“There are a few surprises” fluistert een roadie enkele fans op de eerste rij toe terwijl hij de setlist voor de verschillende bandleden klaarlegt. En met een band als Liars kan dat veel betekenen, heel veel. Liars is namelijk het soort groep dat postpunk, Bauhaus, surf en nog wat genres door de mixer haalt om vreemde conceptplaten mee te brouwen.
Liars is ook de band die na zijn succesvolle debuut They Threw Us All In A Trench And Stuck A Monument On Top de voor velen onbeluisterbare plaat They Were Wrong So We Drowned (een album over heksen(jacht)) op de wereld losliet. Ook Drum’s Not Dead (met onder andere Bauhaus-referenties) en het laatste album Sisterworld zijn rond een concept opgebouwd, al valt daar zelfs op plaat niet altijd veel van te merken.
Liars leeft immers in zijn eigen wereld en gunt zijn fans er hoogstens een snelle blik op, de albums zijn toegangskaarten en cryptische gidsen, de liveshows opgevoerde rituelen waar niemand wijzer uit wordt. Het klinkt allemaal moeilijker en (pseudo-)intellectueler dan in het werkelijkheid is, om de eenvoudige reden dat er inderdaad een heel universum achter schuilt maar alleen voor wie het wil leren kennen. Voor alle anderen is Liars een (nog steeds) experimentele band wiens liveshows energiek, boeiend en zelfs hilarisch kunnen zijn.
Dat laatste is te danken aan frontman Angus Andrew die zonder schroom de vreemdste en meest ongepaste danspasjes inzet en stiekem droomt van een carrière als go-godanseres. Andrew is bovendien van Australische origine, net als Nick Cave, de man met wie hij een zekere fysieke gelijkenis deelt (die melancholische bulldogsmoel). Maar dat is niet de verrassing waar de roadie op doelde, liveshows van Liars zijn altijd een belevenis dankzij het ontbreken van elke rockpose bij Andrew en de rest van de band enerzijds en de sterke live-uitvoeringen van de songs anderzijds.
Het maakt meteen duidelijk dat ook Sisterworld een ijzersterk album is dankzij vlekkeloze versies van onder meer “No Barrier Fun”, “Scissors” en “Scarecrows On A Killer Slant” die moeiteloos afgewisseld worden met nummers uit Liars, het vorige album. Er volgen snedige uitvoeringen van “Plaster Caster Of Everything”, “Sailing To Byzantium” en met een binnensmonds mompelend “I want to freak out with this Belgians” aangekondigd “Freak Out”. Snelle in punk gewortelde songs die afgewisseld worden met ingetogenere, zelfreflecterende trancenummers zonder dat de eenheid doorbroken wordt.
Maar ook dat is typisch voor Liars, de band creëert zijn sfeer veeleer door zijn ijle geluid dan door een bepaald type songs te brengen. De grote verrassing zit in het opduiken van oudjes als “The Garden Was Crowded And Outside” (uit het debuut They Threw Us All In A Trench And Stuck A Monument On Top) en “We Fenced Other Houses With The Bones Of Our Own” (They Were Wrong So We Drowned) die moeiteloos tussen de andere songs passen. Vreemd genoeg komt Drum’s Not Dead (nochtans prominent aanwezig op de vorige tour) nauwelijks aan bod. slechts tijdens de bisnummers wordt de plaat met “Be Quiet Mt. Heart Attack” geëerd, waarna met “Broken Witch” nogmaals teruggegrepen wordt naar They Were Wrong So We drowned.
Liars op plaat is veeleer een experimentele avant-gardeband die conceptalbums brengt, live voegt de groep daar een no-nonsense punkattitude aan toe die de nummers zelf centraal stelt. Het zet de puntjes op i en onderstreept de waarde van de nummers. Gedurfder en ontoegankelijker dan zovele alternatieve mainstreambands qua geluid en net zo goed bescheidener en schaamtelozer qua attitude blijft Liars een unicum, ook live.