Action Malaise :: Vive l’Afrique (MVS)

“Bouw een hekken rond Afrika zodat de Westerlingen er niet meer in kunnen!” Dat is de provocerende idee achter Vive l’Afrique van Action Malaise. Met een perfecte mengeling van humor en tragiek slaagt regisseur-auteur Ivan Vrambout er in politiek theater te maken zonder echt politiek te zijn. Het publiek schudt van het lachen maar houdt er daaronder toch een wee gevoel in de maag aan over. “Het schijnt dat ze bij jullie allemaal zo stil zijn?”

Voor Vive l’Afrique vertrok Vrambout – die eerder al het schitterende Survival of the Fittest schreef – van de clichébeelden die bestaan over Afrika. Het Afrika van de dikke mamma’s met hun safari-hotel. Van corrupte presidenten, maar ook van oneindig veel joie de vivre, van hagelwitte glimlachen in ebbenhouten gezichten: het is een Afrika dat vooral bestaat als een on-Westen, dat alles in zich verzamelt wat de Westerling in zichzelf mist.

En wat missen wij hier? Het zal toch wel geen levensvreugde zijn zeker? Frantz, de enige neger in een Limburgs dorp en Bruce Lee-fan weet er alles van. Zijn huid verdraagt geen zon en dus houdt hij zich schuil in zijn kamertje, waar hij droomt van het zwarte continent. Als het heimwee hem te machtig wordt, als hij voelt “que ça bouge”, bezoekt hij de apen in de zoo. Of gaat hij feesten in Matongé, de Congolese wijk in Brussel waar ook Vrambout woont.

Ondertussen wacht Lucy in Congo op haar eerste klant. Ze runt haar hotel Le Petit Problème zoals het een echte mamma betaamt, met veel liefde voor haar klanten, eindeloos geduld, elk probleempje wegwuivend. Ook na de bouw van een lift waar nog geen verdiepingen voor zijn blijven de klanten weg uit het tot Le Palais du peuple herdoopte hotel, want er zitten soldaten in het zwembad. Dat leeg is natuurlijk, “maar als u komt zullen we water vinden en dan wordt het een zwembad.”

In plaats van met water wordt het bad echter gevuld met coltan, het goud van de eenentwintigste eeuw want nodig voor gsm’s, computers en videocamera’s. Dat gebeurt op aansturen van haar eerste klant, George, een blanke die “naar het zwarte wil groeien”. Als blijkt dat zijn kamer geen deur heeft, de matras nog geleverd moet worden en elke nacht de vrouwen van het dorp zich komen aanbieden is de liefde voor al Afrika snel over, hoe goed Lucy ook haar best doet om hem te Afrikaniseren. “Hij moet zich aanpassen”, houdt Frantz haar vanuit zijn kamertje voor. Maar Georges vertrekt wanneer het gerommel van de oorlog te dichtbij komt.

In zijn tekst weeft Vrambout lingala, kolonisten-Frans en Nederlands door elkaar tot een meeslepende mix. Hij verknipt een koloniale visie op het zwarte continent met het, even ver van de realiteit afstaande, geïdealiseerde progressieve beeld ervan tot een chaotische opeenstapeling van clichés. Het publiek rolt over de grond van het lachen, maar het volgende moment zit je alweer ingespannen te luisteren en grijpt de tekst je onverhoeds bij je nekvel. Op een subtiele manier zet Vrambout de blanke visie in zijn hemd: niet de Europese goederen-economie moet beschermd, maar de Afrikaanse levensvreugde tegen de — letterlijke! – gelukszoekers uit het Westen.

Maar h̩t geheime wapen van het stuk is Рnog meer dan de rijke tekst Рhet ontwapenende enthousiasme: Action Malaise gaat er tegenaan met het soort kinderlijke vreude die ook Afrikanen Рof het ideaalbeeld dat we er ons van geconstrueerd hebben Рaan de dag leggen. Met een paar emmers zand, water en kalk wordt met evenveel gemak de savanne als een huidskleur op een huidskleur op een huidskleur gesuggereerd. Waardoor het gegeven ras meteen zijn betekenis verliest. De een bleekt haar huid om er blanker uit te zien, de ander neemt schoensmeer om de witte vlekken te verbergen.

Sarah Vertongen en Joris Van den Brande genieten van hun rol en barsten van het speelplezier. Je ziet Van den Brande grijnzen als hij de tekst van het protestlied “Ancients combattants” afrolt. En je bedenkt dat een Afrikaans publiek al lang aan het meebrullen zou zijn: “la guerre mondiau ah oui c’est pas beau, tout le monde cadavré”. Om eerlijk te zijn: voor deze bleekscheet was de neiging al moeilijk te onderdrukken.

Vive l’Afrique is dan ook het soort pareltje dat theater al te weinig biedt. Low budget en met tonnen enthousiasme weet Action Malaise hier te ontroeren en tegelijkertijd het publiek Amélie Poulaingewijs met een kamerbrede grijns naar huis te sturen. Hebben we de les geleerd? Ja, maar nog meer zijn we van één ding zeker: que ça bouge!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in