De Witloofbar uitverkopen in de Botanique mag op zich dan wel geen prestatie heten (zo groot is de capaciteit nu ook niet), het is wel een teken aan de wand wanneer het gebeurt. Per slot van rekening treden hier jonge, onbekende en obscure bands op die slechts een kleine groep aanhangers kennen.
Dat het Australische Tame Impala hier relatief snel in slaagt, mag na zijn doortocht op Pukkelpop evenwel niet verbazen. De band werd door zowat iedereen (de facto drie man en een paardenkop) die deze aan het werk zag, geprezen als een van de groepen om in het oog te houden. Zijn debuut Innerspeaker werd bovendien overal op positief gemor onthaald, zodat een eerste doortocht in het land (Pukkelpop buiten beschouwing gelaten) op enige interesse kan rekenen en de Witloofbar iets te klein aanvoelt voor een band die op het randje van een (bescheiden) doorbraak staat.
Niet dat de band dit zelf aan het hart laat komen, per slot van rekening was het debuut eerst in kleine oplage in het eigen land uitgebracht en kwam er onder druk van een internationale interesse een nieuwe en grotere oplage aan. In die zin voelt het zelfs juist aan dat Tame Impala in de bescheiden Witloofbar aantreedt, dat nauwer aansluit bij het natuurlijke habitat van jonge bands dan de Rotonde, die toch meer een “echt” concertgevoel oproept.
Al blijft het jammer dat de band hierdoor voorbij de derde rij nauwelijks zichtbaar is terwijl het geluid pas echt tot zijn recht komt voor wie achteraan staat. En dat geluid is wel belangrijk voor een band als Tame Impala die stevig leentjebuur speelt bij de jaren zestig psychedelica en hierbij zwaar leunt op een resem effect(pedalen) om de juiste sfeer op te roepen. Geen wonder dus dat hier en daar verzuchtingen te horen zijn over hoezeer Kevin Parkers stem nauwelijks hoorbaar is of hoe de gitaarpartijen verzuipen in de eigen effecten.
Hoewel het een realiteit is dat de nuances binnen de songs live minder te horen zijn dan op plaat, staat het de live-beleving geenszins in de weg. Bovendien weet Tame Impala met songs als “Half Glass Full Of Wine” (uit de EP Tame Impala) en een volledig naar de eigen hand gezette versie van “Remember Me” (Blue Boy) boven zichzelf uit te stijgen. Natuurlijk speelt het gebrek aan podiumervaring evenals het feit dat de groep met slechts een plaat op zak zich beperkt weet in zijn set, parten (al kwamen zeker niet alle songs aan bod) maar daar staat wel een jeugdige gretigheid tegenover die een aantal kanttekeningen met de mantel der liefde bedekt.
Het klinkt allemaal wat slordiger en luider dan de bedoeling behoort te zijn, waardoor de gelaagdheid van de nummers verloren raakt, maar wie durft met de hand op het hart te beweren dat The Doors of Pink Floyds eerste livesets niet meer waren dan overstuurd psychedelisch kabaal? Memorabel is dit eerste zaaloptreden van Tame Impala op Belgische bodem niet, maar het verklaart wel waarom zijn toevallige toehoorders op Pukkelpop zo lovend waren.