Meneer Sierens heeft een nieuwe voorstelling in elkaar gesjord en Gent zal het geweten hebben. Drie showbeesten en een one-man-band brachten op het podium van schouwburg NTGent een ode aan de verwarde mens. De mens die praat in onwetendheid, handelt uit gewoonte en treurt om geluk. Met de belofte een voorstelling te zijn die zou lichten en luchten vergapen we ons aan vijf personages die elk op hun eigen manier, zowel emotioneel als differentieel, een ramp zijn.
Baron Tom Vermeir en zijn vrouw zijn al enige tijd gescheiden. Hij heeft een nieuwe vriendin en wil naar Brussel verhuizen om met zijn verleden te breken. De baron besluit zijn kasteel te verkopen en nodigt ex-vrouw en zoon uit voor een laatste afscheid. Ook de oude buurjongen is van de partij voor deze laatste zomer. Deze laatste, gespeeld door een Robrecht Vanden Thoren die zijn beste Limburgs bovenhaalt, staat als fabrieksarbeider op de rand van ontslag in schril contrast met de bourgeois baron en zijn vrouw. Sierens verzoent hier twee ‘sociale klassen’ in één stuk, en wat blijkt: iedereen heeft zo zijn problemen. Vanden Thoren lijkt echter veel meer op zijn gemak als het jonge blaadje van baron Tom. Hij zet een Gents twentysomething verpleegstertje neer alsof hij nooit iets anders gedaan heeft (ieder zijn eigen hobby’s natuurlijk).
Ook Titus De Voogdt neemt beide kanten van zijn hermafrodiete zelf voor zijn rekening door zowel moeder als zoon neer te zetten. De Voogdt toont zich ook in deze productie van een acrobatische kant, zij het op een iets andere manier dan we van hem gewoon zijn. De lichamelijkheid van zijn spel wordt grotendeels herleid tot nerveuze tics van moeder en ex-echtgenote Babette, die onafgebroken op haar hakken staat te wiebelen. Enkele momenten van pure lichamelijkheid zijn verfrissend tussen de soms hilarische stukken tekst. Zo is er het perfect georkestreerde badmintonspel tussen Titus en Robrecht, dat door muziekmeneer Jean-Yves Evrard naar een hoger niveau wordt getild. Met deze veelzijdige muzikant wordt de muziek in Poepsimpel een personage op zich, en zelfs eentje dat constant van kostuum wisselt.
Wie de plot zwart op wit leest zou wel eens kunnen concluderen dat het hier om een banaal verhaal gaat, en dat kan zeker kloppen. Wat maakt dit stuk dan een ode aan de banale mens en niet een banaal stukje theater? Het zit hem allemaal in de balans, beste lezer. Een simpel maar prachtig decor van drie grote doeken die constant in beweging zijn in contrast met een zeer pathetische speelstijl en dramatische personages. Het tegenover elkaar plaatsen van de eerder rustig voortschrijdende speelstijl van Vermeir, de onderhuids woedende nervositeit van De Voogdt en de heerlijk plastische mimiek van Vanden Thoren is een combinatie die blijft boeien en die bovenal een enorm komisch effect heeft, zonder dat daarvoor ‘moppen getapt’ hoeven te worden. Schoorvoetend geef ik toe zelf eenmaal te hebben geknord van het lachen. Sorry.
Dit stuk is ongeveer even maatschappijkritisch als een aflevering van F.C. De Kampioenen, een vergelijking die mij te binnen schoot toen tijdens de laatste scène bleek dat de sleutel van de grasmaaier al die tijd al in het contact zat (cue de eindgeneriek). Dit is echter geen beschuldiging, maar een toejuiching. Ja, theater kan ook gewoon leuk zijn! Neen, er hoeven niet altijd heilige huisjes omver te worden gestampt! Soms zijn mannen verkleed als vrouwen en oneliners die buiken doen schudden zo verzadigend dat daar heus geen diepere betekenis aan te pas hoeft te komen (hoewel die er bij Arne Sierens toch altijd is, zij het net iets meer verscholen deze keer). Poepsimpel kan een tragisch blijspel over de condition humaine zijn voor wie dat echt wil, maar het blijkt toch vooral een extreem vermakelijk stuk theater voor iedereen, willen of niet.
Poepsimpel toert nog tot 23 maart in België. De volledige speellijst vind je hier.