Blackhat

De film

De fans van regisseur Michael Mann stonden enkele maanden geleden op hun achterste poten toen verdeler Universal besloot om ‘s mans nieuwste film – overigens zijn eerste sinds Public Enemies zes jaar geleden – niet in de Belgische zalen te brengen. Oké, Manns reputatie heeft misschien een beetje een knauw gekregen sinds zijn hoogdagen in de jaren tachtig en negentig (Thief! Manhunter! Heat! The Insider!), maar dan nog blijft hij een van de meest relevante en visueel innovatieve Amerikaanse regisseurs van deze generatie. En die zou dan niet in de zalen raken? Schande!

We zouden dan ook heel graag berichten dat de beslissing om Blackhat rechtstreeks op home video te smijten een commercieel ingegeven dwaling is, maar… Tja. Dan zie je de film en kan je moeilijk anders dan toegeven dat er aan deze sof uiteindelijk maar weinig verloren is gegaan. Blackhat heeft niet meer te bieden dan een oubollig en ongeloofwaardig verhaaltje over cyberterroristen, bevolkt door bordkartonnen personages en gedraaid met die typische digitale video-look waar Mann zich sinds Collateral toe bekeerd heeft.

Chris Hemsworth speelt Nick Hathaway, een hacker die een gevangenisstraf van 15 jaar uitzit omdat hij een paar banken virtueel heeft leeggeplunderd. Hij wordt door de FBI uit zijn cel gehaald omdat een onbekende booswicht op enkele dagen tijd een Chinese kerncentrale heeft laten ontploffen én de soyamarkt heeft gemanipuleerd op de internationale beurs. Een typisch gevalletje van “we hebben een crimineel nodig om een crimineel te vatten, maar dan wel één met een goed hart die gaandeweg zijn morele verlossing kan verdienen”. Want zo gaat dat nu eenmaal in clichématige films.

Daarna tuimelt de prent van de ene vergezochte situatie in de andere: aanwijzingen vallen de speurders in de schoot naargelang de plot het dicteert, en wanneer die even opdrogen, maken ze gewoon een briljante deductie, gebaseerd op zo goed als niks, die altijd blijkt te kloppen. Die verwikkelingen brengen hen van de VS naar Hong Kong, Indonesië en andere plekken waar een Amerikaanse filmploeg goedkope locaties kan scoren. En dan zwijgen we nog van de bij de haren gesleurde romance die Mann er bovenop smijt, wellicht in een gedoemde poging om zijn personages wat menselijkheid mee te geven.

Bovendien lijkt Mann ongeveer tien jaar achter te lopen met zijn thematiek. Op een moment waarop de hele wereld bezig is met privacy-issues en met overheden die de bevolking bespioneren via hun smartphone, focust Mann zich alsnog op het soort cyberterrorisme waar men in de beginjaren van 24 zoveel schrik van had. De film voelt eigenlijk al achterhaald aan nog voordat hij goed en wel is uitgekomen.

De digitale visuals van de film zijn deze keer alvast een stuk minder storend dan destijds in Public Enemies – het helpt dat Blackhat geen period piece is én dat het grootste deel van de prent zich ‘s nachts afspeelt – maar we blijven nostalgisch naar Manns magistrale werk op 35mm film. Ook Blackhat heeft minder textuur, minder mooie kleuren en doodeenvoudig minder het gevoel van echt film te zijn. Regisseurs als David Fincher kunnen digitale camera’s misschien optimaal gebruiken om een filmisch effect te verkrijgen, maar Mann? Jammer maar helaas. Leg het rijke visuele palet van Heat naast dat van Blackhat en de verschillen blijven enorm.

Michael Mann is duidelijk toe aan herbronning. Wat wil zeggen: hij heeft dringend iemand nodig die hem een klassieke 35mm-camera geeft en een scenario over bankovervallers.

De blu-ray:

De fans krijgen als extra’s een nogal anemisch setje van drie making of-documentaires, die zich concentreren op de ontwikkeling van het scenario – want natuurlijk is de film wél brandend actueel! – op Manns regiestijl en op de cast. Het blijft allemaal erg bondig en promotioneel van aard. De technische specificaties van de disc zijn onberispelijk: elk lichtje van elke wolkenkrabber in Hong Kong komt even fel fonkelend naar voren.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in