COLUMN :: Slijpschijf #35

Journalist DIRK STEENHAUT snijdt zich wekelijks aan de scherpste kantjes van de rockmuziek.

Canada mag in de internationale politiek dan vaak worden afgedaan als het kleine broertje van de VS, op het gebied van kunst en rockmuziek hoeft het van niemand lessen te krijgen. Wie dit jaar zijn oren niet in zijn achterzak had zitten, kreeg al een ware lawine van esdoornpopjuweeltjes over zich heen. Het staat dan ook zo goed als vast dat de jongste platen van Arcade Fire, The Acorn, Besnard Lakes, Broken Social Scene, Stars, Wolf Parade en Holy Fuck binnenkort in allerlei jaarlijstjes zullen opduiken. Maar voor het zo ver is kan er nog veel gebeuren, al was het maar omdat de stroom beluisterenswaardige platen uit Canada nog iedere week aangroeit. Nog maar net hebben we kennis gemaakt met de jongste worpen van Black Mountain, Women, Plants and Animals of daar landt alweer een verse lading canucks in onze brievenbus.

Een van onze absolute favorieten uit de Montréal-scene is Land of Talk, een band die deskundig wordt aangevoerd door zangeres, gitariste en songschrijfster Elizabeth Powell. Twee jaar geleden stal de ex-vriendin van Bon Iver al ons hart met het even catchy als bitterzoete Some Are Lakes én met overrompelende concerten in Vooruit en Botanique. Land of Talk maakt rauwe, energieke popsongs uit de Pixies- en Breedersschool, maar weet die tegelijk in een gracieuze verpakking te stoppen en goochelt met melodieën die, zodra ze zich eenmaal in je onderbewustzijn hebben genesteld, met geen stokken meer te verjagen vallen. De groep toerde vorig jaar met Broken Social Scene -Powell maakte zelfs een tijdje deel uit van de line-up- en die episode heeft op Cloak and Cipher, haar pasverschenen derde langspeler, duidelijk sporen nagelaten. Luister maar eens naar de rammelende gitaren op de single “Swift Coin” of naar de manier waarop de strijkers en blazers met elkaar kibbelen in “Color me Badd”.

Land of Talk krijgt op zijn nieuwe cd assistentie van de drummer van Arcade Fire in het bruisende “Quarry Hymns”, van Patrick Watson op ‘prepared piano’ in de nerveuze noiserocksong “The Hate I Won’t Commit” en van leden van Stars, maar hun aanwezigheid wordt niet al te nadrukkelijk uitgespeeld. Land of Talk beschikt sowieso over voldoende identiteit om het op eigen kracht te kunnen rooien. In zekere zin zou je Cloak and Cipher als het experimentelere broertje van Some Are Lakes kunnen beschouwen: de klankkleur is rijker en de productie van Jace Lacek (van Besnard Lakes) exploreert een ruimer stilistisch terrein. Vaak merk je dat aan kleine details, zoals het xylofoontje aan het eind van de titeltrack. Soms zoekt Liz Powell haar toevlucht tot stemvervormers, maar dat is niet nodig: met haar heldere, doorvoelde frazering raakt ze je steevast waar het pijn doet.

De kracht van Land of Talk schuilt nog steeds in zijn uitgekiende dynamiek, in ontwapenende popsongs als “Galtime Exposure”, het door een grofkorrelige bas aangezwengelde “Hamburg, Noon” of het met onbestemde weemoed besprenkelde “Playita”. Ook heel sterk: het bizar getitelde “Blangee Blee”, dat drijft op rinkelende Byrdsgitaren en een Spectoriaanse beat. Hoewel Cloak and Cipher zijn magie pas na meerdere beluisteringen prijsgeeft, is het een sensuele, verleidelijke plaat die niemand onberoerd zal laten.

Op haar unplugged-cd L’Aventure Acoustique coverde Land of Talk enkele jaren geleden al het nummer “Ghost”, van Wintersleep, een Canadese band uit Halifax, Nova Scotia die onlangs nog in Antwerpen te zien was. Zijn optreden in Trix wist ons, na de genadeloze uppercut van The Megaphonic Thrift, maar half te overtuigen, maar over zijn vierde cd New Inheritors zijn we wél te spreken. Wintersleep, dat zijn ritmesectie deelt met Holy Fuck, is al een kleine tien jaar actief, opereert in hetzelfde straatje als R.E.M. en The Tragically Hip en mocht twee jaar geleden nog een prestigieuze Juno Award in ontvangst nemen voor zijn vorige cd Welcome to the Night Sky. Ook op de nieuwe langspeler van het kwintet horen we integere, toegankelijke indierock, met scherpgerande gitaarriffs, een zoemend orgeltje en de passionele zangpartijen van frontman Paul Murphy in de hoofdrollen.

De plaat begint veelbelovend met het knagende “Experience the Jewel”, dat zijn epische grandeur ontleent aan de tegendraads zwiepende strijkers. Andere piekomenten zijn het met vreemde geluidjes volgestouwde “Black Camera”, het schuimbekkende “Mausoleum” en het door uitwaaierende gitaren op sleeptouw genomen “Echolocation”. Mocht Wintersleep nog méér van dit soort interessante nummers in de aanbieding hebben, dan waren we meteen verkocht. Alleen komt het gezelschap iets te vaak op de proppen met gebalde, rechttoe rechtaan gespeelde emorockers van het type “Encyclopedia” of “Blood Collection”, waar weliswaar niets mis mee is, maar die op geen enkele manier verrassen. Ook vreemd is het contrast tussen donkere, intense songs over geheugenverlies en oprukkende waanzin, en radiovriendelijke, semi-akoestische popliedjes zoals de titeltrack of “Preservation”. Blijkbaar kan de groep voorlopig niet kiezen welke richting ze precies uitwil en dat maakt van New Inheritors een halfgeslaagde overgangsplaat. Toch blijven we ervan overtuigd dat Wintersleep meer in zijn mars heeft dan er tot dusver is uitgekomen.

Wanneer iemand het begrip IJslandse postrock in de groep gooit, denkt u wellicht spontaan aan Sigur Rós. Twee leden van die band, bassist George Holm en gitarist-toetsenman Kjartan Sveinsson, hebben echter elk een jongere broer die ook muzikaal bedrijvig is. Geen wonder dus dat For a Minor Reflection, qua stijl, raakpunten vertoont met wat intussen het succesrijkste kwartet van Noord-Europa is geworden. Drie jaar geleden debuteerde FaMR met Rise and Shine, The Sun is Up… (we besparen u de IJslandse titel), eigenlijk een demo die in één weekend werd ingeblikt en een inventaris vormde van zowat alle denkbare postrockclichés: te lang uitgesponnen, instrumentale gitaarnummers die van zacht naar hard evolueerden en weer terug. Een verzachtende omstandigheid was dat de leden nog piepjong waren en dus nog volop op zoek naar een eigen geluid. Bovendien wisten ze, tijdens tournees door Europa en de VS, van die eerste cd zo’n 5000 exemplaren aan de man te brengen – op zich al een prestatie.

Intussen zijn de heren van For a Minor Reflection betere muzikanten én betere eindredacteurs geworden. Hun nieuwe cd, Höldum í átt ad óreidu (wat zoiets betekent als ‘Heading Toward Chaos”) werd in comfortabler omstandigheden opgenomen (de zwembadstudio van Sigur Rós), met de hulp van een Californische producer die ook al met Iggy Pop en de Ramones had gewerkt, en bevat composities die er in de meeste gevallen beknopter en eleganter op zijn geworden. Bovendien heeft For a Minor Reflection zijn instrumentarium uitgebreid met keyboards en violen, weet het de momenten van noise en kalmte beter te doseren en geeft het materiaal blijk van meer maturiteit. De sfeer varieert van elegisch (“Fjara”) tot opgewekt (“Dansi Dans”). Zelfs het veertien minuten durende “Sjáumst í Virginín” weet, dank zij de nodige tempo- en stemmingswisselingen, de verveling af te houden. Toch ontkomt de groep, ondanks de melodische rijkdom en de slimmere spanningsopbouw van haar nieuwe nummers, ook nu niet aan de obligate vergelijkingen met Godspeed You! Black Emperor, Mogwai, Explosions in the Sky en Sigur Rós. Want hoe goed de nieuwe cd van For a Minor Reflection ook is, nieuw, origineel of verrassend kun je de sound van het viertal anno 2010 niet meer noemen. Toch durven we Höldum í átt ad óreidu en het concert van de groep, op 5 oktober in de Brusselse Botanique, aan liefhebbers van het genre warm aan te bevelen.

Het IJslandse Bedroom Community-label vergastte ons de jongste jaren al op de majestueuze elektronica van Valgeir Sigurdsson, de massieve industrial-noise van Ben Frost en de rijk gearrangeeerde folk van Sam Amidon, maar ook op de complexe hedendaags klassieke muziek van de pas 29-jarige New Yorkse componist Nico Muhly. In de popsector is de man niet alleen bekend als arrangeur van Bonnie ‘Prince’ Billy, Antony & The Johnsons, Grizzly Bear en Jónsi, maar ook van zijn soundtrack voor de film The Reader. Een Britse krant omschreef hem al als ‘The planet’s hottest composer’ en die reputatie maakt Muhly nu waar met niet één maar twee nieuwe langspelers. De eerste, I Drink the Air Before Me, bevat zijn score voor een de gelijknamige jubileumproductie van de Stephen Petronio Dance Company. Bij het schrijven moest hij rekening houden met bepaalde regels: het werk moest beginnen en eindigen met een kinderkoor, de muziek moest naar het weer verwijzen en evolueren van klein naar groots. De instrumenten beschouwde hij daarbij als personages: een bemoeizieke fluit, een wijze altviool en voorts een fagot, tombone en contrabas. De piano speelt dan weer de rol van agitator en spelbreker. Geen easy listening, maar niettemin prikkelend luistervoer voor wie wel eens wat anders wil dan rock-’n-roll.

De tweede cd die Nico Muhly dezer dagen op de wereld afvuurt heet A Good Understanding en bevat choraal werk, overwegend met een religieuze inslag. Muhly verdiepte zich in de anglicaanse liturgische traditie vanaf de 16de eeuw en schreef een mis en enkele geactualiseerde psalmen die op uiteenlopende manieren worden geïnstrumenteerd. Nu eens hoor je een koperkwintet of een kerkorgel, dan weer trekken een soloviool of percussietuigen de aandacht. Het laatste stuk op de plaat is een seculier werk, gebaseerd op een tekst van de Amerikaanse dichter Walt Whitman. Opmerkelijk toch dat Muhly er in slaagt zijn highbrow klassieke achtergrond zo moeiteloos te doen versmelten met de popsensibiliteit van zijn Bedroom Community-collega’s. Dat zal alvast blijken op dinsdag 26 september tijdens een avondvullend concert in de Gentse Vooruit. Allen daarheen.

  • Land of Talk:: Cloak and Cipher, Saddle Creek. www.myspace.com/landoftalk
  • Wintersleep:: New Inheritors, One-Four-Seven-Records. www.myspace.com/wintersleep
  • For a Minor Reflection:: Höldum í átt ad óreidu, FaMR. www.myspace.com/foraminorreflection
  • Nico Muhly:: I Drink the Air Before Me, Bedroom Community/Decca. www.myspace.com/muhly
  • Nico Muhly:: A Good Understanding, Decca.
Beeld:
Kim Duchateau

recent

Masters Of The Air

Toen begin deze eeuw Band Of Brothers verscheen, sloeg...

Fontaines D.C. :: Starburster

Fontaines D.C. for the bigger and bolder: vierde album...

Manu Chao

16 april 2024Het Bau-Huis, Sint-Niklaas

Morrissey wilde op de Lokerse Feesten geen paardenworst, Manu...

Civil War

Nog voordat iemand de film gezien had, veroorzaakte Alex...

Animalia

Het MOOOV-filmfestival biedt een staalkaart van het beste uit...

verwant

COLUMN :: Slijpschijf #63

Journalist DIRK STEENHAUT snijdt zich tweewekelijks aan de scherpste...

COLUMN :: Slijpschijf #62

Journalist DIRK STEENHAUT snijdt zich tweewekelijks aan de scherpste...

COLUMN :: Slijpschijf #61

Journalist DIRK STEENHAUT snijdt zich tweewekelijks aan de scherpste...

COLUMN :: Slijpschijf #60

Journalist DIRK STEENHAUT snijdt zich tweewekelijks aan de scherpste...

COLUMN :: Slijpschijf #59

Journalist DIRK STEENHAUT snijdt zich tweewekelijks aan de scherpste...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in