Postume releases zijn altijd een heikele kwestie. Ze moeten dansen op de dunne koord tussen eerbetoon en ordinaire lijkenpikkerij. Untethered van Willard Grant Conspiracy valt gelukkig ruimschoots aan de goede kant van de scheidingslijn.
Op 12 februari 2017 overleed Robert Fischer, frontman en enig vast lid van Willard Grant Conspiracy, aan de gevolgen van kanker. De ziekte werd het jaar voordien vastgesteld toen hij na een Europese tournee op controle ging bij de dokter. Niet dat Fisher bij de pakken bleef zitten daarna. Hij bleef zijn gewone dagjob uitvoeren en tussendoor nam hij nog een hele reeks nummers op. Het zijn die nummers die nu, afgewerkt door zijn vriend en jarenlange medewerker David Michael Curry, uitgebracht worden als zijn elfde — en allerlaatste — album. Net zoals op de vorige albums van Willard Grant Conspiracy zijn er ook nu weer een hele reeks gastmuzikanten van de partij waaronder Steve Wynn (Dream Syndicate) en Chris Cacavas (Green On Red).
Het in 1995 opgerichte Willard Grant Conspiracy was al die jaren een boeiend buitenbeentje in de rootswereld. Oorspronkelijk was het het geesteskind van Fisher en gitarist Paul Austin. Maar na een aantal albums verliet die laatste de band en ging Fisher alleen verder met een steeds wisselende keure aan gastmuzikanten. In de loop der tijd bracht de band een sterke reeks albums uit. Regard The End (2003) is waarschijnlijk de beste uit de reeks, maar ook langspelers als Mojave (1999) en Let It Roll (2006) hebben hun plaats in elke platencollectie. De laatste albums van de band werden steeds spaarzamer en guurder, met het licht tegenvallende Ghost Republic (2013) als eindpunt.
Maar nu is er dus Untethered, een verzameling van veertien nummers die Fisher nog schreef en opnam na zijn diagnose. Wat meteen opvalt is dat hij het geluid van zijn meest recente albums wat achter zich liet en terugging naar een geluid dat nauwer aanleunt bij zijn eerder werk. Het album opent meteen stevig met “Hideous Beast”, donkere country tussen Nick Cave en Waylon Jennings in. Het is het soort woeste, ziedende song zoals Fisher ze eigenlijk veel te weinig uitbracht. Ook hier is het nummer een buitenbeentje want de rest van het album wordt vooral gekenmerkt door sombere folk waarbij vooral de knappe vioolpartijen van Curry de nummers een onderhuidse spanning en mysteriositeit meegeven.
“26 Turns” is bijvoorbeeld zo’n prachtige, stapvoetse folksong waar de stem van Fisher op het punt staat te breken terwijl de viool de weemoed over het nummer drapeert. Zo gaat het met nog een reeks andere nummers (“Do No Harm”, “Chasing Rabits”) die dan afgewisseld worden met een paar instrumentale sfeerscheppers (“All We Have Left”, “Margaret On The Porch”). Op “Saturday With Jane” wordt het nummer tot de essentie teruggebracht en hoor je gewoon hoe Fisher zijn ziel in het nummer legt. Dit is muziek waar de waarachtigheid uit elke porie komt.
Zwakke nummers zijn er niet te vinden — enkel “Let The Storm Be Your Plot” is wat gewoontjes — maar het absolute hoogtepunt is ongetwijfeld het titelnummer. Fisher schreef “Untethered” meteen na zijn kankerdiagnose. “Last night I was blown apart and busted / I stepped my way into the path of a hurricane / First time in my life I felt untethered / Wonder when I will feel that way again” klinkt het terwijl de treurende vioolpartij door merg en been snijdt. Dit is muziek die de ziel raakt, die binnenkomt als een rechtse directe. Toch zit er ook nog hoop in het nummer, de illusie dat alles uiteindelijk nog zou goedkomen (“Dreamers dream of California / I will try to make it home when I can”). Dat het uiteindelijk niet mocht zijn laat de luisteraar met een krop in de keel achter. Het toepasselijk getitelde “Trail’s end” is als een treurmars naar het hiernamaals, een soort requiem noir dat steeds heviger tekeer gaat, als de geest van Fisher die het aardse tranendal verlaat.
Untethered is een knap eerbetoon geworden aan een uniek muzikant. Het leunt dichter aan bij het pakkend eerbetoon dat Cash’ A Hundred Highways was dan bij de ordinaire hebzucht waar de erven Cobain en Hendrix — om twee willekeurige voorbeelden te noemen — aan lijden. Een indrukwekkend muzikaal testament.