Nona Arte gaat de nostalgische toer op. Met twee albums begint het een heruitgave van de beste strips van Boes. Kinderen van de jaren ‘80, verheugt u!
In 1980 bedachten Thijs Wilms en Wil Raymakers de figuur Boes. Begin jaren ’80 verschenen de strips van de os Boes en al zijn dierenvrienden in tal van striptijdschriften in Nederland en Vlaanderen. Er verschenen ook verschillende reeksen van albums, bij Drukwerk en Standaard Uitgeverij. De tekstloze cartoons waren heel eenvoudig te ‘vertalen’, wat een internationale verspreiding aanzienlijk bevorderd heeft. Toen aan het einde van de jaren ‘80 dan nog eens de tekenfilms van Boes opdoken, leek het hek helemaal van de dam.
Vanaf de jaren ‘90 legden de auteurs zich toe op andere projecten en raakte Boes wat in de vergeethoek. Hier en daar verscheen nog eens een heruitzending van de tekenfilms. In navolging van een Italiaanse heruitgave van een selectie van de beste Boes-strips, brengt Nona Arte nu ook in het Nederlands twee nieuwe albums uit, met minstens één volgend deel al in het vooruitzicht.
Het is opvallend hoe weinig Boes intussen gedateerd overkomt. De frisse, wat absurde humor die Wilms en Raymakers etaleerden met als kapstok de ganse dierentuin, staat na bijna dertig jaar nog steeds overeind. Het tempo van de gags ligt hoog, het tekenwerk is superieur en door een eigenzinnige inkleuring (wel de personages, maar geen decors) springt Boes er nu nog steeds uit. Het blijft verbazingwekkend hoe creatief de auteurs met de dierenwereld omgingen en er de meest visuele humor uitpuurden. Creatieve gedachtengangen bepalen de toon en het absurde doordenken van bepaalde dierlijke eigenschappen blijkt een onuitputtelijke bron van fijne humor.
Sinds Boes heeft Wil Raymakers verder naam gemaakt als animator, illustrator en tout court bedenker van creatieve concepten voor tal van bedrijven. De stripwereld heeft hij meer en meer achter zich gelaten. Met deze albums van Boes blijkt nog maar eens hoe jammer dat wel niet is. De details van zijn dynamische tekenwerk zijn onnavolgbaar. Raymakers zou wat ons betreft de perfecte opvolger van Albert Uderzo kunnen zijn om Asterix voort te zetten.
Thijs Wilms was de docent van Raymakers aan de hogeschool en bedacht samen met hem Boes. Hij schreef mee de gags uit. Ondertussen heeft Wilms zich teruggetrokken en is hij niet meer creatief aan het werk op professioneel niveau. In Boes kon hij op een ongebreidelde manier fijne vondsten etaleren over de kleine en grote kanten van dieren.
Met de heruitgave van Boes wordt duidelijk dat deze strips tot de klassiekers van het Nederlandse beeldverhaal moeten horen. Er zijn maar weinig gevallen bekend waar strookjesstrips zo inventief gebruikt zijn geweest en waar tegelijk een tekenaar aan het werk was die zijn grafisch kunnen in elke strook uitgebreid tentoonspreidde.
