PUKKELPOP 2016 :: Kronkelen als de rook van een uitgeblazen kaars

, ,

Dag Drie

Zaterdag. De dagjesmensen die gisteren pas de werkweek afsloten, schuifelen langzaam aan bij de ticketbalie; wij wandelen fluks door de inkom, even ons polsbandje richting security wapperend. Grapje natuurlijk. Ook wij schoven aan, staken al onze bezittingen in een doorzichtig potje, schoven rustig aan door een metaaldetector en lieten onze rugzak binnenstebuiten keren. Dit is 2016, het Walhala van Safety First.

Dit is ook 2016, het jaar waarin Pukkelpop voor het eerst een breng-uw-bommadag heeft. Of daar lijkt het toch op, want met André Brasseur wordt de Marquee heel even een goeie ouderwetse tingeltangel. “Is dat die van het Kapitein Zepposmelodietje?”, vraagt iemand. Neen, dat is Bert Kaempfert — weten wij zo’n dingen of staat Wikipedia onder een shortcut op onze telefoon? U zult er nooit zeker van zijn — mompelen we, en voegen er aan toe: maar ongeveer elke andere televisietune is wél van zijn hand.

“Vous chantez!”, gebaart Brasseur terwijl hij zijn Hammondorgeltje laat tierelieren. U bent goed opgevoed, u doet netjes van “nananana”. De guitige grijsaard voelt zich duidelijk in zijn sas als nieuwbakken rockster, en swingt met zijn half zo jonge band als een tiet. Klassiekers als “Early Bird” gaan er vlotjes in bij een driekwart zo jong publiek, en in een hoekje spotten we Chokri en een sponsor –- die Open VLD’ers haal je er zo uit met hun beige broeken en witte hemdjes -– die goedkeurend toekijken. Laten we dit toch maar niet het ei van Colombus noemen, deze combinatie van Rimpelrock en Pukkelpop, of we zitten vanaf volgend jaar met de gebakken peren. Af, Luc Steeno, àf!

Zou Luc Steeno OFWGKTA kennen, een van de meest omstreden en getalenteerde hiphopcombo’s van de laatste jaren? Wij hebben er onze twijfels over, maar je weet natuurlijk nooit. Het collectief is officieus ook al uit elkaar gevallen, maar de leden Tyler, The Creator, Frank Ocean en Earl Sweatshirt houden er wel een erg succesvolle soloarrière op na. Ook Syd tha Kyd, de enige vrouw van OFWGKTA, scoort met The Internet. In het begin was The Internet vooral een studioproject, maar stilaan maar zeker is het een echte (live)band geworden. Met zijn zessen staan ze op het podium en brengen ze romige soul die perfect blendt met de eerste middagzon. Syd tha Kyd — hanenkam, T-shirt losjes uit de broek — heeft cool en swag te over en is de laatste jaren vocaal enorm gegroeid. Haar stem draagt de heerlijk lome slow jams als “For The World”, “Just Sayin’/I Tried” en “Special Affair”, waarop het tempo nog omlaag gaat. Het is allemaal wel erg geïnspireerd op het geluid van Pharrell, maar die heeft live dan weer niet zo een geweldige band mee als Syd.

Vandaag nog in de kleine Castello, morgen misschien afsluiter. Als Warhola iets laat horen vandaag, dan wel dat Oliver Symons grotere plekken dan dit in gedachten heeft. Stadions, misschien wel, waar die zwaar dreunende bassen lekker kunnen resoneren. Waar die gated drums (alweer van de partij) heerlijk kunnen knallen. Met twee drummers creëert Warhola dan ook bijzonder complexe ritmes, maar Symons weet die dwarsheid te lijmen met een ijle falset, die doorgaans door een batterij effecten wordt gejaagd. “Aura”, de titelsong van zijn recente EP, biedt sexy lijzigheid, door de zanger verkocht met vlotte moves over de breedte van het podium. Wie ooit in de finale van Eurosong For Kids stond, schrikt van geen kleine festivaltent. En draait zijn hand niet om voor een Drakecover. “Hold On, We’re Going Home” krijgt een fijn Warholajasje dat het meer dan past.

Net zoals generatiegenoten Tsar B en Oscar & The Wolf is ook Warhola grootgebracht op een dieet van R&B en dubstep. Symons kronkelt, laat zijn stem eenzame hoogtes indraaien, zijn drummers doorspekken de boel met plotse bassen en hevige tegenritmes. Dat werkt geweldig in het geile “Unravel” –- stadionsex, is dat een ding anders, tegenwoordig? –- en de sterke single “Lady”, maar wanneer Warhola het buiten de lijntjes van zijn EP gaat zoeken, hoor je hoe niet alle songmateriaal naar wens is. Dat de groep alweer gegroeid is sinds we ze afgelopen lente in de AB de Rock Rallyfinale zagen afsluiten, staat niettemin buiten kijf. Er zit nog marge op, voelen we. Volgend jaar staat deze groep twee tenten hoger op de affiche. Minstens.

Was het tropisch heet in de Castello, in de Dance Hall valt de zwoelte meer op muzikaal vlak te vinden. AlunaGeorge putte voor zijn recentste singles uit een arsenaal Caribische klanken, zet de beatmachine op “reggaetonritme” en het heerlijke weer doet de rest. U danst zich uit de naad op “White Noise”, dat eigenlijk van Disclosure is, joelt mee met dat “Who’s in control?”-“I’m in control”, en laat vervolgens die gelijknamige zomerhit maar wat graag over u heen rollen. Jammer dat Popcaan niet aanwezig is, om de song van de nodige raps te voorzien, maar dat klein gebrek is geen bezwaar. Fijn dansmoment, en goed om te zien dat een band als deze toch enigszins live probeert te zijn met een drummer en een arsenaal knoppen voor George Reid.

Sinds hij Anderson .Paak wist te strikken voor deze editie, is Chokri de favoriete Homie van onze vaderlandse hiphopgemeenschap. Nu Kendrick Lamar even van het voorplan verdwenen is, is .Paak misschien wel de heetste rapper van het moment. Na zijn doortocht in de Botanique begin februari voorspelden we deze energieke hiphopper uit Californië snel een groter publiek. En kijk, nog geen half jaar later is een mooie stek op het hoofdpodium van Pukkelpop zijn deel. Het puntje (“dot”) in Anderson .Paak zijn naam staat voor detail en dat komt hij hier even bewijzen: de rapper vuurt messcherpe verzen af, en is perfect ingespeeld op zijn band.

Een begeleidingsband voor een hiphopper? Jazeker, voor .Paak volstaat geen DJ die achter hem maar wat plaatjes staat te draaien. Neen, The Free Nationals telt inmiddels vier leden, die het allemaal wat voller en steviger doen klinken. Ze weten dat ze niet veel tijd hebben en jagen er in sneltempo heel wat nummers door. Wij verkiezen de meer soulvolle tracks als “Heart Don’t Stand A Chance” en “The Season/Carry Me”, waarvoor .Paak zelf achter de drums kruipt. Het slotkwartier, met “Lite Weight” en de discogetinte tandem “Am I Wrong” – “Luh You” mondt uit in één groot feest, dat zelfs (mvs) meekrijgt, die doorgaans zijn neus ophaalt voor hiphop — nog meer dan voor beige broeken en witte hemdjes! Drie kwartier is hoe dan ook te kort voor deze .Paak, die in de Botanique de twee uur makkelijk overschreed. Zou Oscar vanavond niet een beetje speeltijd afstaan? We zullen het eens lief vragen als we hem tegenkomen.

Rotsen in de branding tussen alle dance- en R&B-geweld van dit weekend: Grandaddy. Frontman Jason Lytle – verscholen achter een zonnebril en onder een petje — is wat minder baardig dan in de hoogdagen van de band, maar verder is er weinig veranderd. En maar goed ook: de combinatie van rinkelende orgeltjes, af en toe een forse snarenuithaal en de hoge zang van Lytle leidt nog steeds tot onweerstaanbare, ouderwets goeie wegdroomgitaarrock. Blij dat de band dat zelf ook weer beseft: wat in 2012 nog een eenmalige comebacktour was, kreeg immers een flink staartje, met binnenkort zelfs een nieuw album – dat was ook alweer tien jaar geleden. Met “Way We Won’t” mogen we daar alvast één nummer uit horen (“I promise it’s the only one”), dat in het refrein zowaar een flinke laag galmende synths meekrijgt. Ze misstaan er niet: het klinkt minstens even catchy als “A.M. 180” dat later in de set zal passeren.

De timide Lytle is zoals steeds kort van stof – “That’s cool. More music!” klinkt het na een stevig applaus – maar hij mag dat: zolang hij ondertussen parels als “El Caminos In The West” of het onverslijtbare “The Crystal Lake” uit zijn gitaar blijft toveren, mag hij wat ons betreft met zijn rug naar het publiek en in het pikdonker staan spelen. Niet dat er verder geen entertainment voorzien is: wie zich om één of andere reden toch staat te vervelen, kan zich vergapen aan de weirde, met een nostalgisch sausje overgoten visuals van de band: tractortoestanden, wrede accidenten op een crossparcours, kinderen met baarden en katten, uiteráárd ook katten. Het is moeilijk om verder verwijderd te zijn van wat er aan de andere kant van het terrein in de Boiler gebeurt, maar u kent ons: bomparock boven alles.

Wat is dat geluid van ploppende champagnekurken ter hoogte van de Dance Hall? Is er nog maar eens een contingent young urban sales professionals gelost op het belendende VIP-terras? Neen, het zijn The Subs die op Pukkelpop hun tiende verjaardag uitbundig kracht bijzetten. En u bent daarbij van harte uitgenodigd. “For old times’s sake, let’s have a drink!” roept Jeroen De Pessemier, en hij draait de fles wodka open, kruipt op de schouders van het publiek en deelt de fles in het rond. DJ’s/muzikanten Wiebe Loccufier en Hadrien Lavogez slaan ondertussen het vat hits aan dat de groep het voorbije decennium heeft laten rijpen. “Fuck this shit”, gaat het, en tot overmaat van feestvreugde “I am the Pope of Dope, wà wà”. Met hardnekkige druppels die zich gaandeweg niet meer als regen laten ontkennen, trekt deze waanzinnige party langzamerhand nog meer volk, maar wij hebben een drukke agenda. We verontschuldigen ons, wurmen ons opnieuw uit de tent en zetten koers naar de Main Stage, waar ook een soort feestje te verwachten valt.

Elke editie van Pukkelpop heeft zo zijn moment. In 2005 kwam tijdens het concert van Mocky plots een Brit zo bleek als een melfkfles op zijn sloefkes het podium opgewandeld, en deed onze mond compleet openvallen toen hij begon te zingen. Zijn naam? Jamie Lidell. Hij trad dat jaar ook nog solo aan, en sindsdien is hij onze favoriete Britse soulzanger. Vanavond stelt de man in première zijn nieuwe album Building A Beginning voor, dat in oktober verschijnt. Daarop keert Lidell terug naar de warme, ebbenhouten soul van zijn klassieker Jim. Stevie Wonder vormde bij het opnemen de grootste inspiratie en dat is er aan te horen, getuige de nieuwe single “Walk Right Back” of het ingetogen “I Live To Make You Smile”, dat Lidell schreef voor zijn tweejarig zoontje.

Het grote verschil met de vorige keren dat we Lidell aan het werk zagen — en dat zijn er inmiddels al heel wat, geloof ons — is dat de Brit ditmaal een bijzonder sterke liveband mee heeft. The Royal Pharaohs telt twee man op percussie, een gitarist, een bassist, een trompettist, een achtergrondzangeres en een man achter een orgeltje. Samen met Lidell bezorgen ze ook oudere nummers als “Little Bit Of Feel Good” en afsluiter “When I Come Back Around” de versie die ze verdienen. Een tip: in oktober komt Lidell met zijn Royal Pharaohs langs in de AB. Ga kijken. Wij zullen er ook zijn en achteraf uitgebreid verslag uitbrengen.

Ja, wij vinden het nog steeds vreemd dat LCD Soundsystem na vijf jaar afwezigheid plots tot headliner uitgegroeid is. Wij herinneren ons dat ze vlak voor hun break de Gentse Vooruit amper vulden. Maar klagen doen we zeker niet, LCD Soundsystem is een band die een nachtelijk hoofdpodium aankan. Al zagen we ze aan het begin van deze festivalzomer op het Primavera Sound festival wel heel hard hun best doen om te rocken, wat hun subtiele sound al eens uitvlakte. Vanavond klinkt het gelukkig opnieuw een pak verzorgder; zo begroet een uitgekiend “Us V Them” ons als we aan de Main Stage toekomen.

LCD Soundsystem doseert en geeft zijn nummers opnieuw wat ademruimte, wat onder meer het lichtvoetige “You Wanted A Hit” ten goede komt. Ook de fijne nuances in “Yeah” zijn opnieuw hoorbaar, net als de sierlijke belletjes van “Someone Great”. De punkfunk helt opnieuw over naar de fun(k)kant, en dat komt ook de dansbaarheid ten goede. De discobol die sinds jaar en dag boven boven de band hangt, krijgt zo weer een betekenis. Tijdens “Losing My Edge” begint het hard te regenen boven Kiewit. U trekt massaal weg, waardoor er voor ons meer plaats is om te dansen. Dit is hoe LCD Soundsystem dient te klinken: ritmisch, melodisch en uitermate dansbaar. We vragen ons wel af of bandleider James Murphy er even hard van geniet als wij. De man blijft er stoïcijns kalm bij, randje depressief. Doe je het niet graag meer, James?

In de Dance Hall is het ondertussen tijd voor nog zo’n langverwachte terugkeer: die van Ghent’s Finest, Soulwax, naar eigen land. Drie drums staan klaar om die comeback kracht bij te zetten, waarvan twee onderdak krijgen in een soort gecapitonneerde huisjes, waartussen de halve studio van de broertjes Dewaele lijkt opgesteld. Alleraardigst decor, zeker met die half gesmolten Dalídrums waarop Igor Cavalera als een beest tekeer gaat.

De zenuwen staan strak. Het openingsnummer zorgt zelfs voor een hilarisch communicatiefoutje, wanneer een gespannen David Dewaele wanhopig de aandacht van broerlief aan de overkant probeert te trekken. Die staat helaas te intens over zijn knoppen gebogen om de arm die door de machinerie heen steekt op te merken, en bijna wil je vanuit het publiek mee helpen met een dringend “STEPHEN!”. Net op tijd raakt de broederband hersteld om dik vijftig minuten opzwepende, rauwe en harde dansmuziek te leveren.

Net als bij LCD Soundsystem wordt alles live gespeeld — de opgenomen aankondiging noemt het een project met “three staccato drums and analogue synths” — maar de Dewaeles zouden hun familienaam niet verdiend hebben als ze de DJ in zich niet vrij spel gaven. Nummers volgen elkaar niet op, ze lopen onder, over en door elkaar heen. Nieuwe tracks passeren — ze heten naar verluidt “Fast Fast Fast” en “Creator” — maar net zo goed oudere als “E-Talking”, de Night Version van “Miserable Girl” en “NY Lipps” — wat jammer dat Nancy Whang, die pas haar set beëindigde met LCD Soundsystem, hier niet even mee kwam doen. Evenmin van de partij: Chloë Sevigny, die haar medewerking verleent aan het nieuwe “Heaven Scent”, dat al vrij vroeg in de set voorbijkomt. Met een met de waanzin flirtend “Another Excuse” wordt de set naar een kolkend hoogtepunt gestuwd. Sterk concert, al hadden we het muzikaal nog iets vernieuwender verwacht. Al bij al week dit immers weinig af van de sets die we de broertjes zagen brengen, de laatste keer dat we hen op Pukkelpop zagen, of het zou de conceptuele drum-insteek moeten zijn. Lagen onze verwachtingen gewoon te hoog? Misschien. Our bad, we zullen het niet meer doen.

Want laten we de lat voor Oscar & The Wolf ook maar niet té hoog leggen. Hoe verguld we in eigen land zijn met het zwijmelelfje Max Colombie, met nog steeds maar één album onder de arm is de absolute headlinerspot die zijn groep wordt gegund wel heel erg geflatteerd. En dus is kosten noch moeite gespaard en mogen alle schuiven open. Een gigantisch LCD-scherm als backdrop — de sfeer is die van een sprookjesbos, vlammen in “Undress”, een vuurwerkregen in een euforisch “Princes”, en natuurlijk confetti bij de feestelijk dansant opgepompte afsluiter “Strange Entity”; dat kenden we al van die keer in het Sportpaleis.

Hoeveel groep ben je overigens nog als je muzikanten op stellages links en rechts hoog boven je uit torenen? “It’s lonely at the bottom”, denken we meewarig zoals we Colombie in zijn eentje bezig zien tussen beide kanten in, drie meter lager. Maar hij wervelt, danst als een derwish zoals hij alleen dat kan en lacht oprecht blij verrast met de warme ontvangst die hij krijgt. Niet dat de wei volgelopen is. Zeker links kun je wandelen tot helemaal vooraan, en de Engelstalige bindteksten voelen vooral geforceerd aan. Wie even zonder overdreven Belgische trots kijkt — laten we hem onze Amerikaanse vriend Jack noemen — ziet een act met veel potentie, maar één die nog veel te groeien heeft.

Zit dat er in? “Hierna ga ik platte disco maken”, beloofde Colombie lachend aan enola bij de lancering van debuut Entity, de nieuwe nummers die we sindsdien te horen kregen bevestigen. Set-opener en huidig single “The Game” zette de bassen al op een diepe “dubstep”-stand, ook andere nieuwe songs baden in een warme clubsfeer, en laten horen dat Oscar & The Wolf zich nog verder zal verwijderen van die ondertussen al verre folkroots. Al zal Colombie moeten opletten dat hij niet doorschiet. Een laatste onbekende song, nog naamloos maar we gokken dat het misschien wel eens “On Fire” kan zijn, en volgens de frontman “written especially for tonight” (speciaal voor Jack zegt ie het in het Engels) eist inderdaad met veel vertoon het prefix “plat” op: platte beats, goedkoop refrein, met zijn vuurwerk in het refrein — helaas een fractie van een seconde te laat getimed — leunend op gemakkelijk effectbejag. Als het zo moet, die verovering van het buitenland, laat het dan alstublieft ver van dit binnenland zijn. Er is nog altijd iets dat artistieke integriteit heet en ook een rol mag spelen. Colombie zal moeten oppassen dat hij zijn ziel niet aan de EDM-duivel verkoopt.

Beeld:
Jan Van den Bulck, Timmy Haubrechts & Guillaume Decock

aanraders

verwant

2 Many DJ’s

19 augustus 2023Pukkelpop, Hasselt

Osees

19 augustus 2023Pukkelpop, Hasselt

Steve Lacy

19 augustus 2023Pukkelpop, Hasselt

Dry Cleaning

19 augustus 2023Pukkelpop, Hasselt

Rema

19 augustus 2023Pukkelpop, Hasselt

recent

Roncha :: Fleecedekentje Thuglife

Berichtje aan alle rappers van België: goed bezig. Onze...

The Gentlemen – Seizoen 1

De serie The Gentlemen was een paar jaar geleden...

Louise van den Heuvel :: Sonic Hug

Op Sonic Hug neemt Louise van den Heuvel de...

Adania Shibli :: Een klein detail

Deining op de Frankfurter Buchmesse afgelopen editie. Kort voor...

Maria Montessori

Tegelijk een feminist én een moeder zijn was geen...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in