Novastar :: ”Het voelt alsof ik nu pas begin. Altijd een goed teken.”

Alweer heeft het even geduurd, maar deze keer lag het echt niet aan hem. Zijn beoogde producer werd ziek, en dus moest Joost Zweegers het roer wel omgooien. In Engeland nam hij met de toetsenist van Noel Gallagher andere songs op dan eerst voorzien, en vandaag ligt met In The Cold Light Of Monday dan toch een knappe, nieuwe Novastar in de winkel.

Hij zit net niet te wippen van vreugde op zijn stoel. Joost Zweegers is gelukkig. Blij dat er eindelijk weer een nieuwe plaat is, en hij wil je laten geloven – neen, hij is ervan overtuigd! – dat dit een nieuw begin is. Eindelijk had hij zich niet in de luren laten leggen door het lot, hij had zich geen crisis laten aanpraten toen zijn oorspronkelijk beoogde producer John Leckie afzegde, en was doorgegaan. Goed, vertraging was er nog altijd, maar dus: geen crisis, dat was belangrijk. Het lijkt de deur naar een nieuwe, andere toekomst te hebben geopend.

Joost Zweegers: “We waren eigenlijk klaar voor opnames toen John uitviel. Jaren hadden we samengewerkt, weken was hij bij mij komen wonen om de songs voor te bereiden, en plots was dat weg. Dat was een enorme klap, maar dezelfde nacht nog keek ik naar mijn vrouw en zwoor haar dat ik de boel deze keer in handen zou nemen. Even later heb ik meteen gebeld naar Mikey Rowe, Noel Gallaghers vaste toetsenist met wie ik in het verleden al had gewerkt, en was het beklonken. Samen met zijn technicus Andy Britton zou hij de productie overnemen. Enige voorwaarde: we zouden opnieuw van nul beginnen, niet verder borduren op wat ik met John had klaargestoomd. We wilden immers niet vechten tegen het gewicht van die samenwerking, en maakten dus een grotendeels andere keuze liedjes, en lieten die door een andere band inspelen. Mikey is overigens wel zo heerlijk Brits beleefd geweest om John te bellen dat hij die productie zou overnemen. Hij heeft zijn goedkeuring gekregen, natuurlijk. Zo netjes zijn ze wel. Maar met John zou het echt wel een heel ander album geworden zijn.”

enola: Hier had dus een andere plaat kunnen liggen?
Zweegers: “Voor het grootste deel dus. John stelde nog voor om zich gewoon te laten vervangen, maar daar had ik geen zin in. Ik wilde dat verhaal met hem afmaken, of niet maken. En zo zagen Mikey en Andy het ook. Meer dan de demo’s die ik thuis had opgenomen wilden ze niet horen. Ze hebben toen “Pale Eyes” bij wijze van test ingekleurd, een nummer dat ik aanvankelijk niet eens voor het album had geselecteerd, maar de versie waarmee ze terugkwamen was zo waanzinnig prachtig dat het wel moest. Dat was het voordeel aan die benadering. Sommige songs was ik alweer een beetje vergeten, maar zij toonden me wat erin zat. “Home Is Not Home” ging nog net iets anders. Daarvan was John niet overtuigd, en ook de jongens in Brighton niet, maar mijn A&R bij Sony was echter onverbiddelijk: allemaal goed en wel, maar dit moet op de plaat komen. Ze hebben het onder protest dan toch maar gedaan, en dat kreeg zo’n World Party-achtige vibe. Plots vond het zijn vorm, en werd het zelfs de eerste single. Natuurlijk zijn de jongens nu wél trots op dat nummer.”

enola: Met Mikey en Andy werkte je anders dan je gewoon was, zeg je. Hoe dan?
Zweegers: “Alles is overdag opgenomen, om maar te beginnen: helemaal tegen mijn gewoontes in netjes vijf dagen op rij van negen tot vijf, zonder nachtelijk jammen of opnemen. En we namen ook niet live op, zoals ik het graag deed, maar op de ouderwetse manier, instrument per instrument. Zingen om elf uur ’s ochtends, ben je gek? “Ja, jij gaat nu zingen.” Oké dan, fuck it. Alles is in twee takes gezongen in de voormiddag. Geen drank, geen nachtelijke sferen … Om te schrijven is dat top, om op te nemen misschien iets minder. Daar ben ik Andy en Mikey gevolgd, en door dat te doen en alles om te gooien, heeft alles ook een nieuwe kleur gekregen.”

enola: Kun je die kleur ook in woorden vatten?
Zweegers: “Open en fris. Brightonkleuren, noem ik dat. Ik heb tijdens de opnames vijf maanden in die stad gewoond, en dan trok ik elke ochtend om acht uur – totaal tegen mijn natuur in — over het strand van mijn woonplekje naar de studio in Hove, aan de andere kant van de baai, met de laaghangende zon in de blauwe hemel boven dat heel abstracte blauw van de zee daar. Het was al herfst, maar nog niet op een druilerige, grijze manier, en die kleur zit in de plaat. Brighton is echt een heel fijne stad, zowat het San Francisco van Engeland, met veel open, lieve mensen. Van de plaatselijke muziekscene heb ik helaas weinig meegepikt, daarvoor zat ik te veel in mijn eigen productie. Wanneer ik ’s avonds om vijf uur terug wandelde was ik meestal doodmoe. Het is vaak genoeg gebeurd dat ik thuisgekomen meteen in slaap viel en pas wakker werd de volgende ochtend, nog met mijn kleren van ’s anderendaags en zonder dat ik avondeten had gegeten.”

enola: Je noemt In The Cold Light Of Monday een verlengde van je debuut. In welke zin?
Zweegers: “Een verlengde is wat te zwaar uitgedrukt, maar er zijn overeenkomsten. Dit album heeft een soort frisheid en net als toen ben ik ook met completere composities aangekomen. Songs als “The Best Is Yet To Come” of “Lost And Blown Away” bestonden destijds al een hele tijd voor ik de studio introk, nu waren de nummers minder oud, maar ze waren wel even af. Het was enkel kiezen welke één geheel vormden en we zouden opnemen.”
“Er is iets dat de platen bindt, maar ik kan er niet echt de vinger op leggen wát. Ik voel het in elk geval, maar het gekke is dat ik me ook opnieuw voel zoals in het begin. Plots mocht ik afgelopen zomer op het hoofdpodium van Rock Werchter staan – een jongensdroom! – en kreeg ik laaiende recensies. In die zin is er ook iets “terug”, zelfs al is het niet hetzelfde.”

enola: Je had een paar jaar terug nochtans laten verstaan dat je door een boekerskwestie waarschijnlijk nooit meer op Werchter zou spelen.
Zweegers: “Ja, ik zat bij een andere promotor toen. En ik had het ook niet meer verwacht, maar net daarom was het zo’n eer om daar te mogen staan. Ik speel overal graag — ik kan ook hier voor jou op die piano beginnen spelen en mezelf verliezen -– maar toen ik dat nieuws hoorde was ik echt wel overdonderd. Want ik wist ook dat het met deze plaat te maken had. Iemand van Livenation is vooraf in Brighton komen luisteren, en vond ze zo goed. Tja, muziek liegt niet hé? Ik hoorde nog van mensen dat ik er toch wel vroeg was geprogrammeerd. Kan me niet schelen, al moet ik er om tien uur ’s morgen staan! Het was ongelofelijk. Eigenlijk voelt het alsof ik nu pas begin. Altijd een goed teken.” (lacht)

enola: Ik ben blij te horen dat je nog bij je vrouw bent, want als ik sommige nummers hoorde begon ik te vrezen dat dit een stevige break-up plaat was.
Zweegers: “Dat is het dus niet, je hoort gewoon dingen uit mijn verleden voorbij komen. Maar om eerlijk te zijn: analyse van tekst vind ik het stomste wat je kunt doen bij melancholische muziek, want dan kun je de fantasie weghalen. Iemand vertelde me hoe hij “Home Is Not Home” in het begin van de lente in zijn Toscaans vakantiehuisje hoorde, en het helemaal daarmee verbindt. Hij gaf er een heel andere betekenis aan, en dat mag. Dat soort dingen maak ik al mee van in het begin van mijn carrière. Wist je dat “The Best Is Yet To Come” nu op huwelijken wordt gedraaid? Als ik je vertel wat daar de echte achtergrond van is… (schatert) Laat het maar zo dus. Ik zing overigens wel over mijn vrouw hoor, maar dan vol liefde en dankbaarheid, zoals in “The Laines” waarin ik zing hoe ik me een kleine jongen voel. Ze doet het uiteindelijk maar, me vijf maanden naar Engeland laten verkassen terwijl zij voor onze drie kindjes zorgt. Dat zit er ook in, al is het soms niet letterlijk maar eerder onuitgesproken, hoe dit helemaal het avontuur van Joost-de-eenzaat was die net als toen hij zestien jaar was in Frankrijk op straat ging spelen.”

enola: Je drukt het nu ook uit als ‘ik ga regelmatig in Engeland werken’. Is het echt zo geworden?
Zweegers: “Ja. In november ga ik alvast weer naar Mikey en Andy om wat nieuwe songs te bekijken, want ik wil het volgende album graag weer met hen doen. De vorige samenwerking was een gok waar we meteen indoken nadat John afhaakte, nu kennen we elkaar, en kunnen we misschien wat meer spreiden. Ik heb al heel wat materiaal en ons werktempo is goed, dus ik denk dat we volgende zomer al heel ver kunnen staan. Ik zal niet zeggen dat ze af kan zijn dan, maar ik denk dat ik dat patroon van vier jaar nu eindelijk wel eens zal doorbreken.”

enola: Na twintig jaar: eindelijk!
Zweegers: “Ja, maar ik heb nu een heel goeie manager, die me achter de veren zit. (lacht) Neen, maar het is echt wel aangenaam: we hebben een heel goeie synergie, samen met het kleine team rond me –- enkel nog een boeker erbij — dat alles in handen neemt.”

enola: Heb je dat soort dingen rond je ooit te groot laten worden?
Zweegers: “Natuurlijk. Te veel, te groot, te alles, maar dat is natuurlijk achterafpraat. Op het moment zelf was ik daar heel gelukkig mee. Ik ben een gevoelsmens, die zich niet echt achter een imago verschuilt, altijd mezelf, en dat kan ook fout uitpakken. Als het dan te veel wordt, kun je de pedalen kwijtraken, en dat is wel eens gebeurd. Ik kan dat niet echt in detail herinneren — misschien heeft niemand dat ooit gezien — maar ik herinner me het gevoel nog.”

(denkt na) “Kijk, ik wil altijd het hoogste niveau halen, en live is dat gelukt. Mijn optredens zijn altijd puur en eerlijk geweest, dat heb ik nooit ‘zomaar even’ gedaan, maar dat zorgt er ook voor dat er geen pragmatiek is. Ik ben nochtans gewaarschuwd dat ik het ook eens als een job moet durven zien, maar dat kan ik niet, dus soms wordt het te emotioneel of te veel. Ik heb ook veel langer geworsteld met die gevolgen die ik overhield aan de gebroken voet die ik opliep bij een val in Vorst Nationaal dan ik dacht. Dat is nu veertien jaar geleden, maar ik heb nog altijd kapotte voeten. Sommige dagen kan ik niet lopen. Dat blijft, en daar heb ik mee moeten leren omgaan. Klinkt lullig, want ik vind mezelf niet zielig, maar ik ben er ondertussen achter dat ik dat wél mag zeggen, want daar is toen te luchtig over heen gegaan. Het is een heel zware beschadiging, en dat heb ik pas sinds ik in Engeland werk kunnen plaatsen. Ik heb dat wat weggeduwd, en die frustratie en pijn heeft niet altijd mooie kanten van me laten zien, ook niet aan mijn vrouw.”

enola: Je manager vroeg je wel beleefd om je nummers nu eindelijk eens herkenbaar te spelen.
Zweegers: “Ja! (schatert het uit) Dat was de voorwaarde. Ik was bang dat ik dat saai zou vinden, maar hij verzekerde me dat ik toch al levendig genoeg speel. Het klopte. Van de eerste seconde, de eerste repetitie en vervolgens de eerste try-out was het raak. Hij had helemaal gelijk. Ik stel tegenwoordig ook een setlist op, met een vast begin en einde, en in het midden vier of vijf songs waarin ik vrijheid heb. Ik heb mijn manager dus gezegd dat hij me soms in de hoek moet zetten. Met al die aandacht heb ik dat nodig en hij doet dat top. Zoals in die kwestie; dat was dus een goeie raad.”

enola: Het is ooit anders geweest. Ik herinner me hoe je op Werchter 2001, met Lars Van Bambost op gitaar, allemaal lange, uitgesponnen versies van je songs bracht.
Zweegers: “Dat was een tegenreactie op mijn debuut. Ik kijk daar nu anders op terug, maar toen vond ik dat het allemaal iets te veel de poprichting opging en die liveshows moesten dat opnieuw in evenwicht brengen. En de mooie speelstijl van Lars nodigde natuurlijk uit om zo’n versies te brengen. Het was ook na die tour waarin we het voorprogramma van Neil Young speelden; je kunt door ergere muzikanten beïnvloed worden. (glimlacht) Wat een gouden tijd was dat, man, die tour, ongelofelijk. Maar ja, het was afzetten tegen dat eerste album, al vind ik die nu nog altijd prachtig. Zo gaat het natuurlijk: als het schrijven even niet meer gaat, dan wijt je dat aan je vorige plaat. Nu heb ik dat niet meer, want er komt steevast iets uit. Ja, ik heb het gevoel dat ik op dat vlak wel in een andere fase zit.”

enola: Je hebt een soort vakmanschap verworven?
Zweegers: “Neen, want dat kan ik niet. Elke vorm van mathematisch denken of pragmatiek doet me blokkeren in het schrijven.”

enola: Ik bedoel het eerder intuïtief: je hebt ondertussen tientallen songs meer geschreven, dus ergens is het metier je in de vingers geslopen.
Zweegers: “Ook dan: neen, want dan zou alles op elkaar lijken, terwijl de meest positieve kritiek op In The Cold Light Of Monday net is dat elke song anders klinkt. Maar misschien heb je toch gelijk, want ik schrijf nog steeds minimaal vier nachten per week, dus de oefening is er. Ik kan nog altijd gaan slapen zonder dat er iets uitkomt en de goeie songs komen er net als vroeger plots uitgerold, maar nu bieden meer songs zich completer aan. Meer dan ooit ben ik verslaafd aan het maken van muziek, zit ik graag achter een piano, en dus duren mijn nachten almaar langer. Ik kan niet stoppen, puur uit egoïsme, maar zo is alles wat ik ooit schreef: enkel en alleen voor mezelf, niet per se om aan de buitenwereld te laten horen.”

http://www.novastar.be
Sony

recent

Perdidos en la Noche

Sinds Mexico in de tweede helft van de jaren...

Deadpool & Wolverine

Toen de eerste twee Deadpool-films kort na elkaar de...

Jack White :: No Name (Déja-vu)

Jack White maakt amper woorden vuil aan zijn nieuwe,...

Rock Herk 2024 :: Lieve jongens zonder schaamte

Een jarig festival vraagt om een feestje, Rock Herk...

Fremont

“Mensen met herinneringen schrijven de mooiste dingen.” Dat krijgt...

verwant

Novastar

12 juni 2022Best Kept Secret, Hilvarenbeek

Novastar :: ”Sommige melodieën laten je niet los”

Schreeuw het van de daken: Joost Zweegers heeft zijn...

Geike en Novastar

9 maart 2020Cultuurcentrum, Hasselt

Twee absolute klasbakken van Belgische musici op één affiche;...

Gent Jazz pakt uit met Kate Tempest en Nils Frahm

Na de levende legendes Sting (uitverkocht) en Van Morrison,...

Novastar

2 augustus 2019Dranouter Festival, Dranouter

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in