Krankzinnig, dat is zowat het enige woord dat onze Nederlandse taal machtig is om The Hickey Underworld te beschrijven. Getuige daarvan de van de pot gerukte humor die al jaar en dag hét kenmerk van de groep vormt. Voor wie nog overtuigd moest worden, werp maar eens een blik op de promo “bijsluiter” op de groep zijn webstek.
Het is ondertussen algemene kennis: de eerdere geweldplegingen door de groep werden het gehoor van gitarist Jonas Govaerts deels fataal. Tengevolge werd deze brave ziel vervangen door niemand minder dan onze eigenste Vlaamse Pete Doherty, i.e., Tim Vanhamel. Altijd spannend, zo’n groepslid wissel. Hoe zal dat de sound van de groep beïnvloeden? Goed nieuws op dat vlak: quasi geen hol! Azijnpissers zouden kunnen argumenteren dat we het ondertussen allemaal al wel eens gehoord hebben. Daar valt slechts een iets op te antwoorden: alleen THU klinkt als THU, en zo hoort dat.
Goed, platen I en II sieren uw kast al, waarom zou u Ill (“ie-el-el”, geen Romeinse “3”! Die artiesten toch!) dan nog in huis halen? Omdat u het waard bent om tijdens het weekend uw wekelijkse kantoor frustraties te verwerken met het betere spul, daarom. Hickey klonk nog nooit zo coherent, zo gefocust. Het tempo wordt over het algemeen wat naar beneden gestemd ten opzichte van wat we van de groep gewend zijn, terwijl de lage frequenties wat aangedikt worden. Dat zorgt voor een loggere luisterervaring, eentje die wat trager onder de huid kruipt maar wel krachtiger gif rondstrooit. Het klinkt niet meer zo angstig als hun eerste, of zo glitterig als hun tweede, het klinkt veel vijandiger, dreigender. Een nummer als “DIY Lamborghini” is zo breed als een kast en torent twee koppen boven je uit, en kijkt je aan met een blik van “wat ga je doen, kleintje?”
Zanger Faltakh is nog steeds zijn typerende korrel in de stembanden niet kwijt, maar zingt hier wel meer dan ooit. Op dat vlak leveren de Heren ongetwijfeld het meest melodische THU album tot dusver af. Het feit dat er niet constant meer geschreeuwd wordt, zorgt ook voor meer afwisseling. Ironisch genoeg werd het pop-gehalte toch terug gedrongen t.o.v. de vorige plaat. Ja, dit gezelschap kan nog altijd een funky beat voortbrengen en een hook schrijven waar de Captain himself jaloers op zou zijn (“DWAMGOZ”!,”Seeing Eye Friend”!), maar tegelijkertijd werd de lawijt-knop ook verder opengedraaid. Nog nooit klonken de gitaren als zulke cirkelzagen, en daagde het gegrom van de basgitaar zo uit. En Faltakh mag dan meer zingen, zijn stem werd wel wat dieper in de mix gepusht. Er worden ook nieuwe horizonten verkend, zoals op “Conquistador”, dat voor een groot stuk naar de vuigere blues rock neigt. De eer van obligate tripnummer gaat deze maal naar “Colossal No”. Wie toch wat heimwee heeft naar de wat meer trashy begindagen, kan zijn hart luchten met “Floor Opened Up”.
Moge er geen twijfel over bestaan dat THU nog steeds de baardharen van je dorre smoelt schuurt met zijn typerende mix van swingende drums en vuile gitaren. Geen grote verrassingen op deze plaat, maar ook allesbehalve ontgoocheling. Gewoon een steengoede plaat van een redelijk unieke groep. Het verdict luidt dan ook eenduidig: Hickey for burgemeester from Antwerpen!