Dour heeft zijn plaats verworven naast Pukkelpop en Rock Werchter, dat is de afgelopen jaren wel duidelijk geworden. Voor het derde jaar op rij was het festival uitverkocht, wat natuurlijk fantastisch is voor de organisatie. Die leek echter moeite te hebben alles in goede banen te leiden.
Nog voor de start werd dat duidelijk. Op woensdagavond stonden er 23.000 mensen te wachten voor een plaatsje op de camping, meer dan het dubbele van vorig jaar. Dat leidde tot vreselijk lange wachtrijen, alleen al om de camping op te mogen.
Ook het openbaar vervoer moest die massa bolwerken. De busdienst van het station van Saint-Ghislain naar Dour toonde zich niet de meest effectieve, al was het maar omdat er slechts één kassa voorzien was om een busticket aan te schaffen.
Eenmaal de massa de camping op raakte, was het vaak vechten voor een plaatsje, zeker voor de mensen die later in het weekend arriveerden. Vrijdagochtend was het zoeken naar een beschikbare vierkante meter om een tent op te kunnen stellen. Een heleboel kampeerders vonden er niets beter op dan de gangpaden ook maar te bezetten. Uiteindelijk werden er nog bijkomende terreinen opengesteld voor die late aankomers, en de gangpaden werden in ere hersteld door de securitymannen, die er niets beters op vonden dan zich een pad te banen door tenten omver te werpen en weg te slepen. Toegegeven: een noodzakelijke maatregel om de veiligheid op het kampeerterrein te garanderen.
Enkele hoosbuien donderdag hadden het terrein volledig blank gezet, waardoor argeloze kampeerders al na enkele minuten ploeteren tot vijf centimeter in de modder gezakt waren. Na vrijdag loste dat probleem zich gelukkig vanzelf op: dankzij de zon droogde de modder op, hoewel een voorraad houtsnippers even effectief zou zijn geweest.
Dan was er ook nog sprake van een schrijnend gebrek aan hygiëne. Het is moeilijk te becijferen hoeveel toiletten er per honderd kampeerders beschikbaar waren, maar veel zullen het er niet geweest zijn. Enkel aan de ingang stond er een heel regiment Dixies opgesteld, verder was het zoeken naar die enkele tientallen Dixies verspreid over de rest van het kampeerterrein.
Ook op het festivalterrein zelf was de hygiëne niet bepaald om over naar huis te schrijven: twee zones met toiletten, waarvan de helft dan nog eens gesloten was wegens overvol. Voldoende urinoirs waren er wel voor de mannen, zolang die maar niet overstroomden. Dat gebeurde helaas wel, en dat net op de plaats van de doorgang van The Last Arena naar de rest van het festivalterrein. Grote plassen urine stonden simpelweg op het festivalterrein, twee dagen lang. De bodem sloeg er uiteindelijk geel van uit.
De ecologische voetafdruk van dit festival berekenen moet een hele karwei zijn. Dour is simpelweg een vuilnisbelt, en dat is grotendeels de schuld van de festivalgangers, die te laks zijn om hun afval in de paar aanwezige vuilcontainers te dumpen. Maar ook de organisatie deed er geen goed aan door bijvoorbeeld flesjes cola te verkopen in de plaats van bekers. Even terug naar de camping: daar werden ook geen vuilniszakken uitgedeeld om het afval te verzamelen, waardoor iedereen wel verplicht was om zijn etens- en andere resten ter plaatse te dumpen.
Laat het duidelijk wezen: de organisatie heeft fouten gemaakt op het gebied van organisatie, hygiëne en afvalverwerking. Dat wijten ze aan hun jonge leeftijd en groeipijnen. Volgend jaar beter, wordt er beloofd. Op de Dour-website staat er in ieder geval een formulier klaar waarin verbeteringen gesuggereerd kunnen worden. Invullen die hap. Volgend jaar staan wij er immers weer: het is tenslotte Dour. Hopelijk komt de urine en het andere onbestemde afval dan niet tot aan onze enkels.