Sinds zijn grote doorbraak met Tongkat is het bon-ton geworden om Verhelst af te branden: hij doet altijd hetzelfde, die taal is toch wel een beetje overdreven "kijk mij eens",… Neen, het lijkt er op dat sommige oude zuurpruimen het niet kunnen verkroppen dat de jeugd hun "hermetische" Verhelst heeft omarmd. Verhelst kijkt niet om en smijt met Mondschilderingen alweer een boek(je) op de markt.
Toegegeven: we hebben het zelf even moeilijk gehad met Verhelst. Memoires van een luipaard moeten we nog altijd eens deftig herlezen om er helemaal van overtuigd te raken en ook bij Zwellend fruit hadden we toch dat "Tongkat is beter"-gevoel.
Wat we misten bij Memoires en Zwellend fruit, was dat net ietsje meer. In Tongkat las je niet alleen wat Verhelst vertelde, maar ook wat hij met die verhalen vertelde. Je had elk beeld apart, maar als je die samen legde, zag je iets dat je niet zag, maar er wel was. Alsof je een wereld waarnam die enkel door een stroboscoop werd belicht, en je uit de fracties van seconden van beweging die je registreerde het hele beeld moest construeren.
In Memoires en Zwellend fruit is dat niet zo. Het verhaal, voor zover dat er is, is het verhaal en daar moeten we het mee doen. Er is geen tweede laag, het somptueuze is er enkel nog in de taal, niet meer in de gefragmenteerdheid van zijn vertelsels. En toch ook weer niet, want ook de vermelde post-Tongkatboeken kun je bezwaarlijk voorbeelden van narratieve rechtlijnigheid noemen…dus?
Ach wat: het is pijnlijk voor een recensent, maar we raken er echt niet uit wat Tongkat dan nog meer bijzonder maakte dan een Verhelstboek voor ons sowieso al is. Laten we het maar gewoon over Mondschilderingen hebben.
Met Mondschilderingen brengt Verhelst enkele recente projecten samen die hij het afgelopen jaar in opdracht schreef. Zo zijn er niet alleen de verhalen die de tekst vormen voor zijn installatie Het Sprookjesbordeel, ook de teksten die hij voor het (e)migrantenproject van het Brugse kunstencentrum De Werf schreef, keren hier terug. Het boek is dan ook één lange liefdesverklaring aan een mythisch, Verhelstiaans Brugge. De in de Reiestad geboren schrijver zet er al zijn persoonlijke reserves bij het provincienest opzij en creëert een mystiek Brugge, waarin het Minnewaterpark als Lac d’Amour een centrale rol krijgt.
Zoals vaak bij Verhelst wordt de stad hier decor, bevolkt door een mensenmassa die anoniem blijft. Uit deze massa treedt vervolgens de protagonist tevoorschijn die in aanraking komt met mensen uit de tegenstroom. Niet georganiseerd als in Tongkat, maar het meisje en haar broer hebben duidelijk niets te maken met de massa, die zich aan wonderen vergaapt.
De rest van het verhaal? Stemmen in de muren, een vreemd meisje en haar broertje en een protagonist-verteller die het allemaal willoos ondergaat. Maar tegelijkertijd ook een schimmige rol speelt als koetsier van een rijtuig dat ’s nachts dienst doet voor geliefden.
Meer van het zelfde dus? Ergens wel. Maar Verhelst verweert zich zelf: "Hoe meer variaties, hoe beter. Gretigheid en generositeit, daar gaat het om. Antwoorden die de vragen complexer maken. Het genot van het spel. De spanning van het spel. De definitie van het labyrint: niet de uitgang is het doel, maar het verdwalen."
Verhelst heeft zijn universum — zowel thematisch als qua taal — en daar varieert hij voorlopig verder op. Mondschilderingen is een zoveelste bisnummer dat nog eens het beste van zijn vorige boeken samenbrengt. Het blijft uitkijken of hij zijn universum ooit opnieuw zal verbreden, zoals Tongkat een stap weg was van De Kleurenvanger.