Geef toe: meestal zijn die verzamelaars van je favoriete groep je geld niet waard ; de platenfirma denkt dat enkel singles in aanmerking komen. En ook de artiest is zelden goed geplaatst om het eigen werk te beoordelen. Tijd dus om het aan een professional over te laten, en wie beter dan een enola-medewerker om maandelijks de vijftien beste tracks van een artiest te selecteren. Deze maand: het beste van Pavement.
1.Trigger Cut/Wounded Kite at :17
Tweede single uit hun debuutplaat Slanted And Enchanted, die aanvangt met de fascinerende zinsnede “Lies and betrayals/Fruit covered nails/Electricity and lust/Won’t break the door”. Even later zingt frontman Stephen Malkmus “Ex-magician who still knows his tricks/Tricks are everything to me”. Kijk, dat vond onze tiener-zelf behoorlijk intrigerende lyrics. Waarom? Dat is ons heden ten dage nog steeds niet helemaal duidelijk. Muzikaal is het lied zowel een gejaagde mokerslag, met dank aan de halve zot Gary Young die toen nog de drumstokken hanteerde, als een lieflijk en bijna naïeve popsong, door de met falsetstem gezongen backing vocals.
Hoogtepunt: 0’16”. Na een gestaag opgebouwde intro waarin je werkelijk kan horen hoe Young alle moeite moet doen om zichzelf in de hand te houden en niet meteen alles uit de kast te halen, begint Malkmus – eindelijk – te zingen.
2. Perfume-V
Misschien wel de meest duistere song uit hun debuutschijf. Je hoort goed hoe Pavement eerst en vooral een noiseband was en pas later als popgroep ontwikkelde. Dikke pakken opeengestapelde fuzz in de refreinen en een eenzaam voortjakkerende baslijn in de strofes. “She’s got the radio active and it makes me feel okay/I don’t feel okay”, kweelt Malkmus alweer erg raadselachtig. Bedroog hij zijn toenmalig lief en wou hij zijn schuldgevoel van zich af schrijven?
Hoogtepunt: 1’30”. De song belandt voor de tweede maal aan het refrein. De bandleden zingen in canon elk hun stuk tekst en de puzzel klikt plots perfect in mekaar.
3. Here
Het dichtst dat Pavement ooit bij een melancholische ballade is gekomen. Denk er een draaiende spiegelbol bij, kies een slowpartner en de intimiteit hangt meteen in de lucht. Vooral tekstueel is het een erg sterk nummer: “I was dressed for success/But success it never comes/And I’m the only one who laughs/At your jokes when they are so bad/And your jokes are always bad”, klinkt het cynisch en liefdevol tezelfdertijd. Dat moet dus wel een liefdeslied zijn.
Hoogtepunt: 3’02”. De coda van het lied waarin een snerpende maar bijna onhoorbare sologitaar voor een wegdroommoment zorgt.
4. Stop Breathin’
Een van de piekmomenten op hun tweede plaat Crooked Rain, Crooked Rain. De flamboyante drummer Gary Young is vervangen door een wat minder excentrieke soortgenoot, Steve West. En dat hoor je: West speelt een pak slepender, minder egoïstisch en vooral met meer gevoel dan zijn voorganger. Malkmus bezingt ondertussen zijn voorliefde voor tennis: “Got struck by the first volley/Of the war in the court/Never held my serve/Send ‘em a wire, give ‘em my best.” Het is een wat bevreemdende en zelfs bloedstollende song die echter bij elke beluistering meer en meer beklijft.
Hoogtepunt: 3’31”. Het vanaf minuut twee opgebouwde slot ontploft eerst en implodeert niet veel later tot er enkel twee pielende gitaren resteren. Waarop West finaal nog eens flink uithaalt op zijn drumkit om er een krachtig punt achter te zetten.
5. Cut Your Hair
Doorbraaksingle voor Pavement uit Crooked Rain, Crooked Rain. In de tijd dat MTV nog niet continu commerciële bagger door tieneroren ramde, en je er best wat goede muziek kon ontdekken, werd de videoclip in heavy rotation op de zender gedraaid. Resultaat: de tiende plek in de Amerikaanse Modern Rock Charts. Muzikaal is het een popsong van het zuiverste soort. Vooral de oe-oe’s aan het eind van elke strofe werken erg aanstekelijk. Malkmus sneert richting de bobo’s in de muziekindustrie en hun overdreven hang naar imago.
Hoogtepunt: 1’36”. Zowat halverwege de song zit een brug zoals alleen Pavement die kan bouwen. Eerst valt het tempo stil om dan stelselmatig en onder leiding van drummer Steve West weer richting vollen bak te evolueren. Schilderen met geluid, zo zou je het ook kunnen noemen.
6. Gold Soundz
Na het succes van “Cut Your Hair” bracht de band “Gold Soundz” uit als tweede single. Het verwachte billboardsucces bleef deze keer echter uit. Mettertijd groeide het lied wel uit tot hét slackeranthem bij uitstek. Even poppy als zijn voorganger maar doorspekt met nostalgie. Het is vintage Pavement: melodisch maar tegelijk bezaaid met allerlei kleine weerhaken. Het is zo’n song die je hart iedere keer opnieuw een sprongetje doet maken als je de aanhef ervan hoort.
Hoogtepunt: 1’56”. “So drunk in the August sun/And you’re the kind of girl I like/Because you’re empty/And I’m empty/And you can never quarantine the past”, zingt Malkmus met een flinke portie weemoed aan het begin van de laatste strofe.
7. Range Life
Dat ook gezellig kabbelen tot de vaardigheden van de band behoorde, bewijst “Range Life”. Ongezien, of beter ongehoord was het in die dagen, een indierockband die zich aan een countrynummer waagde. En passant deelde Malkmus nog een stijlvolle tik uit aan de posers van Stone Temple Pilots en Smashing Pumpkins. Billy Corgan was alvast not amused. Het kostte Malkmus en co een plek op de affiche van Lollapalooza ’94. De revanche kwam echter een jaar later toen de band wel mee mocht draaien in het Lollapaloozacircus. En geef toe: wie maalt twintig jaar na datum nog om Smashing Pumpkins?
Hoogtepunt: 0’18”. Stephen Malkmus neuriet, praat, mompelt zich op overtuigende en kluisterende wijze doorheen de song en zorgt ervoor dat je als luisteraar bijna als vanzelf ontspannen achterover gaat leunen.
8. We Dance
Wowee Zowee. Een fragiele song die nooit echt losbarst maar evenmin stilvalt en die voortdurend op een slappe koord zijn evenwicht lijkt te bewaren. Malkmus haalde voor de tekst zijn inspiratie bij Sigmund Freud – getuige de eerste zin “There is no castration fear” – en bij The John Coltrane Quartet Plays… uit 1965. Check even de hoes van die jazzklassieker en zie het licht. Het was ook voor ons een verrassing.
Hoogtepunt: 2’14”. De drums vallen weg, de song lijkt ten einde maar Malkmus begeleidt zichzelf nog even op de gitaar, onderwijl neuzelend: “Maybe we could dance/Maybe we could dance/Together/Toge-ether”. Instant melancholie, elke keer weer.
9. Grounded
Volgens velen de beste song die Pavement ooit schreef. Alleen al de intro maakt dit nummer de moeite waard. Tientallen keren duwden we op de previousknop van onze aftandse cd-speler om hem opnieuw en opnieuw te beluisteren. Tel er de grommende uithalen die Malkmus uit zijn Jazzmaster toverde, de flageoletnoten van Scott “Spiral Stairs” Kannberg, de rustige vastheid van bassist Mark Ibold en de empathische drumroffels van Steve West bij en je hebt alles wat een indiemeesterwerk nodig heeft.
Hoogtepunt: 3’14”. De band keert terug naar de engelachtig klinkende repetitieve noten uit de intro om er een fantastische outro aan vast te breien. Pavement op zijn best.
10. Rattled By The Rush
De eerste single uit Wowee Zowee. Het lijkt wel of Malkmus – nooit verdacht van een smalle smaak – zich wat onwennig aan een stukje rap waagt, zo staccato zingt hij zijn nonsensicale tekst. Verder wordt het clowneske gehalte van de song opgekrikt door een koebel, een mondharmonica, een handvol gekke synthesizergeluiden en enkele net niet uit de toon vallende gitaarlicks. Laat u echter geen oor aannaaien, achter al deze gespeelde nonchalance schuilt een parel van een popsong die gefundeerd is op een modderfokker van een gitaarriff.
Hoogtepunt: 0’50”. De modderfokker knalt voor de eerste maal uit de speakers. Met de distortion vol open schudt Malkmus de riff uit zijn mouw, ondersteund door knallende cymbalen. Kleur krijgt het geheel door een chaotische pap van manische mondharmonica en hyperkinetisch gitaargefriemel. Of je nu wil of niet, headbangen zal je.
11. Flux=Rad/Fight This Generation
Eigenlijk twee songs die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. “Flux=Rad’ is Pavements prima gelukte poging om een pandoering van een punkrocksong te produceren. Malkmus schreeuwt de longen uit zijn lijf, de rest van de band steekt twee tanden bij om zijn retestrakke gitaarpartij bij te benen. Even abrupt als de song start, stopt hij ook. Malkmus perst vervolgens een bridge uit zijn magere lijf met de hulp van een tremolopedaal en een gesynthetiseerde strijkersectie, waarop het op een drone gestutte “Fight This Generation” pas echt uit de startblokken schiet. Als een mantra blijft hij de woorden uit de titel herhalen waarna de band de song afsluit met een geschifte coda.
Hoogtepunt: 3’39”. Malkmus speelt een handvol akkoorden en bouwt een drone op die als fundament dient voor een kritisch mantra waarin hij de pseudorebellerende houding van Generation X aanklaagt.
12. Shady Lane
Gebaseerd op een oersimpele gitaarriff en gelardeerd met de kenmerkende Malkusiaanse cryptische zinsnedes. Deze keer echter vertelt hij overduidelijk wel een echt verhaal. Bijna filmisch en met een flinke scheut ironie beschrijft de flegmatieke frontman een date tussen een ambitieloze slacker en een classy chick. Narratief gezien is het een van de beste songs die Malkmus ooit schreef. De videoclip bij het lied werd overigens geregisseerd door de fameuze Spike Jonze die u kan kennen van films als Being John Malkovich en het fantastische Her of de videoclips die hij maakte voor o.a. Björk, R.E.M. en Beastie Boys.
Hoogtepunt: 2’09”. Malkmus steekt subtiel de draak met all things religion: “Oh my God/Oh your God/Oh his God/Oh her God/It’s everybody’s God/The worlds collide but all that I want is a shady lane.” Zou hij een van die zeldzame Amerikaanse atheïsten zijn?
13. Starlings Of The Slipstream
Nog een song die vol woordspelingen en andere tekstuele spitsvondigheden zit. Wat dacht u van: “There’s no women in Alaska/There’s no creoles in Vermont/There’s no coast of Nebraska”? Of dit: “A slavic princess with a rose/In her teeth do you suppose/She would bite you if she could?” Alweer een fijn staaltje Malkmusian gibberish.
Hoogtepunt: 2’18”. Het nummer is af en Malkmus laat zijn gitaar nog een dikke minuut lang flink alle kanten op feedbacken.
14. Fin (Infinite Spark)
De meest epische song uit Brighten The Corners en eigenlijk ook wel de beste. Gedragen door een slome marching drum, gevoelige mineurakkoorden en minimaal gespeelde leadriffs declameert Stephen Malkmus alweer erg spitsvondige teksten. “Open call for prison architects/Send me all your blueprints asap/Stack the walls such that I cannot breathe”, zo vat hij de song aan. De hele band speelt erg ingehouden en lijkt collectief de adem in te houden. Een nummer waarbij je als vanzelf op een wolkje begint weg te dromen.
Hoogtepunt: 3’27”. Het lied barst los en Stephen Malkmus zet een dijk van een solo in die hij zo’n twee minuten lang aanhoudt. De geest van Pink Floyd is nooit ver weg.
15. Father To A Sister Of Thought
Pavement goes country. Met een voor een indieband atypische slideguitar die een hoofdrol in de song toebedeeld krijgt. Een lied dat trouwens een buitenbeentje vormde op het verder erg psychedelische Wowee Zowee. Benieuwd hoeveel fans Malkmus en co hun voorliefde voor de muziek uit het zuiden van de States hebben kunnen bijbrengen. Het moeten er toch wel wat zijn. Check overigens ook eens de met allerlei cowboyattributen opgefleurde videoclip.
Hoogtepunt: 3’03”. Het lied is ten einde maar de band breit er nog een outro aan om u tegen te zeggen.