De film:
De controverse was niet van de lucht toen American Sniper eind 2014 in de zalen kwam. Clint Eastwoods biografische film over Chris Kyle, een sluipschutter van het Amerikaanse leger die vier tours of duty in Irak deed en een recordaantal vijanden omver legde, ontpopte zich al snel tot een heet politiek hangijzer. Was de film een simplistische ode aan het leger, die de invasie van Irak wilde recupereren als een politiek en moreel juiste beslissing? Of was American Sniper, zoals Clints fans het uitlegden, juist een sluwe kritiek op Chris Kyle’s eigen oorlogszuchtige mentaliteit?
Nuja, laat ons zeggen dat die controverse vooral in Europa niet van de lucht was. In de VS werd de discussie gedeeltelijk wel gevoerd, maar op een heel andere toon. Het is namelijk opvallend hoe zelfs de meer liberale Amerikanen, die tegen de oorlogen in het Midden-Oosten zijn, zich altijd haasten om er aan toe te voegen dat ze écht wel bewondering hebben voor de soldaten zelf. Respectloosheid tegenover de armed forces is daar ongeveer even sociaal aanvaardbaar als necrofilie met een lid van de nabije familie, wat ook de benadering van deze film kleurt. Het is belangrijk om te begrijpen dat American Sniper is gemaakt in (en door) een cultuur die mateloze bewondering voor mensen in een uniform de normaalste zaak van de wereld vinden.
Hoe dan ook, een groot deel van het probleem zit ‘m in de manier waarop Eastwood resoluut vasthoudt aan het vertelperspectief van Kyle: een redneck uit Texas die geen flauw benul had van de politieke mechanismen achter de Irakoorlog, maar simpelweg zijn land wilde gaan dienen. De president beweerde dat de daders van 9/11 in Irak zaten en dus ging hij daar naartoe, einde verhaal. Kyle bewoonde een zwart-wit wereld waarin de Amerikanen de goeden waren en de Irakezen de slechten en zijn hele carrière in het leger was gebaseerd op een onwankelbaar vertrouwen in dat wereldbeeld.
In feite is dat dus een tragisch personage: hij vecht, maar hij weet eigenlijk niet waarom. Net zoals er een extreem pijnlijke ironie schuilgaat in Kyle’s uiteindelijke dood. Nadat hij het leger vaarwel had gezegd, hielp Kyle andere veteranen om hun trauma’s te overwinnen, onder andere door hen mee te nemen naar schietgalerijen. Daar werd hij op een dag vermoord door een mentaal verwarde ex-soldaat. Wat zoveel vijandelijke troepen niet hadden gekund, werd uiteindelijk alsnog volbracht door friendly fire.
Maar weet je wat het is… Eastwood presenteert dat allemaal niet als tragische ironie. Hij toont à lles door de ogen van Kyle, en dat is een personage dat zich zelden of nooit vragen stelt bij wat hij doet. Kyle’s wereldbeeld wordt nergens expliciet in vraag gesteld en als dat impliciet wél gebeurt, zoals sommige critici beweren, dan gebeurt dat zo subtiel en zo deadpan dat de clou ervan verloren gaat.
Tijdens een scène vroeg in de film ziet Kyle door zijn vizier hoe een jongetje van een jaar of tien van zijn moeder een bom toegestopt krijgt. Het kind loopt op een Amerikaanse tank af, wat Kyle verplicht om hem neer te schieten. De zorgvuldige manier waarop Eastwood die scène opzet om Kyle écht geen andere keuze te geven, berooft de film meteen van een interessant moreel dilemma. Kyle’s geweten is zuiver; in feite, suggereert de film, ligt de schuld enkel bij de moeder die dat kind een wapens in zijn handen stopte. Dat we nooit te weten te komen wie die moeder is of wie dat kind was, spreekt voor zich. Net zoals we geen enkel Midden-Oosters personage ooit leren kennen – zij zijn enkel een bedreigende massa, opgedeeld in terroristen en slachtoffers die verlangen naar American style freedom.
De enige vorm van sociale context komt er wanneer Kyle terug naar huis keert en merkt dat hij bij niemand terecht kan met zijn verhalen – er is nauwelijks opvang voorzien, en de paar mensen die toch proberen om naar zijn verhalen te luisteren, zullen nooit kunnen begrijpen wat hij heeft meegemaakt. Wat meteen de reden is waarom hij uiteindelijk toch geestesrust vindt in outreach-werk met andere veteranen: ex-soldaten weten tenminste zelf wat het is om in een oorlog te zitten. Dat is wellicht een terechte opmerking, maar het situeert American Sniper alweer in een conservatief hoekje van mannen-onder-elkaar: geen softe psychologische blabla voor deze kerels, maar een koud biertje en een geweer om af te vuren voordat ze broederlijk hun littekens vergelijken.
En dat terwijl American Sniper op puur logistiek vlak zo’n goede film is. Eastwood kan op zijn oude dag nog een strakke actiescène in elkaar knutselen waar je stijl van achterover valt; het tempo zit goed en Bradley Cooper houdt voor een keertje zijn neiging tot overacting onder controle, met een doorleefde, ingetogen vertolking. Enkel bekeken als cinema is American Sniper prima gemaakt. Alleen kan je je de vraag stellen of dat mogelijk is, een film over de Irakoorlog die geen standpunt inneemt. En zo ja, of zo’n film dan wel de moeite van het bekijken, laat staan het maken, waard is.
De blu-ray
Uitstekende beeld- en (vooral) geluidskwaliteit op de blu-ray editie van de film. Geen groot volume aan extra’s, maar wat er is, is wel interessant. Een documentaire over Chris Kyle en de manier waarop het scenario tot stand kwam, is opnieuw lichtjes frustrerend in de manier waarop hij om elke politieke kwestie heen probeert te trippelen, maar gaandeweg krijg je wel een goed inzicht in de manier waarop het allemaal is verlopen. Hetzelfde geldt ongeveer voor de meer traditionele making of documentaire, die het puur promotionele op een bewonderenswaardige manier overstijgt.