STIKSTOF, nog steeds de hardst tikkende tijdbom in Brussel, is aan hun vierde album toe. FAMILIE BOVEN ALLES heet dat statement: hun eerste sinds doorbraakplaat OVERLAST, hun eerste op een major label. En ook hun eerste sinds het monstersucces van Zwangere Guy. Wat is er allemaal veranderd sinds 14 april 2010, zoals ze zelf rapten op “2010”?
Gorik van Oudheusden (Omar G/Papa ZG): “Toen, dat was samenkomen met een hele bende op het Sint-Katelijne plein (ook wel eens 54 genoemd in de volksmond, red.): mensen van scholen als Sint-Lucas, Maria Boodschap, Imelda. En dan mensen zoals ik, die geen diploma hadden. (kijkt naar Jazz) “
Jasper De Ridder (Jazz Brak): “Inderdaad.”
Van Oudheusden: “Iedereen had daar zijn plek. Je kon daar voor nog geen euro een pint kopen in de nachtwinkel. Dat was goedkoper dan op café gaan. Dat was het plein waar wij elkaar zijn tegengekomen. En daar werd gebeatboxt, gedanst, er was een scene op het Sint-Katelijne. Waar Jazz écht deel van uitmaakt.”
enola: hebben jullie ooit in een andere taal gerapt dan het Nederlands?
De Ridder: “Helemaal in het begin. Je rapte gewoon in een taal die je sprak, of dat nu Nederlands, Frans of Engels was. “
Van Oudheusden: “Jazz rapte zelfs in het ‘beschaafd Nederlands’, met een accent. Dat was raar, toen heb ik wel gezegd: ‘Jazz, arrête’.”
De Ridder: “Daarna zijn we begonnen in het Nederlands. Ik zou nu een tekst in het Frans of het Engels kunnen schrijven, maar die zou niet even diep gaan.”
enola: hoe is STIKSTOF dan voortgekomen uit dat freestylen?
De Ridder: “We kenden elkaar niet zo goed, buiten van aan een bankje af en toe eens te rappen. Ik rap, hij rapt, wij rappen. Op een avond belande ik bij Gorik thuis in Jette. Ik woonde toen zelf nog bij mijn ouders. We schreven, ik bleef daar slapen.”
Gorik: “Meteen, zo?”
De Ridder: “Ja, vanaf de eerste dag.”
Gorik: “Met croques monsieurs bij mij in de zetel. Nice.”
De Ridder: En Gorik kende Paulo (Rietjens, derde rapper en beatmaker bij STIKSTOF, red.) al. Hij maakte beats. Ik rapte toen ook nog met andere mensen uit Schaarbeek, mijn kant van Brussel. Paulo kwam dan met het idee om een plaat te maken. We zouden al onze copains uitnodigen en een vinyl van maken. Dan zijn er wat rondetafelgesprekken geweest, waar ik zelf trouwens nooit bij was. Ik was toen op Erasmus in Nederland, daar waar de coffeeshops waren. Toen ik terugkwam bleek dat er uiteindelijk altijd maar vier man aanwezig was: Vega (DJ bij STIKSTOF, red.), Gorik, Paulo, Maxim (alias Rosko, lid van STIKSTOF tot 2018, red.). Wij dachten: als die anderen niet wilden meedoen, of er geen tijd voor maken, wij het dan wel zouden doen. En toen hebben wij de heilige vrijdag ingeroepen. Elke vrijdag kropen we in de studio. Dat hebben we jaren aan een stuk gedaan.”
Gorik: “In 2014 hebben we dan onze eerste plaat gemaakt en uitgebracht. Het werkte, vonden we. We voelden, ‘dit is nice.’”
De Ridder: ”De positieve reacties stimuleerden ons ook om optredens te regelen en die songs uit te brengen. Wij kwamen alle vijf van een andere kant van Brussel, met een andere vriendengroep. Als die allemaal samen hun vriend in de band komen supporten, dan heb je al snel een jeugdhuis vol.”
Gorik: “Een kliek, een familie.”
De Ridder: “Een goeie kliek, een goed publiek. Toen voelde wij ook: we gaan nu niet stoppen, we gaan verder, dit is tof. En zo kwam er een tweede show, nog meer shows…”
enola: hoe kijken jullie nu op die eerste twee platen terug?
De Ridder: “Ik kan die nummers niet meer horen, alleen al vanwege mijn stem. Het is normaal dat ik niet meer rap zoals op mijn 21 natuurlijk. Maar er zijn nog altijd fans die me zeggen dat die eerste plaat hun favoriet is. Dat snap ik persoonlijk niet, maar je hebt daar als luisteraar natuurlijk ook een ander gevoel bij. Een nummer van tien jaar geleden horen, kan zoveel herinneringen oproepen: met wie je waar naartoe ging, waar je iets voor het eerst hoorde. Alles komt dan terug. Maar voor ons waren die platen het oefenwerk voor wat we nu doen. Wij blijven ook oefenen om beter te worden.
Verandering en structuur
enola: er is veel veranderd sinds jullie pleintjesjaren. Allereerst, vind je dat Brussel een meer opgekuiste stad aan het worden is?
Van Oudheusden: “Neen, zeker niet. Ik denk dat de gentrificatie in bepaalde wijken zeker hard aanwezig is. Maar die is al jaren aan de gang, dat is gewoon de evolutie van een stad. Maar alles naar de buitenwijken verbannen, dat is nooit haalbaar in een stad als Brussel. De banlieus werken hier anders. De rand van Brussel is rijk. Wij zijn dan weer mensen met weinig geld en weinig achtergrond, maar die wel een structuur hebben. Dan heb je mensen zonder die structuren, mensen die in armoede zitten. In Brussel zitten we daar nog altijd met hoge cijfers. Maar Brussel zal altijd Brussel zijn. Je hebt hier Anneessens en daar de Chicago (wijst in het rond). Er gaan hier altijd gegentrificeerde zones zijn, met daarnaast nog steeds het ghetto. Brussel wordt niet opgekuist. Waar het kan, wordt er geïnvesteerd. Maar waar ze het niet kunnen of willen, laten ze het verloederen. Ik weet niet hoe ze de problemen hier gaan oplossen, maar het gaat lang duren. Brussel is anders.”
enola: met OVERLAST braken jullie in 2018 ook buiten Brussel door.
Van Oudheusden: OVERLAST was ongetwijfeld het meest volwassene wat we tot dan toe al gedaan hadden. Zeker bijvoorbeeld hoe ik op “DEF” rap, of Jazz op “GELE BLOKKEN”. Het ging niet meer elke twee tracks over jonko (joints dus, red), over “ik voel me beter dan jou”. OVERLAST was minder speels. We waren ook al een paar jaar ouder.”
De Ridder: “We waren geen gamins meer.”
Van Oudheusden: “De eerste twee albums zijn gemaakt in de kelder van Paulo zijn ouders. Daarna is Paulo alleen gaan wonen, we trokken weg uit de kelder. En we waren hongerig. Er was dan ook een AB-show gepland. Toen kwam er toch een versnelling, maar op een meer volwassen manier. We wisten dat we het konden, maar wel op onze manier. En dat is nog steeds zo, dat zullen we bij STIKSTOF nooit opzij schuiven. Vreemd dat nog niemand vandaag ons gevraagd heeft waarom wij nu op Universal zitten.”
enola: dat was één van onze volgende vragen.
Van Oudheusden: “Ik heb jullie vragen geschreven.”
enola: in jullie “101 Barz”-sessie (Nederlandse hiphopshow, red.) rappen jullie zelf over die evolutie van naïeve jongens naar structuur, naar inderdaad tekenen bij Universal. Was dat een volgende grote verandering?
Van Oudheusden: “Alles is nu veel meer gestructureerd, we voelen ons nu veel meer ondersteund dan toen we alles zelf deden. En langs de andere kant laten ze ons eigenlijk gewoon vrij. Wij zijn artistiek zodanig on point ook, wij hebben zodanig een mening, omdat we alles zelf creëren. Als je voelt: ik kom hier sterker uit, en zij ook, dan denk ik dat je bij iets kunt uitkomen waar je je comfortabel bij voelt. Je kan het samenvatten in een paar zinnen: werk slim, werk niet te hard. En er zijn mensen die heel veel nadenken voor we iets gaan doen. Want we zijn een familie. Zo voel ik mij daarbij.”
enola: begrijpt men in Nederland die Brusselse sfeer in jullie muziek? En wat zijn jullie ambities bij de noorderburen?
Van Oudheusden: “Ik denk dat de muziek die we maken universeel is. Met Nederland zijn wij niet zo bezig eigenlijk, omdat zij niet met ons bezig zijn. Mensen vinden zelf wel waar ze naar op zoek zijn. Ik denk dat Stikstof en Zwangere Guy daar goede voorbeelden van zijn. We maken deze muziek in eerste instantie voor onszelf. Daarna gooi je je songs wereld in en gaan die een eigen leven leiden. Dan is het van mond tot mond, telefoon tot telefoon, hand tot hand. Dan heb je niet meer zelf in de hand.”
enola: tegenwoordig zijn sociale media heel belangrijk daarin. Jullie zijn daar ook goed in. Tegelijkertijd rap je op “GRONDLEGGERS” ook over hoe jullie zelf vroeger geen Instagram hadden maar mixtapes. Zit daar een spanning op, de realiteit van hoe muziek werkt maar hoe je bent als persoon?
Van Oudheusden: “Wij zijn kinderen van de jaren ’80. Wij hebben op een bepaalde manier – ik denk op een vrij mooie manier – alles zien stagneren in de manier waarop muziek, social media, internet, communicatie, zich heeft ontwikkeld. Wij hebben nog genoeg van de tijd van “rien à foutre” meegemaakt, maar we weten ook welke moderne dingen we nice vinden. Instagram is de shit. Ik kan daarop mijn ding doen, tonen aan de mensen waar ik mee bezig ben. En tegelijkertijd denken we nog genoeg na over wat we echt voor onszelf houden. Wij zijn één van de weinigen groepen die nog echt doen wat ze willen, en dat is schaars in deze tijd. Zo simpel is het.”
Familie Boven Alles
enola: in “ALL CAPS” zeg je “rap was al dood voor jij brood at”. Is dat een verwijzing naar mensen die het “punk is dood”-achtige cliché op hiphop plakken?
De Ridder: “Je moet het niet te ver gaan zoeken in die tekst. Soms ben je gewoon aan het schrijven en klinkt iets krachtig. Je kan daar dan als luisteraar zelf iets aan toevoegen over wat die woorden voor jou betekenen. Dat is het mooie aan muziek. Een artiest zegt iets, en jij gaat daar iets anders bij voelen of een andere interpretatie bij bedenken. Je kan zaken zeggen die niet letterlijk te vatten zijn, en waar plaats is voor eigen invulling. Jij hangt daar nu die “punk is dead” aan op, en dat kan perfect.”
enola: is dat bij “Zij” ook zo?
De Ridder: “’Zij’ is wél echt benoembaar. Gorik had zin om iets zachter te schrijven over de vrouwen in ons leven. Dan zet je je neer en neem je je voor iets te schrijven over de vrouwen die voor mij belangrijk zijn in mijn leven. Ik heb een dochter van vijftien maanden. Mijn deel van de tekst is helemaal geschreven met mijn vrouw in gedachten. Maar toen kwam ik op het einde van mijn tekst en besefte ik dat ik het in één zin plots naar mijn dochter kon trekken. Heel die tekst gaat eigenlijk over mijn dochter, maar dat besefte ik pas op het einde.”
Van Oudheusden: “Schoon!”
enola: je hoort je dochter ook aan het einde. Was dat ook iets waarvan je voelde: ik moet dit gewoon doen?
De Ridder: “De track was af en ik hoorde haar erin. Als vader maak je natuurlijk heel veel foto’s en filmpjes. Op een ochtend zat mijn dochter bij mij geluidjes te het maken. Op een bepaald moment zei ze “dada”. Dat is zo mooi nu terug te horen altijd. Elke keer als ik die track nu hoor, krijg ik kippenvel. Je kind zo’n plek geven op een album is heel speciaal. Ze staat ook bij de bedankingen op de hoes. Maar “Zij” was dus wel echt werken in thema, wat heel anders is dan bij een track als “All Caps”. Daar vlam je gewoon.”
enola: van vlammen gesproken: waarom hebben jullie jullie Skoda in brand gestoken voor de clip van “AMBRAS”?
Van Oudheusden: “Dat is de oude wagen van DJ Vega, en hem in brand steken leek een logische begrafenis. We moesten degelijk afscheid van de Skoda nemen, we zijn daar naar honderden mooie shows mee gereden. Wij komen van ver hé. Aah de Skoda (droomt weg). Kijk, wij hebben de laatste drie jaar aan een album gewerkt waarvan we dachten dat het onmogelijk was van zoiets te maken. Het DNA van de hele groep is veranderd. We hebben Rosko uit de groep weten stappen. We hebben Paulo, die mijn rechterhand is in alles wat ik doe, mijn partner in crème. Hij is de crème de la crème. Hij is top. Hij regelt de dingen. Hij laat alles goed klinken. Ik heb even een era gehad met Zwangere Guy. Wat we nu met STIKSTOF doen, valt in drie woorden samen te vatten, namelijk Familie Boven Alles. Daar gaat het over op deze plaat: voor elkaar klaar staan, er zijn voor elkaar wanneer één iemand in de problemen zit.”