Zelfs met een losgeslagen horde goddeau’ers kun je niet elk podium volledig verslaan. Maar we zijn toch minstens overal één keer geweest, ja zélfs aan de Skate Stage. Vandaar: het restjesverslag, de stukjes en brokjes van elders, de hapjes tussendoor. Wees gerust: soms vonden we net daar de lekkerste brokken.
Pukkelpop in kreten:
|
YES!
AUW!
BOE!
|
Peter Pan Speedrock, inclusief Dikke Dennis voor een kolderieke cover van “Ace Of Spades”, heeft één sterk punt: ontwaken is geen probleem op deze eerste dag. Dat het gehoor er dadelijk aan moet geloven tijdens het snoeiharde concert van deze garagerockers, hoort er blijkbaar evengoed bij.
Als wat Apse maakt geen postrock is, hoe noem je de muziek van Slint dan? Het vijftal uit New York presenteerde in de Chateau zijn ijzingwekkende soundscapes terwijl zanger/extra percussionist Robert W. Toher onverstaanbaar krijst. De bulk van het magistrale Spirit wordt in volgorde gepresenteerd zonder veel blabla. Dit is muziek uit het rijk der geesten, die live nog niet helemaal uit de verf komt bij zoveel licht. Met een klein beetje theatrale lichtingrepen (vooral: minder licht en veel schaduwen), kan Apse helemaal overweldigend worden, nu misten ze nipt onze top vijftien.
Jack Penate is drieëntwintig jaren jong, a-modieus en wars van al te veel kapsones of pretenties. In thuisland Engeland heeft hij al een hitje op zijn naam staan en is hij inmiddels al gehypt door de NME, buiten Engeland moet zijn naam nog gevestigd worden. Penate brengt in een langzamerhand vollopende Chateau een set die stevig en afwisselend is. Cover “Just Be Good To Me” krijgt een stevig rockjasje dat prima blijkt te passen. Penate overtuigt en laat zien dat er niet alleen maar vluchtige muziek met een beperkte houdbaarheidsdatum uit het Britse eiland komt.
Buitenbeentje op de skatestage zijn de bluegrass-jassen van Hayseed Dixie. Taalatleten onder u merkten al de fonetische gelijkenissen met AC/DC op en het is dan ook als tributeband van de Australische rockers dat deze hillbilly’s hun ontstaan kenden. Niet alleen “Highway To Hell” en “Dirty Deeds Done Dirt Cheap” worden in een jasje van banjo, gitaar en viool gestoken, ook “I Don’t Feel Like Dancing” van The Scissor Sisters moet er aan geloven. Tussendoor trakteren de heren ons op een greep uit hun eigen werk, met als ’hoogtepunt’ de gebroken hartenhymne “Keeping Your Poop In A Jar”. Ondanks het hoge karikatuurgehalte is deze band een aangename afwisseling op een podium waar de overheersende kleur zwart is. Yeehaaaa!
Te vinden in de Boiler, rond het middernachtelijk uur: Mr. Sexor himself, Tiga die het massaal opgedaagde publiek aan het dansen moet krijgen. Ondanks de stomende electro en techno die de man op de draaitafels pleurt, heeft het heel wat voeten in de aarde voor de massa aan het dansen slaat. Het duurt tot de eerste Tiga-plaat — een cover van Soulwax’ “E Talking”, notabene — vooraleer er beweging waar te nemen valt in de Boiler. Maar vanaf dan gaat het alleen maar bergop en als uiteindelijk “3 Weeks” weerklinkt, blijkt weer maar eens dat voor een dj-set net zo goed als voor een concert opgaat dat opbouwen naar een climax de sleutel tot succes is.