“Eerlijk gezegd zijn we shit scared om in Vorst Nationaal te spelen,” zegt gitarist Chris Urbanowicz tijdens ons gesprek, “het is de grootste zaal buiten de UK waar we optreden deze tour.” Editors kan echter maar beter wennen aan zulke ruimere zalen: met het uitstekende In This Light And On This Evening wordt de groep ongetwijfeld nog groter, en dat zonder de minste groeipijnen.
Met In This Light… omzeilt Editors met verve en ontstellend gemak de klip van het zogenaamde “moeilijke” of “cruciale” derde album. Het is een ongedwongen en vooral gewaagde plaat die duidelijk teruggrijpt naar de new wave van de jaren tachtig: vaak pekdonkere synthesizers duwen de gitaren naar het achterplan. Garreth Lee moest plaatsmaken voor Flood, zodat In This Light… dan ook in niets op voorganger en doorbraakplaat An End Has A Start lijkt.
enola: Ik kan me voorstellen dat jullie het beu zijn altijd “donker” genoemd te worden. Dat gaat er nu echter niet op minderen, vrees ik. De eerste plaat was vooral live best nog dansbaar, de vorige had nog iets warms en troostend, deze plaat heeft dat lang niet.
Chris Urbanowicz (gitaar/synths): “We weten heus wel dat we donkere platen maken, maar we weten echt zelf niet waarom. In This Light… jaagt me soms zelfs schrik aan. Ik weet nog goed toen we voor de eerste keer de mix hoorden van het titelnummer. Die eerste twee en halve minuten voor de song losbarst, zat ik echt op het puntje van mijn stoel. Ik draaide me naar Flood en vroeg of hij dit toch niet lastig vond om naar te blijven luisteren. Hij zei droogweg ‘ja’ (lacht). Toen de song losbarstte, was ik echt opgelucht. Het is heel intens, en heel moeilijk om te creëren. Maar dat gevoel hebben we eigenlijk de volledige zes weken tijdens de opnames gehad, precies wat we probeerden tebereiken.”
enola: Nog een vooroordeel: velen lijken dit als Editors 2.0 te zien, met synths in plaats van gitaren. Maar is dit niet eerder een logische evolutie? In This Light… doet me ontzettend hard aan de sfeer van The Back Room denken: wat daar onder de oppervlakte woelt, komt nu naar boven.
Urbanowicz: “Precies! Het verbaast me echt dat jij slechts een van de weinigen bent die dat opmerkt. Ik voel dat ook. Dit zou inderdaad de grote broer ervan kunnen zijn, terwijl de tweede plaat er toch los van staat, iets heel anders is. Dit is ook geen nieuw terrein voor ons: we hebben al vaak synthesizers of elektronische drums gebruikt. Dat was allemaal begraven onder een muur van gitaren en lawaai, nu hebben we dat er allemaal afgehaald.”
Ed Lay (drums): “We wilden teruggaan naar de periode toen we als jongetjes ontzettend opgewonden waren toen ons debuut uitkwam, dat gevoel wilden we nu terug op onze plaat hebben.”
enola: Dat lijkt me niet evident voor een groep die met de zo gevreesde derde plaat bezig is. Sommigen groepen verkrampen gewoon op het moment dat hun “grote doorbraak” aangebroken is, jullie duidelijk niet.
Lay: “Het enige wat we willen, is ons geweldig amuseren. Onze persoonlijkheden zitten echt in deze muziek vervat. Je zou denken dat we het voorzichtiger aan zouden doen omdat we een carrière willen uitbouwen, en soms wat op veiliger willen spelen, maar op deze plaat hebben we daar eerlijk waar geen seconde aan gedacht. We hádden het onszelf een pak gemakkelijker kunnen maken. Stel dat we de songs die we hadden geschreven zouden opnemen met dezelfde instrumenten als onze tweede plaat, dan hadden we ons zes maanden door de opnames moeten slepen en onszelf en elkaar rotverveeld op een middelmatige plaat. Dan hadden we hier nu niet gezeten. Daarom wilden we alles nieuw doen, zonder te forceren.”
enola: Even leek het erop dat jullie toch gewoon op de ingeslagen weg verder gingen toen jullie aanvankelijk weer met Garreth Lee de studio in trokken.
Lay: “Dat leek aanvankelijk een goed idee te zijn.”
Urbanowicz: “Mijn idee was het alleszins niet.” (kijken naar elkaar)
Lay: (aarzelend) “Mja… Na een week bleek dat we nergens stonden en leken we wel vertrokken voor die nachtmerrie van zes maanden waar ik het juist over had.”
Urbanowicz: (kordaat) “Begrijp me niet verkeerd, ik vind Garreth nog steeds een uitstekende gast en producer, hij blijft een goede vriend van me, maar ik had écht geen zin om nog eens een keer An End Has A Start te maken. We wisten van in het begin dat In This Light… moest klinken zoals ze nu klinkt, dus ik snapte echt niet waarom we weer met Garreth de studio in trokken. Bovendien zijn er zoveel producers, de beste bands blijven toch ook niet altijd op dezelfde producer terugvallen? Daar zit ook de uitdaging in: als je de goede kiest, ga je boeiende tijden tegemoet. Kies je de verkeerde, dan wordt het saai. En saai is erger dan rotslecht vind ik.”
enola: Jullie hebben ontzettend veel live gespeeld en zijn toch meer een live- dan een studioband. Lee is meer een studiomens die aan een song kan blijven schaven met een koor of met een aantal gitaarlagen erbij. Flood heeft daarentegen de beste livebands van de laatste decennia geproducet, dus die past ook beter bij jullie in mijn ogen.
Urbanowicz: “Was jij erbij toen we die discussie hadden? Dat is exact wat ik voelde. We wisten toen wat we wilden, maar we wisten niet hoe. We wilden minder ritmegitaren bijvoorbeeld, we wilden niet te veel vet rond de songs, het moest vooral to the point klinken. Met een goede song moet je niet te veel klooien — als je op een schilderij blijft schilderen, vervagen de kleuren tot er één modderbruine brij over blijft. Als er deze keer iets niet werkte, schraapten we lagen weg in plaats van dingen toe te voegen.”
Lay: “Flood dwong ons de songs live te spelen in de studio. We moesten voor deze plaat de juiste sfeer creëren, het ging ons minder om de juiste drumloops of de juiste gitaarlagen.”
In welke mate heeft Flood jullie nu meer richting synthesizers geduwd?
Urbanowicz: “Niet. Ik stuurde al ideetjes en demo’s vol synthesizers en drummachines naar de rest van de band toen we nog met de vorige plaat aan het touren waren. Iedereen kreeg al zin om terug de studio in te duiken, terwijl je normaal gezien aan het eind van een tour doodop bent. We stapten nu de laatste keer van het podium af en begonnen al te repeteren en op te nemen.”
enola: Jullie zijn ondertussen al met quasi elke band uit de jaren tachtig vergeleken. Dat gaat nu niet bepaald minder zijn. Al vaak Depeche Mode en New Order vernoemd gekregen?
Urbanowicz: “Geef toe, er zijn slechtere vergelijkingen, we vinden die bands zelf goed. Kraftwerk duikt ook regelmatig op. Maar we kijken er al naar uit of er nu nieuwe vergelijkingen gaan tussen zitten.” (lacht)
Lay: “We zijn nu ook niet bepaald de eerste groep die van rockmuziek naar meer elektronische muziek is geëvolueerd. Al die groepen hebben dat gedaan. Daar is een reden voor: je kunt rare soundscapes maken waarin je jezelf kunt verliezen, en daarom doen we het ook. Depeche Mode slaagt erin om zowat elk land in te palmen, en maakt nog steeds interessante dingen. Ik hoop dat we hetzelfde kunnen doen als zij. We focussen echt op melodieën en hooks, we willen ons niet verliezen in een elektronische space jam.”
enola: Stilaan worden de rollen echter omgedraaid: nieuwe jonge bands als White Lies worden nu met júllie vergeleken. Hoe voelt dat?
Urbanowicz: “The poor fucking bastards (lacht luid). Die klotevraag gaan ze de komende twee jaar nog tien keer per dag krijgen.”
Lay: “En dan gaan ze ons er nog door haten ook (lacht). Een tip voor hen: gewoon ondergaan, it’s part of the job. Promo voeren is nu eenmaal niet het fijnste aspect van in een rockband te zitten. Maar vraag vooral verder (lacht).”
Urbanowicz: “Misschien is dat wel de grootste uitdaging voor ons: een zesde of zevende plaat maken die ons met geen enkele andere groep doet vergelijken.”
enola: Voor An End Has A Start beleefden jullie nogal donkere tijden, met vooral een paar sterfgevallen in Toms omgeving. Ik mag hopen dat dat deze keer minder het geval was?
Lay: “Om eerlijk te zijn, ik denk dat we nog nooit zo gelukkig zijn geweest met z’n vieren als nu: zowel in ons privéleven als met de richting en de vrijheid die we nu als band hebben. We hebben ons nu geen beperkingen opgelegd, iets wat we misschien nog wel hebben gedaan op onze vorige twee platen. Nu absoluut niet meer.”
Urbanowicz: “We kunnen ons wel wat permitteren nu, ons label laat ons doen wat we willen, en dat is altijd ontzettend belangrijk geweest voor ons in deze tijden van marketing en verkoop. We can do what the fuck we want. We doen zo veel mogelijk de old school way en op een natuurlijke manier. Ik zou nu de studio in kunnen wandelen en over een maand met een heel andere plaat naar buiten kunnen komen dan deze. Dat is toch prachtig?”
enola: Londen wordt een paar keer genoemd op de plaat, maar als Tom zingt dat Londen het mooiste is dat hij ooit heeft gezien, lijkt het wel alsof er elk moment een atoombom op kan vallen.
Lay: “Tom woont nu in Londen, maar eigenlijk wil hij vooral het stadsleven van overal vatten, vooral ’s nachts. Je herkent dat toch: je loopt elke dag langs dezelfde plaats in een stad, er is niks speciaals in, maar op een bepaalde dag, je moet zelfs niet weten waarom precies, lijkt die ene plaats plots iets speciaals te zijn, iets opvallends. Dat “onbekende” dat dan lijkt te heersen, kent iedereen wel. Al zit er ook veel fantasie in, horror zelfs. De meest angstaanjagende horror vind ik wat echt zou kunnen gebeuren.”
enola: Hebben jullie speciale nieuwe geluiden gebruikt om die “horror” op te wekken? Op An End… experimenteerden jullie met een rollende steen door de gang of klopten jullie op een doos met gebroken glas. En deze keer?
Lay: “We hebben nu vooral met stemmen geëxperimenteerd, gemanipuleerd en vervormd, zodat je soms nog net hoorde dat het een menselijk geluid was. Soms was dat echt angstaanjagend.”
Urbanowicz: “Sommige geluiden hadden dat menselijk aspect ook nodig. Voor sommige riffs had ik Toms stem nodig, maar niet als zijn echte stem, eerder een geluid dat een mens kan maken en een machine niet. Daar maakten we dan samples van en manipuleerden het, en plakten het op de riff. We hebben veel gegild en geschreeuwd.”
Lay: “Ik heb eigenlijk ook op geen enkel moment op een gewoon drumstel gespeeld. We wilden geen perfect geluid, want dat zou de songs verknoeid hebben. We wilden een human feel, we wilden instrumenten samplen en de geluiden ten dienste van de song doen staan.”
Urbanowicz: “Het mocht echt niet perfect of te helder of afgelikt klinken. Dat zuigt soms de ziel uit je songs. In de demofase speelden we gewoon op een gitaar, het kon ons niet schelen of die gestemd was of niet, we wilden gewoon die song opnemen. Dat geeft een geweldige creatieve vrijheid.”
Lay: “Chris en ik hebben soms ook gewoon dingen stuk gesmeten. Klonk het goed of niet, dat kon ons niet schelen, zolang de vibe, de sfeer van het opnemen maar goed zat. Perfectioneren schoven we altijd vooruit, we moesten het eerst op tape krijgen.”
enola: Ik kan me voorstellen dat veel muziek van vandaag jullie te rationeel is.
Lay: “Zeker. Te klinisch, te safe… (denkt na) Ik denk dat wij die fout ook al een paar keer gemaakt hebben. Op de tweede plaat vooral.”
Urbanowicz: “Soms leek het alsof het geen mensen waren die onze vorige plaat inspeelden. We hadden wel de muziek geschreven, maar het leek alsof we componisten waren die alles op papier gezet hadden en het dan door een orkest lieten inspelen. Alsof de muziek niet van ons kwam, niet uit onze ballen kwam. En deze plaat heeft ballen genoeg.” (lacht)
enola: Op deze plaat klinken heel wat nummers, vooral de refreinen, weer episch, bijna anthemisch. Moet een goede, typische Editorssong dat inderdaad hebben?
Lay: (denkt na) “Een goeie Editorssong moet vooral spanning hebben, en die spanning moet opgebouwd worden tot iets groots of verrassend.”
Urbanowicz: “We noemen dat de pay-off. Je zit op het puntje van je stoel, en plots moet je die “bevrijding” voelen, een ontlading. En die moet goed zijn, anders komt de song niet op de plaat. Op deze plaat misschien nog meer dan ooit. We namen alleen in de weekdagen op, in de weekends gingen we steeds naar huis, namen een cd’tje mee met het opgenomen materiaal en schreven onze bemerkingen op die we maandag meebrachten. Daar stonden steevast dingen op als: “niet hard genoeg”, “niet agressief genoeg”, “where’s the pay-off?” (lacht) En vooral: “komt het genoeg uit onze ballen?”” (lacht luid)
In This Light And On This Evening verschijnt op 9 oktober.