … Er gebeurt altijd iets. Daarnaast moest het een goeie productie en refrein hebben. Eerste voorbeeld waar ik zo aan kan denken: “How Can I Make It OK?” van Wolf Alice. (Didi vult aan) En elk nummer op Rumours van Fleetwood Mac.
Dieter: Het moet blijven hangen. Je beleeft het nummer in een ruk, en als het over is, wil je het meteen opnieuw beluisteren. Goeie songs kan je ook niet zomaar maken, je moet ernaar graven. En als er die initiële klik is, moet je erop blijven puren om te zien of je er echt iets goeds uit krijgt. Waarmee ik niet wil zeggen dat je gewoon moet wachten tot de perfecte song door het raam naar binnen gewaaid komt; je moet wel degelijk actief op zoek gaan.
enola: En een eigen nummer dat aan al deze criteria voldoet?
Anso: “Open Door”. Dat vat ons album goed samen.
Dieter: Ik vind dat misschien ook wel ons meest grensverleggende nummer. Het volgt geen typische structuren, refreintjes, maatsoorten …
enola: Als je zegt dat goede muziek je moet overkomen, is dit dan ook hoe jullie nummers ontstaan?
Dieter: Wel, ik ga inderdaad niet per se proberen de perfecte song te schrijven, want dat werkt uiteraard niet. Een veel betere insteek is vaak iets nieuws te proberen, iets wat me uit balans brengt, en dan op te bouwen, laag per laag. Zo zoek ik een goeie drum, oké dat werkt, dan een goeie bas, ja dat werkt ook, en zo kijk ik wat ik ermee kan opbouwen. Nu, ik maak nummers uiteraard ook niet alleen, we hebben elkaar nodig om dingen af te maken en echt te klinken als High Hi.
Koen: Ja, ideeën ontstaan misschien bij een iemand, maar we merken wel dat als we samen spelen de beste nummers voor een directe gezamenlijke klik zorgen. Dan kan je er uiteraard wel nog achteraf wat aan schaven, bijvoorbeeld op vraag van de producer.
enola: Die producer was op Return To Dust opnieuw Daan Schepens. Past hij goed in het proces van High Hi, stimuleert hij jullie om uit balans te geraken?
Dieter: Ja, we kunnen open en eerlijk met hem communiceren. Dat hebben we nodig om oprecht te kunnen luisteren naar zijn mening als buitenstaander, maar ook om zijn suggesties eventueel te kunnen afschieten. Aangezien hij wat meer muzikaal geschoold is, kan hij soms andere dingen horen dan wij: speel dit akkoord eens anders, speel dat eens eenvoudiger.
Koen: Een goed voorbeeld van zijn invloed was bijvoorbeeld “Borders” op onze tweede plaat. Hij heeft echt de essentie uit dat nummer weten te halen en het zo verder uit te puren.
enola: Hoe mag het volgende album van High Hi klinken? Komt nu de ‘moeilijke derde’? Op zich was Return To Dust wel de derde, maar wel pas de tweede sinds jullie nationale bekendheid verworven hadden.
Dieter: Nee nee, die moeilijke derde hebben we nu gehad. Al wil ik niet eeuwig dezelfde langspelers blijven maken. Misschien moeten we maar eens een plaat volledig live opnemen, wie weet. Elk jaar sluit je hoofd zich iets meer op creatief vlak, dus alles wat je uit je routine kan doen breken, is welkom en moet je proberen, vind ik. Maar we gaan ook niet koste wat het kost een andere koers proberen varen. Als je goeie dingen kan maken, breng ze gewoon uit.
Koen: Een andere set-up kan er ook voor zorgen dat bepaalde nummers, misschien zelfs publiekslievelingen, niet meer in een set gaan passen qua stijl. Dit gebeurde bij onze tour dit jaar bijvoorbeeld met “Baseball Fights”. Sommige mensen vinden dat dan wel jammer, maar je moet als groep ook kunnen variëren. Kom nog eens kijken, misschien spelen we het dan wel.
Anso: Ik kijk niet enkel uit naar hoe die volgende zal klinken, maar ook hoe die eruit zal zien. Het artwork is voor ons belangrijk. Deze was bij Return To Dust duidelijk aanwezig, met de outfits, het grote doek tijdens optredens, enzovoort. Net als de teskten definieert dit voor ons een bepaald punt in de tijd, het punt waarop een album tot stand komt. Bij een volgende release hoort dus opnieuw een duidelijk onderscheidbare stijl.
enola: Dat klinkt alsof jullie nog veel wilde plannen hebben dus. Horen we daar al resultaat van in 2023?
Dieter: We gaan volgend jaar vooral wat nieuwe dingen proberen, dingen schrijven. Ik kijk dus zeker uit naar 2023, ook al wordt het een heel ander jaar dan dit. Er ligt nog niks definitief vast qua releases of optredens, en dat is wel eens fijn. Als die release er dan toch komt, misschien pas in 2024 of later, zou ik ook graag eens meer in het buitenland spelen. In België hebben we heel mooie shows gespeeld, maar ergens voel ik wel al een plafond. Primavera, Best Kept Secret, whatever. Laat maar komen!
Anso: Akkoord, maar ik ben nog wel benieuwd wat we nog uit Return To Dust kunnen halen. Dat verhaal is voor mij nog niet af. Het zoeken en graven naar iets nieuws, dat vastleggen en laten verder evolueren voor een publiek: het is nooit af, het heeft geen einde. (gelukzalige glimlach)
enola: Geen paniek; interviews hebben dat gelukkig wel. We kijken alvast mee met jullie uit naar volgend jaar!