De klassieke stripgenres beleven een tweede jeugd. De piratenverhalen vliegen ons weer om de oren. Surcouf is een biografie, mee geschreven door een verre nazaat van de kaper.
Met de medewerking van Erick Surcouf aan deze tweedelige stripbiografie van zijn voorvader, is eigenlijk meteen het meest opzienbarende van de reeks vermeld. Het betrekken van een familielid bij het schrijven van een biografie kan immers twee zaken betekenen. Zo kan het zijn dat hierdoor in de archieven van de familie gegraven wordt en er onbekende feiten aan het licht komen die tot dan geen rol speelden in de officiële geschiedschrijving. Anderzijds kan de biografie ontaarden in een soort lofzang op de beroemde voorvader. Biografie wordt dan hagiografie. Jammer genoeg komt in Surcouf toch meer het tweede scenario aan bod. Een fictieve journalist vertelt over zijn ontmoeting met de beroemde kaper Robert Surcouf. In dit eerste album wordt toegewerkt naar die ontmoeting en werken de auteurs vooral aan het mythische en legendarische karakter van Surcouf. In een vrij starre structuur van flashbacks ontmoet de journalist telkens toevallig een van Surcoufs vrienden of kennissen. Zo kabbelt De Geboorte Van Een Legende rustig verder.
Nochtans deed de naam Arnaud Delalande beter vermoeden. De twee al vertaalde delen van het drieluik Eleonora behoren tot het betere historische stripwerk van de afgelopen jaren. Hij slaagde er daar in om van historische personen levensechte personages te maken in zijn verhaal. Bij Surcouf is dat veel minder het geval. Nergens overstijgt dit eerste deel het voorspelbare en het brave. In een periode waarin het aanbod aan vertaalde strips gigantisch groot is, bevat dit eerste deel van Surcouf te weinig persoonlijkheid om boven de rest uit te steken.
Het tekenwerk van Guy Michel straalt ook weinig uit. Hier en daar steekt haastwerk de kop op, wat elke historische strip de nek omwringt. Michel tekende eerder ook al Aquilon (verschenen in de collectie Millennium van uitgeverij Blitz) en verschillende andere strips. In Surcouf lijkt hij alleszins weinig geïnspireerd te zijn door het aangeboden scenario. Enkel de covertekening bestaat uit levendige kleuren en gedetailleerd tekenwerk. We mogen zeker niet stellen dat Michel een slecht tekenaar is. Ook hier geldt echter dat hij in een gigantisch aanbod onzichtbaar wordt tussen zijn meer getalenteerde collega’s.
Gelukkig kan deze middelmatige Surcouf genieten van de huidige hype van de piratenverhalen. In de strip verschijnen verschillende populaire piratenreeksen (o.a. De Havik of De Piraten Van Barataria), waardoor ook Surcouf wellicht een publiek zal kunnen bereiken. Wij hopen alleszins dat de auteurs al hun inspiratie opgespaard hebben voor het volgende deel, dat al begin 2013 in het Frans verscheen. Zo zouden ze de ontgoocheling van dit eerste deel kunnen wegspoelen met een strip die de naam en faam van Robert Surcouf waard is.
