Roel Sterckx :: Chinees denken

De voorbije maanden heeft Xi Jinping, Chinees president en secretaris-generaal van de Communistische Partij van China, zijn greep op het land nog verder versterkt door een aantal getrouwen te (her)benoemen op een aantal cruciale posten. De impact ervan valt moeilijk in te schatten, al mag niet genegeerd worden dat Xi als hoofd van de tweede grootste economische macht (na de VS) en het land met de hoogste bevolking (18,5% van de wereldbevolking heeft de Chinese nationaliteit) aan het hoofd staat van een wereldmacht. In die zin is het opvallend hoe beperkt de kennis van het land voor velen blijft.

Eens om de zoveel tijd verschijnt er weliswaar een werk dat het land tracht te omschrijven waarbij de focus in de eerste plaats op de geopolitieke rol ligt. De aandacht voor de bestaande culturele ideeën en geschiedenis blijven daarbij ver achterwege met vooral een focus op Mao en de Communistische Partij. Maar wie China echt wil begrijpen, doet er goed aan ook te kijken naar hoe eeuwenoude denkbeelden, in het bijzonder van Kǒngzǐ (meester Kong), beter bekend onder zijn gelatiniseerde naam Confucius, de maatschappij eeuwenlang vorm gegeven hebben. Overzichtswerken over Chinese filosofie en cultuur lijken echter schaars te zijn; de meeste boeken leggen immers de focus op een stroming, met niet geheel onverwacht een nadruk op louter Confucius en Mencius (Mèngzǐ,) of de belangrijkste taoïstische denkers Lao Tse en Zhuāngzǐ.

De Vlaams-Britse sinoloog Roel Sterckx is iemand die daar verandering in brengt met recente en relevante inleidingen als Ways Of heaven: An Introduction To Chinese Thought en Chinese Thought. From Confucius To Cook Ding, wat in het Nederlands beschikbaar is onder de titel Chinees denken. Over geschiedenis, filosofie en samenleving. Die titel en ondertitel vatten het boek treffend samen, want verdeeld over negen thema’s tracht Sterckx de belangrijkste visies en denkbeelden over mens en samenleving (en al wat er tussen ligt) te duiden die al eeuwenlang in China leven. Het eerste hoofdstuk, “China in tijd en ruimte”, geeft een historisch en geopolitiek overzicht van China en mag volgens Sterckx zonder meer overgeslagen worden voor wie met dit thema al vertrouwd is. Toch is het, net als de overige hoofdstukken overigens, relevant om lezen. Sterckx weet immers de belangrijkste feiten en ideeën alsook misvattingen krachtig te vatten en laat het hoofdstuk zo een gedegen inleiding vormen in de verdere (thematische) ideeënwereld.

Niet onterecht merkt hij op dat de hoofdstukken los van elkaar gelezen kunnen worden – waar overlap is, beperkt hij de herhaling zonder de lezer te dwingen andere hoofdstukken te lezen om het geheel te begrijpen. In die zin is Chinees denken opgebouwd als een artikelenbundel zonder dat het meteen die insteek of opzet heeft. Hoewel het werk hoe dan ook beperkt blijft in wat het behandelt, maakt Sterckx relevante keuzes – in het bijzonder voor wie het huidige China wil begrijpen – en weet hij relevante inzichten aan te reiken. Zo vormen de hoofdstukken over de kunst van het besturen en het collectief versus het individu belangrijke reflecties over beide thema’s waarbij ook clichés en simplificaties uit de wereld worden geholpen.

Naast Confucius en de taoïsten komen ook Mo Zi en de legalisten aan bod in het deel over besturen. Dat taoïsme, bekend om zijn afkeren van de wereld, over dit thema iets te zeggen heeft, klinkt tegenstrijdig, maar Sterckx toont aan dat ook deze denkrichting hier een verschil kan maken. Evenzo weerlegt hij (ten dele) de negatieve connotatie die het legalisme vaak heeft en maakt hij duidelijk dat zelfs deze stroming een waarde heeft. Steevast koppelt hij zijn uitweidingen aan historische feiten waardoor duidelijk wordt dat Chinese filosofie niet beperkt bleef tot de kamers van geleerden. Ook aan het hof, met zijn wisselende machtsverhoudingen, speelde het immers een rol die zelfs het leven van denkers kon kosten bij een machtswissel. Dat binnen de Chinese filosofie zoveel aandacht naar besturen en heersen gaat, betekent overigens niet dat er geen aandacht is voor het volk zelf.

Misschien wel de bekendste term die het menselijk handelen behandelt is `junzi`, wat vertaald kan worden als hoogstaande mens. Voor Confucius is dit vooral van belang voor de `publieke mens` en schrijft hij vooral in dat licht over hoe de mens dient te handelen. Andere denkers gaan echter verder. Zo schrijft Mencius over de vier kiemen van de deugd die in elke mens sluimeren en die hij verbindt aan temperamenten. Belangrijk hierbij is dat de mens verder gevormd kan worden – een idee dat ook de taoïsten onderschrijven, zij het dat zij minder belang aan een sturende opvoeding hechten. Sterckx verduidelijkt de verschillende opvattingen tussen de scholen en zelfs binnen de scholen, maar komt wel tot de conclusie dat in het bijzonder voor het Confucianisme een aanpassing aan het collectief noodzakelijk is, waarbij familie als katalysator kan gelden. Niet geheel onverwacht wordt dat denken ook vertaald naar het belang van rituelen en het eerbiedigen van geesten en voorouders.

Toch zou zelfs vanuit China na verschillende eeuwen een kritiek op dit denken komen in het begin van de 20e eeuw, wat wordt versterkt in 1966 wanneer Mao zijn Culturele Revolutie start. Na diens dood in 1976 komen de oude denkers echter op kousenvoeten toch weer binnengeslopen, waarna ze in de 21 eeuw hun rehabilitatie krijgen. Net als in de eeuwen voorheen worden hun geschriften evenwel gelezen en geïnterpreteerd in functie van de nieuwe tijden en leiders. Aldus benadrukt Sterckx dat kennis van het verleden ondanks de Communistische staatsgreep nog steeds waardevol is en de maatschappij blijft vormgeven. Dat Sterckx ook buiten het politieke-bestuurlijke een interessante inkijk weet te geven in Chinese opvattingen valt duidelijk af te leiden uit de hoofdstukken over de visie op de natuur, wetenschap en geneeskunde evenals werken, armoede en rijkdom, en zelfs voedsel en eetgewoontes.

Ook in deze hoofdstukken die meer nog dan de `maatschappelijke` aantonen hoe het Chinese denken vaak andere paden volgde, weet Sterkcx een brug te slaan met de Westerse `mechanistisch-wetenschappelijke` visie en net zozeer de parallellen als de verschillen te duiden. Op die manier toont hij aan dat een andere vertaling of nadruk op de wereld nog steeds zijn grond vindt in het analyseren, bekijken en nadenken hierover. Het Chinese denken mag dan wel een andere vertaling gekregen hebben, het is alleen maar echt anders en exotisch of esoterisch voor wie dat zo wil bekijken. Chinees denken is dan ook meer dan een beschrijving of inleiding tot enkele van de belangrijkste Chinese denkers, geschriften en ideeën, het is een introductie tot een andere manier van naar de wereld kijken. Een die net zozeer in een eeuwenlange traditie wortelt en haar eigen geschiedenis kent.

Chinees denken zal van geen enkele lezer een autoriteit in China maken, zijn rol in de wereld noch in zijn visie op mens, maatschappij en wereld, maar het biedt daartoe wel een introductie. Een die de geïnteresseerde lezer op weg kan helpen en zijn beeld zal verdiepen over een imperium dat ondanks verschillende interne conflicten een eenheid heeft weten bewaren. De clichés over China worden niet noodzakelijk ontkracht, maar ze krijgen wel een belangrijke nuancering en kader. “Wie het heden wil begrijpen, moet het verleden kennen” luidt het gezegde en dat geldt des te meer voor China, een land dat zijn eigen traditie in ere houdt, maar het tezelfdertijd steevast aanpast aan de omstandigheden.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in