Enkel al voor zijn werk met Uncle Tupelo – het nulpunt van wat later alt.country of Americana genoemd werd – zou Jay Farrar zijn plaats in de muziekgeschiedenis al ruim verdiend hebben. Na de split van die band verdween hij, ondanks goeie platen, steeds meer in de schaduw van zijn vroegere spitsbroeder Jeff Tweedy. En dat is jammer, zoals nu ook Notes Of Blue getuigt, de achtste plaat van Son Volt en weerom een sterke.
Nochtans leek het er in het begin helemaal niet op dat Jay Farrar van de radar zou verdwijnen. Trace, het debuut van Son Volt – toen nog in de oorspronkelijke bezetting met Uncle Tupelo-drummer Mike Heidorn – mag zonder meer een alt.country-klassieker genoemd worden. Puur op kwaliteit liet Farrar met dat album het debuut van Wilco’s Tweedy achter zich. Maar terwijl Tweedy zich ontpopte tot een vernieuwende songschrijver bleef Farrar veel meer binnen zijn comfortzone. Commercieel succes bleef uit waardoor Son Volt stilaan in zijn kleine niche wegzonk.
Ondertussen is Son Volt met Notes Of Blue aan zijn achtste album toe. Een plaat waarop alle overtollig vet is weggesneden met tien nummers die samen net geen 31 minuten in beslag nemen. Zoals Farrar zelf in interviews aanhaalde zijn er twee grote invloeden die samenkomen in dit album: enerzijds de gitaartechnieken van bluesmuzikanten Mississippi Fred MacDowell en Skip James, maar anderzijds even goed de ingetogen, dromerige folk van Nick Drake. Al is het toch vooral het eerste dat de overhand haalt.
Tot de folksongs behoort openingsnummer “Promise The World”, een ingetogen, weids nummer waar op de achtergrond zacht een pedal steel weerklinkt. Ook in het breekbare miniatuurtje “The Storm” is de invloed van Drake duidelijk hoorbaar. De stem van Farrar slaat over, de song klinkt dromerig, de sfeer doet wat Brits aan. Een absoluut hoogtepunt is “Cairo And Southern” waar meesterlijk gespeeld wordt met een rustige, doch sprankelende begeleiding en de wat lijzige, gepijnigde zang.
Maar Notes Of Blue is toch vooral – de titel verraadt het al – het bluesalbum van Farrar. “Static” is grofkorrelige blues, waar gespeeld wordt met tempo’s. In “Cherokee St” klinken Afrikaanse invloeden door. Met zijn pulserend ritme drijft het zich onweerstaanbaar voort, ook al schuurt en wringt het langs alle kanten. “Lost Souls” wordt gekenmerkt door een roestige riff en een bruut razend refrein. De sfeer wordt donker en dreigend in “Midnight”, een nummer onheilspellend als de donkerste nacht. “It’s always midnight / Way down in hell” klinkt het omineus. Het is het soort nummer dat herinneringen oproept aan de beste Mark Lanegan. Al even mysterieus en benauwend is de folk-noir van “Threads And Steel”, dat een verraderlijk luchtig ritme heeft, maar waar onderhuids zoveel broeit dat het de luisteraar ongemakkelijk achterlaat.
Jay Farrar krijgt regelmatig de bemerking dat hij wat in zijn eigen muzikale wereld blijft. Ook met Notes Of Blue zal daar geen verandering in komen. De bluesinvloed mag dan wel prominenter aanwezig zijn dan op vorige albums, het blijft nog altijd onmiskenbaar Son Volt. Maar een kniesoor die daar om maalt, want het is zonder meer een uitstekend album dat behoort tot het betere werk dat Son Volt al op de mensheid losgelaten heeft. De kans is klein dat dit het album is dat Farrar uit de schaduw van Tweedy zal halen, maar het mag zonder blikken of blozen naast de recentste albums van Wilco staan als het kleine, wat ongemanierde neefje ervan.