U hebt het niet zo voor gitaren en garagebands? Dat is vanaf nu geen excuus meer om met een boog om The Van Jets heen te sluipen: Halo zet de toon voor een nieuw, onverwacht geluid, steeds vergezeld van de obligate frisse zeebries. Hou u vast aan uw bretellen.
enola: Op Halo is jullie sound opvallend hard veranderd. Was het een bewuste keuze om een andere richting in te slaan?
Johannes Verschaeve (gitaar/zang): “Tegen het einde van onze vorige toer hadden we het gevoel dat het einde van ons gitaargeluid er wat zat aan te komen, zo van: ‘hoeveel kunnen we dit nog verbeteren?’. Bovendien was ik ook een aantal platen gaan herontdekken: Prince, Grace Jones, The Clash – allemaal heel ritmisch; andere klanken. Naar aanleiding daarvan ben ik wat beginnen prutsen met een synthesizer en een drumcomputer. Het was gewoon cool om eens iets totaal anders, iets avontuurlijks te doen, en het paste ook bij het type plaat dat we wilden maken.”
Michael Verschaeve: “Toen we de nieuwe nummers gingen repeteren in de normale bezetting, met gitaren, merkten we ook dat er precies iets tekort was. Van zodra Jo er een synth bijhaalde, verkregen we een andere emotie en konden we de nummers kleuren met een andere sfeer. Vandaar die synthesizers op bepaalde nummers.”
enola: Was het de bedoeling om dan, Editorsgewijs zeg maar, na het gitaargeweld een echt synth-album op te nemen?
Michael: “Nee, niet echt. Het is ook niet dat het nu plots allemaal synths zijn; er staan nog altijd veel gitaren op de plaat. Wolf heeft ook veel gitaren ingespeeld die synths lijken, terwijl we enkel wat effecten toevoegden.”
enola: Het was wel even schrikken bij de eerste beluistering van de plaat: zijn dit The Van Jets?
Michael: “Een reactie die we van veel mensen kregen. Onlangs waren we “Album van de dag” op Studio Brussel, en een vriend van me hoorde een nummer van Halo . Hij had zelfs niet door dat wij het waren tot de presentator ons afkondigde!”
Johannes: “Voor ons is het eigenlijk wel een logische evolutie. We waren een garagerockband, maar het was niet ons plan dat voor altijd te blijven. We liepen er misschien niet mee te koop, maar wij wisten dat we meer wilden dan dat. Het kwam dan ook niet uit de lucht vallen dat we op andere instrumenten begonnen te spelen. De synthgeluidjes en Wolfs effecten lieten ons toe een eerder synthetische wereld op te roepen, in tegenstelling tot het gitaargeluid van voorheen.”
enola: Wolf, jij bent dus de effectenman?
Wolfgang Vanwymeersch: “Ik had al duizenden fuzzen en ik wou eens wat andere pedalen gebruiken, gitaarsynths onder andere.”
enola: Jij hebt ook drie nummers geschreven voor deze plaat?
Wolf: “De basis is vooral van mij; we hebben de nummers meestal samen afgewerkt.”
Johannes: “Het is eigenlijk producer Jeroen [de Pessemier] die ons actief heeft aangezet om Wolf in te schakelen als songwriter. Hij schrijft ook songs voor zijn eigen groep Waldorf, dus leek het Jeroen logisch dat hij dit ook eens voor The Van Jets zou doen. We zijn dan ook in afzondering gaan zitten, midden in de winter op een appartementje in Middelkerke, om ons echt te concentreren op het schrijven van de songs. Een nogal depressieve omgeving, maar het werkte wel, want er was echt niks anders te doen.”
Wolf: “We konden zelfs geen pint gaan pakken. We konden alleen maar muziek maken.”
enola: De vorige plaat namen jullie op in Londen, deze in Parijs. Moeten we daar een patroon in zoeken?
Michael: “Ja, het lijkt wel een hoofdstedentrip.”
Johannes: (lachend) “Volgende keer… Berlijn. Of Amsterdam.”
Michael: “Het kwam door producer Jeroen. Hij kende Philippe Zdar, van Cassius, die in Parijs een privéstudio heeft. Die ging twee weken op skireis, en ondertussen mochten wij zijn studio gebruiken, in het hartje van Montmartre. Fantastisch gewoon, elke dag een kwartiertje te voet door Parijs op weg naar de studio. Ook dat heeft geholpen aan de vibe van de plaat. We zaten ook al die tijd als band samen in een soort cocon, zonder lieven ofzo, wat het proces enkel heeft bevorderd. Dat merkten we toen we nadien nog wat dingen opnamen in Gent en Oostende, waar we de hele tijd afgeleid werden.”
Wolf: “We hebben dat eigenlijk bij alledrie de platen gedaan. Het voordeel is dat iedereen uit zijn normale sfeer getrokken wordt, weg van de dagelijkse beslommeringen.”
enola: Heeft de keuze voor een nieuwe producer vooral jullie nieuwe koers bepaald, of was die vooraf al uitgestippeld?
Michael: “We hadden dat al vooraf beslist. Daarom hebben we juist voor Jeroen gekozen.”
Johannes: “De vorige keer hadden we gewerkt met een buitenlandse producer (John Gray), maar we merkten dat er soms communicatieproblemen opdoken omwille van de taal, de cultuur. Nu hebben we gekozen voor iemand die dichter bij ons stond. Ik wilde ook Jeroen omdat hij echt een visie heeft; hij durft out of the box denken. Toen ik hem zag op tv in een kanariegeel pak met The Subs, wist ik: “die moet ik hebben”. Het is een chaoot, heel manisch, maar supertoegewijd. Hij bespeelt oude mastodonten van synthesizers zoals wij onze gitaren bespelen, de max gewoon. Zonder hem zou deze plaat niet geworden zijn wat ze is.”
enola: Zouden jullie dan nog eens met dezelfde producer werken, of zeggen jullie sowieso: elke plaat iets anders?
Johannes: “We hebben al elke keer met iemand anders gewerkt. Vraag dat binnen zes maanden nog eens, dan ga ik daarop kunnen antwoorden. Dan kan ik de plaat vanop een afstand bekijken.”
Wolf: “Ik denk dat we liever elke keer iets anders doen. Er zijn weinig groepen die ik interessant vind die telkens hetzelfde doen. AC/DC misschien. Alhoewel, sinds Bon Scott dood is, is het ook naar de kloten. Sowieso, zolang wij met vier platen opnemen, hoop ik dat het als The Van Jets zal klinken, zelfs al nemen we een deathmetalplaat op.”
enola: Gooien jullie nu de gitaren definitief aan de kant?
Johannes: “We vinden gitaren cool, niet omwille van de gitaar maar omwille van wat het kan doen. Maar het blijft wel ons instrument.”
Michael: “We hebben ook bewust gekozen voor een vijfde man op het podium (Floris De Decker, vroeger van Team William, pvdb), die zich bezighoudt met de synthklanken, omdat Wolf en Johannes het niet zagen zitten om hun gitaar te laten staan.”
Johannes: “Onze gitaren blijven onze vriendjes. Op deze plaat staan onze coolste solo’s, vind ik, juist omdat er dankzij het contrast met de synths meer plaats was daarvoor.”