Probeer deze niet overdag. Werkt niet. Is er niet voor gemaakt. Dream Darling werd in het duister geschreven, en komt ook daar tot zijn recht. Als de stilte is ingedaald, en fluisteren luider klinkt dan schreeuwen.
Het was de vraag van één miljoen voor The Slow Show: méér of minder? Het leek een no-brainer, zeker toen een jaar geleden de dubbelsingle “Breaks Today”/”Hopeless Town” werd gelost. Het was geworden: alle registers open, met een extra schuif emotie, een koor dat het refrein dik aanzette, en nog meer omfloerste blazers dan we van deze band al gewoon waren. Het was, in één woord, geweldig: een wereldsong.
Het goede nieuws: de band is “Breaks Today” niet uit het oog verloren voor Dream Darling. Het slechte? Wie meer van dit had verwacht, is er aan voor de moeite. De discussie werd gewonnen door wie het ook was die vond dat het allemaal een streepje minder mocht. Op zijn tweede plaat laat The Slow Show de stilte nog meer de ruimte.
Wanneer producer Frederik ’t Kindt dan toch eens wat extra’s toelaat, valt het ook des te meer op. Opener “Strangers Now” zet ons zo even op het verkeerde been met een staccato koorsample, in “This Time”, drijvend op een haperend tegenritme, zijn het heerlijk diepe blazersstoten die zich in de finale naar het voorplan wurmen. Maar het is wel degelijk de pauze tussen de noten die regeert. Waar op het anderhalf jaar later nog steeds erg indrukwekkende White Water elk dood moment moest ingevuld worden door triomfantelijke, omfloerste of andere kopers en strijkers, is dat truukje – want dat was het – hier zo goed als afwezig. Enkel single “Ordinary Lives” heeft er nog wat last van. Het is een goeie song, maar ook “meer van hetzelfde”, en dus geen vooruitgang.
Wel een weg uit de status-quo: de manier waarop Kesha Ellis in “Hurts” – stapvoets openbloeien is een kunst – de eeuwig naar Stuart Staples knipogende bariton van Rob Goodwin even van weerwoord komt dienen. In “Last Man Standing” – Man wordt aan het altaar achtergelaten, “How could you be so cruel to call this off?” – mag ze opnieuw aanschuiven. Ze is er niet nodig, het is allemaal erg genoeg: “I see the tears in those eyes / He still loves you when he dies”. ’t Is groot drama, maar The Slow Show is verstandig genoeg om het klein te verpakken.
Uitschieter naast dat “Breaks Today” (nogmaals: wie daar niet bij kapot gaat heeft nog nooit de liefde het mes weten ronddraaien): “Brawling Tonight”. Over een tokkel die herinneringen aan The National niet afgeschud krijgt, schetst Goodwin het beeld dat hij zag toen hij vanuit zijn kersverse vrijgezellenflat naar beneden keek: een verlopen les martial arts, op een parkeerterrein aan de overkant. Het klinkt bijna teder. Liefdevol: ziedaar de mens.
Jammer dus dat er af en toe toch mismoedig met het hoofd dient geschud. “Lullaby” is niet alleen in zijn titel nogal doorsnee, van “Dry My Bones” herinneren we ons halverwege al zelfs de titel niet meer. Het zijn smetjes die er op wijzen dat er nog groeimarge is, maar dat is niet erg. We hebben graag iets om naar uit te kijken. Met Dream Darling rukt The Slow Show zich los van al die National- en Tindersticksvergelijkingen om zich een plaats op gelijke hoogte af te dwingen.
The Slow Show speelt op 15 november in een uitverkochte Rotonde in de Botanique in Brussel.