“Fuck your speakers” staat er te lezen op het album. Sturgill Simpson, nog niet zo lang geleden de hoop en toekomst van de country, heeft lak aan verwachtingen en conventies en steekt met zijn vierde album een opgestoken middenvinger uit naar het country-establishment in Nashville.
Na zijn tweede album, Metamodern Sounds In Country Music, werd de uit Kentucky afkomstige Simpson beschouwd als de erfgenaam van Waylon Jennings en de outlaw country-scene uit de jaren ‘70. Samen met Chris Stapleton was hij voor country de hoop in bange dagen, klaar om een dam op te werpen tegen de pop-country die de hitlijsten bevuilde. Maar al snel bleek dat dat niet was wat Simpson zelf in gedachten had. Op A Sailor’s Guide To Earth injecteerde hij een ferme scheut soul in zijn muziek en deed hij een beroep op de Dap-Kings (Amy Winehouse, Sharon Jones) als begeleidingsgroep. Terwijl dat album nog een Grammy won in de country-categorie, houdt deze Sound & Fury zo’n radicale koerswijziging in dat er van country nauwelijks nog sprake is.
Sturgill is zeker niet de eerste artiest die zijn platenlabel en public verrast met een album dat haaks staat op wat voorafgaat. Dat betekent echter niet dat Sound & Fury een onbeluisterbare brok herrie geworden is à la Metal Machine Music van Lou Reed. Een betere vergelijking is misschien met Neil Youngs Trans – en niet alleen door de tekening van de auto op de cover – want ook hier is er een reden waarom Simpson ineens met iets anders uitpakt. De druk en verwachtingen wegen immers zwaar op hem. De vele afwezigheden als muzikant zijn allesbehalve evident voor de jonge vader. Dit is zijn manier om het juk even van zich af te werpen.
Op Sound & Fury haalt Simpson niet alleen synthesizers en withete gitaarpartijen boven, qua invloeden waaiert het album van glamrock tot disco. Daarenboven doet het dienst als soundtrack bij een gelijknamige dystopische anime film op Netflix die Simpson samen met regisseur Jumpei Mizusaki schreef en waarin een mysterieuze chauffeur in een postapocalyptisch landschap in de clinch gaat met angstaanjagende opponenten. Al mag er meteen bij vermeld worden dat het album daar helemaal los van beluisterd kan worden.
Sound & Fury is in een vloek en een zucht opgenomen, en zonder enige bekommernis om een mooi klinkende plaat af te leveren. Het geluid is druk, de wijzers gaan regelmatig in het rood en Simpsons zang ligt vaak begraven in de mix waardoor de teksten bij momenten onverstaanbaar zijn. Het album werd grotendeels opgenomen in McGuire’s Motor Inn, een verloederd en uitgeleefd moms & pops-motel ergens in een voorstadje van Detroit. “Ik had beter de nacht doorgebracht in mijn wagen op de parking van het hamburgerrestaurant” en “Crackhead Inn was een betere naam geweest”, luidden een paar reviews op het internet. Daar dus nam Simpson in 36 uur en met een reeks verouderde – sorry, vintage – opnameconsoles het album op. Audiofielen, gelieve u te onthouden.
Vanaf instrumentale opener “Ronin” – een Japans woord dat verwijst naar een samoerai die geen meester meer dient – schuurt de band meteen een eind weg. Het is het begin van een tocht langsheen overstuurde gitaren, retrosynths en bonkende beats. De band schippert tussen funky rock (“Sing Along”), ontketende disco (het voorwaar samen met John Prine (!) geschreven “A Good Look”), bluegrass (“Last Man Standing”), kreupele synthpop (“Mercury In Retrograde”) en ziedende bluesrock (“Best Clockmaker On Mars”). Enkel in “All Said And Done” – niet toevallig het enige rustpunt op het album – kan je met enige goodwill nog wat sporen van country herkennen. De devil may care-attitude bereikt zijn hoogtepunt op het zeven minuten durende slotnummer “Fastest Horse In Town”, een uitgesponnen noise fest van krakende gitaren.
Het is onvermijdelijk dat een album als Sound & Fury gemengde gevoelens oproept. Maar de urgentie en de compromisloosheid gecombineerd met het superieure songschrijverstalent van Simpson – want daar staat of valt een album uiteindelijk nog altijd mee – maken van dit album een triomftocht. Het is geen perfecte plaat (de synths zijn soms net iets te cheesy en het mocht allemaal nog wat rauwer klinken), maar dat stoort niet. “Make Art Not Friends”, luidt ongetwijfeld niet toevallig de titel van een van de nummers. Of om Simpson zelf te citeren: “You’ve done me wrong / So here’s your song / Now sing along”. Aan u om te beslissen om daar al dan niet in mee te gaan.