Voor de prijs van "lelijkste titel" van het huidige literaire jaar komt Weltschmerz voor dummies zeker in aanmerking. Het zijn zowel veredelde pubers als rasechte dichters die het Duitse woord voor melancholie graag in de mond nemen, maar de toevoeging van "voor dummies" is een relativering die minder thuis hoort in het oeuvre van een respectabel schrijver.
Gelukkig zegt de titel niet alles over het boek, of over de schrijver. Jan Van Loy bewees immers in het verleden een waardevol auteur te zijn. Van zijn drie grote romans De heining, Alfa Amerika en Bankvlees haalden de eerste twee de shortlist van de Gouden Uil-literatuurprijs, wat op zich al iets wil zeggen. Met zijn maatschappelijk relevante onderwerpen kiest Van Loy ook telkens voor een actuele thematiek, gecombineerd met universele vragen rond burgermoraal, politiek, veiligheid en ga zo maar door.
Dat klinkt allemaal erg zwaar op de hand, maar met betrekking tot Van Loy neemt men wel eens de term "filmische vaart" in de mond. Zijn romans voelen aan als intelligente Hollywood-kaskrakers: toegankelijk, vlot en spannend, zonder aan diepgang te verliezen. Dat de Vlaamse letteren een schrijver als Van Loy in de rangen heeft, is dus een gegeven om te koesteren. Elk nieuw verschenen boek is een wapenfeit om reikhalzend naar uit te kijken. Toch kwam Weltschmerz voor dummies als een grote verrassing. Kortverhalen zijn immers geen romans en na De heining, een boek dat het van de grote spanningsboog moet hebben (alsook van de superieure stijl), leek het vreemd dat Van Loy terugkeert naar een kleinere vorm.
Wat meteen opvalt, is dat dit kortverhaal zich in dezelfde wateren begeeft als Van Loys debuutroman Bankvlees, waarmee de man de debuutprijs in eigen land won. De toon van beide schrijfsels is bijzonder sarcastisch en de lezer wordt meteen uitgedaagd om zich tegen die zwartgallige, bijtende toon te wapenen. Meer concreet zijn er nog enkele parallellen, zoals het gegeven dat ook de twee hoofdpersonages uit Weltschmerz voor dummies zich aan de rand van de maatschappij bevinden en er psychologisch volledig buiten staan. Dat schept voor de fictie uiteraard interessante perspectieven, waar Van Loy gretig en vol goesting mee speelt.
Tot slot nog even het verhaal? Een werkloze, alleenstaande sukkelaar krijgt bezoek van zijn broer die net vrij is uit de gevangenis. Ze besluiten samen een koelkast te verkopen met een list om aan geld te komen. Uiteraard is dat onnozel uitgangspunt slechts een aanleiding om met veel humor onze samenleving in zijn hemd te zetten. Relatief verrassend is hoe menselijk Van Loy plots wordt in dit boek, met scherpe psychologische kanttekeningen die moeiteloos tot op het bot gaan. Na Van Loys drie grote romans dus een nieuwe, minstens even waardevolle aanwinst.